direct naar inhoud van Artikel 6: Horeca - 2
Plan: Recreatieterreinen Hollum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0060.080205-VG01

Artikel 6: Horeca - 2

6.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
    • 1. een restaurant;
    • 2. een hotel;
    • 3. appartementen;
    • 4. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”.
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;

met de daarbijbehorende:

  • c. sport- en recreatieve voorzieningen;
  • d. tuinen, erven en terreinen;
  • e. terrassen;
  • f. straten en paden;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. sloten, bermen en beplanting;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
6.2. Bouwregels
6.2.1. Gebouwen genoemd in lid 61. a onder 1, 2 en 3

Voor het bouwen van de in lid 6.1 a onder 1, 2 en 3 genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 12,00 m bedragen;
  • d. de goothoogte van een overkapping zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een overkapping zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • f. de dakhelling van een gebouw en een overkapping zal ten hoogste 60° bedragen.
6.2.2. Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
  • c. ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning” zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • d. de oppervlakte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 150 m² bedragen;
  • e. de goothoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • f. de dakhelling van een bedrijfswoning zal ten minste 15° bedragen;
  • g. de dakhelling van een bedrijfswoning zal ten hoogste 60° bedragen.
6.2.3. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen per bedrijfswoning zal ten hoogste 60 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal ten hoogste de bouwhoogte van het hoofdgebouw bedragen, verminderd met 1,00 m;
  • d. de bouwhoogte van overkappingen zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • e. de goothoogte van een aan- en uitbouw, bijgebouw en overkapping zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • f. de dakhelling van een aan- en uitbouw, bijgebouw en overkapping zal ten hoogste 60° bedragen.
6.2.4. Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
6.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bouwwerken, ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. een goede milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor permanente bewoning, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding “bedrijfswoning”;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bar-/dancings;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel.
6.5. Wijzigingsbevoegdheid
6.5.1. Wijzigingen

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding "verblijfsrecreatie" wordt aangebracht om bij of in een bedrijfswoning één appartement te vestigen of logies te verstrekken, mits:
    • 1. het appartement of logiesgedeelte zich in de bedrijfswoning bevindt en direct toegankelijk is vanuit de bedrijfswoning;
    • 2. de verblijfsrecreatieve functie ondergeschikt is ten opzichte van de woonfunctie, zodanig dat:
      • indien het appartement of logiesgedeelte wordt gevestigd op de eerste verdieping van de bedrijfswoning, de gebruiksoppervlakte van het appartement of het logiesgedeelte niet meer bedraagt dan 70 m²;
      • indien het appartement of het logiesgedeelte elders in of bij de bedrijfswoning wordt gevestigd, de gebruiksoppervlakte van een appartement niet meer bedraagt dan 30% van de totale gebruiksoppervlakte van de bedrijfswoning met inbegrip van aan- en uitbouwen, met dien verstande dat de gebruiksvloeroppervlakte van een appartement of logiesgedeelte ten hoogste 70 m² zal bedragen.
6.5.2. Toetsingscriteria

De in lid 6.5.1 genoemde wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid; en
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.