direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Oudebildtzijl
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0063.040508-VA01

Artikel 3 Agrarisch

 

3. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor “Agrarisch” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    cultuurgrond;

b.    groenvoorzieningen;

c.    sloten, bermen en beplanting;

d.    paden;

waarbij het behoud van de cultuurhistorische waarden van het gebied wordt nagestreefd;

met de daarbijbehorende:

e.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3. 2.       Bouwregels

3. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

3. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

3. 3.       Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

a.    de in bijlage 3 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;

b.    de verkeersveiligheid;

c.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

3. 4.       Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de in bijlage 3 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht,  de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in lid 3.2.1. en toestaan dat en behoeve van het agrarisch medegebruik gebouwen worden gebouwd, mits:

a.    de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen ten hoogste 50 m² zal bedragen;

b.    de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 4,00 m zal bedragen.

3. 5.       Aanlegvergunning

3. 5. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

-       het planten van bomen en houtgewas.

3. 5. 2. Het in lid 3.5.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

3. 5. 3. De in lid 3.5.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarden van het gebied.