direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijventerrein
Plan: Bestemmingsplan St.-Jacobiparochie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0063.080502-VA01

Artikel 6 Bedrijventerrein

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
    • 2. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 tot en met 3.2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
    • 3. een gemeentewerkplaats, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gemeente werkplaats';
    • 4. een graanhandel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - graanhandel';
    • 5. een metaalbewerkingsbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerkingsbedrijf';
    • 6. een timmerfabriek, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - timmerfabriek';
    • 7. een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
    • 8. een jeugdhonk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - jeugdhonk';
    • 9. een garagebedrijf inclusief spuiterij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf';
    • 10. een transportbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf';

met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;

    • 1. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen;

met de daarbijbehorende:

  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. straten en paden;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. sloten, bermen en beplanting;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. een bedrijfsgebouw of bedrijfswoning zal binnen een bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat een bedrijfswoning uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • c. de goot- en bouwhoogte van een bedrijfsgebouw of bedrijfswoning zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte bedragen;
  • d. een bedrijfsgebouw of bedrijfswoning zal zijn voorzien van een kap waarvan de dakhelling ten minste 20° en ten hoogste 60° zal bedragen.
6.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen in of achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel in of achter het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen per bedrijfswoning zal ten hoogste 60 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten hoogste 3,30 m bedragen;
  • d. de dakhelling van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten hoogste 80° bedragen.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het (de) hoofdgebouw(en) en het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 8,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c mag ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' een antennemast ten behoeve van de mobiele telefonie worden geplaatst met een bouwhoogte van ten hoogste 40,00 m bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.2.1 onder a in die zin dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:

  • a. er sprake is van een incidentele uitbreiding;
  • b. er een bedrijfstechnische aantoonbare noodzaak tot uitbreiding is;
  • c. uitsluitende ondergeschikte gebouwen geheel buiten het bouwvlak worden gebouwd.
6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf';
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt van motorbrandstoffen, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan de bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan de bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 tot en met 3.2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 6.5 sub a in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, mits:
    • 1. de verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de gezamenlijke vloeroppervlakte aan bedrijfsgebouwen zal bedragen, met een maximale oppervlakte van 50 m²;
    • 2. het geen detailhandel in voedings- en genotmiddelen betreft;
    • 3. de vestiging plaatsvindt in de bestaande gebouwen;
    • 4. de vestiging geen onevenredige afbreuk doet aan het winkelapparaat in de diverse kernen.
  • b. het bepaalde in lid 6.5 onder c in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 2, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • c. het bepaalde in lid 6.5 onder d in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 tot en met 3.2, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 2, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 2 onder een hogere categorie dan 3.2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft.
6.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', 'specifieke vorm van maatschappelijk - jeugdhonk', 'specifieke vorm van bedrijf - gemeente werkplaats', 'specifieke vorm van bedrijf - graanhandel', 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerkingsbedrijf', 'specifieke vorm van bedrijf - timmerfabriek', 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' en/of 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf' wordt verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.