direct naar inhoud van Artikel 6 Water - 2
Plan: Bestemmingsplan Bolsward Hartwerdervaart
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0064.05000000hart-VG01

Artikel 6 Water - 2

 

6. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor Water - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    sloten, tochten, vaarten, vijvers en poelen en daarmee gelijk te stellen waterlopen en waterpartijen;

b.    kaden en oevers;

c.    de waterhuishouding;

 

met daaraan ondergeschikt:

d.    het recreatief medegebruik;

e.    groenvoorzieningen;

f.     openbare nutsvoorzieningen.

 

6. 2.       Bouwregels

6. 2. 1. Op en in de gronden als bedoeld in lid 6.1. mogen uitsluitend worden gebouwd:

-       andere bouwwerken, zoals kunstwerken.

6. 2. 2. Voor het bouwen van de in lid 6.2.1. genoemde andere bouwwerken, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van kunstwerken zal ten hoogste 5 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige andere bouwwerken zal ten hoogste 3 m bedragen;

tenzij in een aanduiding een andere bouwhoogte is aangegeven, in welk geval de bouwhoogte van andere bouwwerken ten hoogste de in een aanduiding aangegeven bouwhoogte zal bedragen.

 

6. 3.       Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

-       het gebruik van de gronden als (permanente) liggelegenheid of ligplaats voor (recreatie)vaartuigen of woonschepen.

 

6. 4.       Aanlegvergunning

6. 4. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

a.    het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;

b.    het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik;

c.    het graven of dempen van waterlopen en/of waterpartijen.

6. 4. 2. Het bepaalde in lid 6.4.1. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

6. 4. 3. De in lid 6.4.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarde van de gronden voor de waterhuishouding.

 

6. 5.       Wijzigingsbevoegdheid

6. 5. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

-       in het plan in een aanduiding een grotere bouwhoogte voor het bouwen van andere bouwwerken wordt aangegeven, mits:

-       de bouwhoogte van andere bouwwerken ten hoogste 10 m zal bedragen.

6. 5. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 6.5.1. bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan bestaande landschappelijke en natuurwaarden, het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.