direct naar inhoud van Artikel 4 Sport
Plan: Bestemmingsplan Tzum - Sportclustering
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0070.091709-VAS1

Artikel 4 Sport

 

4. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    terreinen ten behoeve van sport- en recreatieve voorzieningen, zoals sportvelden, tennisbanen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;

b.    gebouwen ten behoeve van sport- en recreatieve voorzieningen, met daarbijbehorende voorzieningen, zoals kleedruimtes en kantines;

c.    gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer;

met de daarbijbehorende:

d.    wegen, straten en paden;

e.    parkeervoorzieningen;

f.     groenvoorzieningen;

g.    nutsvoorzieningen;

h.    beplanting;

i.      waterlopen;

j.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder lichtmasten en dug-outs.

4. 2.       Bouwregels

4. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 4.1. sub b. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    een gebouw zal binnen het bouwvlak worden gebouwd;

b.    ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” zullen de goot- en bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de aangegeven hoogte bedragen.

4. 2. 2. Voor het bouwen van de in lid 4.1. sub c. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    het aantal gebouwen zal ten hoogste twee bedragen;

b.    de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen zal ten hoogste 200 m² bedragen;

c.    de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

4. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van ballenvangers zal ten hoogste 10,00 m bedragen;

c.    de bouwhoogte van lichtmasten zal ten hoogste 15,00 m bedragen;

d.    de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 8,00 m bedragen;

e.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

4. 3.       Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

4. 4.       Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van: 

-       het bepaalde in lid 4.2.3 sub c. en toestaan dat de bouwhoogte van lichtmasten wordt vergroot tot ten hoogste 20,00 m.