direct naar inhoud van Artikel 3: Recreatie
Plan: Nes Ameland Ostrea-appartementencomplex en gebouw 3 Residentie Noordsee
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0060.090206-ON01

Artikel 3: Recreatie

3.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. horecabedrijven;
    • 2. appartementengebouwen;
    • 3. bedrijfswoningen;
  • b. bijgebouwen;

met daarbij behorende:

  • c. sport- en speelvelden;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. wegen en paden;
  • g. tuinen en erven;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2. Bouwregels
3.2.1. Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van de onder lid 3.1 sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen zullen binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. per bouwperceel zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • c. de afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens zal ten minste 5,00 m bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” zal de goot- en bouwhoogte van de gebouwen ten hoogste de in de aanduiding aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” zal de bouwhoogte van de gebouwen ten hoogste de in de aanduiding aangegeven bouwhoogte bedragen.

3.2.2. Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen zullen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “bijgebouwen” worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen zal per hoofdgebouw ten hoogste 75 m² bedragen.

3.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de gebouwen of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
3.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en/of de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats en de afmetingen van de bebouwing;
  • b. het aantal en de situering van parkeervoorzieningen.
3.4. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.2.3 sub b in die zin dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 9,00 m.
3.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van permanente bewoning, tenzij de gronden ter plaatse zijn aangeduid als “specifieke vorm van recreatie - permanente bewoning toegestaan”;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning.