direct naar inhoud van Artikel 23: Recreatie - Verblijfsrecreatie 1
Plan: Bûtengebiet Dongeradeel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0058.BPBG2012-VA01

Artikel 23: Recreatie - Verblijfsrecreatie 1

23.1. Bestemmingsomschrijving

De voor "Recreatie - Verblijfsrecreatie 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatiewoningen met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. nutsvoorzieningen;
  • c. wegen en paden;
  • d. water;

met de daarbijbehorende:

  • e. bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep dan wel een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
  • f. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen;
  • g. erven, tuinen en terreinen;
  • h. sport- en speelterreinen;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
23.2. Bouwregels
23.2.1. Recreatiewoningen met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen

Voor het bouwen van recreatiewoningen met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. het aantal recreatiewoningen zal ten hoogste 11 bedragen;
  • b. een recreatiewoning zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. de oppervlakte van een recreatiewoning inclusief de daarbijbehorende aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen zal ten hoogste 70 m² bedragen;
  • d. de goothoogte van een recreatiewoning met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • e. de dakhelling van een recreatiewoning zal ten minste 30° bedragen.
  • f. de dakhelling van een recreatiewoning met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen zal ten hoogste 60° bedragen.
23.2.2. Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. er zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • b. de afstand van een bedrijfswoning ten opzichte van de weg zal ten minste de bestaande afstand bedragen;
  • c. de oppervlakte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 150 m² bedragen;
  • d. de goothoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • e. de dakhelling van een bedrijfswoning zal ten minste 30° en ten hoogste 60° bedragen.
23.2.3. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van de in lid 23.1 onder f genoemde aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. de aan- en uitbouwen, de bijgebouwen en de overkappingen dienen ten minste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan te worden gebouwd, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt of een bestaande aan- of uitbouw, een bestaand bijgebouw of een bestaande overkapping vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) is gebouwd, in welk geval de in het verleden toegelaten bestaande situering geldt;
  • b. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen ten minste 1,00 m vanaf de zijdelingse perceelgrens dan wel in de zijdelingse perceelgrens te worden gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen per bedrijfswoning mag ten hoogste 50 m² bedragen;
  • d. de goothoogte van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 6,50 m, indien in de zijdelingse perceelgrens wordt gebouwd;
    • 2. de hoogte van een punt in een denkbeeldige lijn van 45°, getrokken vanuit een punt op 3,00 hoogte op de zijdelingse perceelgrens;
      met dien verstande dat de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping ten minste 1,00 m lager is dan de bedrijfswoning.
23.2.4. Overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. er zullen geen windturbines en paardrijbakken worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 8,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van vrijstaande reclameobjecten, geen vlaggenmasten zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
23.3. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen, met uitzondering van de bedrijfswoning, voor permanente bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;
  • c. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen bij de bedrijfswoning, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    • 1. het beroep of bedrijf niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van de bedrijfswoning, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 2. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte in de bedrijfswoning meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning;
    • 3. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 50 m² bedraagt;
    • 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
    • 5. detailhandel en opslag plaatsvindt anders dan kleinschalige opslag en uitstalling van eigen producten vanuit een verplaatsbaar/verrijdbaar stalletje van ten hoogste 2,00 m²;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning.