direct naar inhoud van Artikel 10 Dienstverlening
Plan: Hollum 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0060.020203-VA01

Artikel 10 Dienstverlening

 

 

10. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Dienstverlening’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    gebouwen ten behoeve van dienstverlenende bedrijven, waaronder een VVV-kantoor;

b.    detailhandel ter plaatse van de aanduiding “detailhandel”;

met de daarbijbehorende:

c.    tuinen, erven en terreinen;

d.    groenvoorzieningen;

e.    straten en paden;

f.     parkeervoorzieningen;

g.    speelvoorzieningen;

h.    nutsvoorzieningen;

i.      sloten, bermen en beplanting;

j.      overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10. 2.    Bouwregels

10. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 10.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    de gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.    de goot- c.q. bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte in meters bedragen.

10. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 1,00 m bedragen.

10. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bouwwerken, ten behoeve van:

a.    de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het

Beschermd Dorpsgezicht;

b.    een goede woonsituatie;

c.    een goede milieusituatie;

d.    de verkeersveiligheid;

e.    de sociale veiligheid; en

f.     de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 

10. 4.    Ontheffing van de bouwregels

10. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

a.    het bepaalde in lid 10.2.1. sub a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:

-       de oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 10% van de oppervlakte van het binnen het bouwperceel gelegen gedeelte van het bouwvlak;

b.    het bepaalde in lid 10.2.2. sub b en toestaan dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt verhoogd tot ten hoogste 5,00 m.

10. 4. 2. De in lid 10.4.1. genoemde ontheffingen mogen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

a.    het straat- en bebouwingsbeeld;

b.    de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het

Beschermd Dorpsgezicht;

c.    de woonsituatie;

d.    de verkeersveiligheid;

e.    de sociale veiligheid; en

f.     de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

10. 5.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van de gronden en bouwwerken als zelfstandig horecabedrijf;

b.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van zelfstandige detailhandel.

10. 6.    Wijzigingsbevoegdheid

10. 6. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

a.    de aanduiding “karakteristiek” wordt aangebracht, indien door verbeteringswerkzaamheden een niet als karakteris­tiek aange­duid pand (weer) karakteristiek wordt;

b.    de aanduiding “karakteristiek” wordt verwijderd, indien blijkt dat een karakteristieke hoofdvorm niet te handhaven is in relatie tot de functie die het pand moet vervullen.