direct naar inhoud van Artikel 28: Sport - Sportvelden
Plan: Bûtengebiet Dongeradeel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0058.BPBG2012-VA01

Artikel 28: Sport - Sportvelden

28.1. Bestemmingsomschrijving

De voor "Sport - Sportvelden" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvelden, waarbij een goede landschappelijke inpassing wordt nagestreefd;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. nutsvoorzieningen;
  • c. wegen en paden;
  • d. water;

met de daarbijbehorende:

  • e. gebouwen en overkappingen al dan niet ten behoeve van een kantine;
  • f. terreinen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder lichtmasten en ballenvangers.
28.2. Bouwregels
28.2.1. Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van de ter plaatse functionerende sportvelden worden gebouwd;
  • b. de gebouwen en overkappingen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 8,00 m bedragen;
  • d. de dakhelling van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 60° bedragen.
28.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten en ballenvangers zal ten hoogste 15,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 8,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
28.3. Afwijken van de bouwregels
28.3.1. Bouwen buiten bouwvlak

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.2.1 onder b in die zin dat gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen ten hoogste de oppervlakte van het op de verbeelding aangeduide bouwvlak bedraagt;
  • b. er ten behoeve van een zorgvuldige inpassing, een inpassingsplan wordt opgesteld overeenkomstig de richtlijnen opgenomen in Bijlage 4;
  • c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
28.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden, anders dan in de vorm van een kantine ten behoeve van de ter plaatse aanwezige sportvelden.

28.5. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
28.5.1. Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het graven en dempen van sloten;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het ontgronden, egaliseren en/of afgraven van gronden;
  • d. het aanplanten, kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas.
28.5.2. Uitzondering

Het bepaalde in lid 28.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
28.5.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke inpassing van de voorzieningen.