Artikel 7 	Algemene afwijkingsregels
					Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
					
						- 
							a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
 
						- 
							b. de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;
 
						- 
							c. de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 37,50 m;
 
						- 
							d. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van (hoofd)gebouwen binnen het bouwvlak in die zin dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
								- 
									1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
 
								- 
									2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
 
								- 
									3. erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;
 
							
						 
					
					mits de bouwgrens met niet meer dan 1,50 m overschrijdend.