direct naar inhoud van Artikel 37 Algemene aanduidingsregels
Plan: Dokkum Bûten de Bolwurken
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0058.081005-VA01

Artikel 37 Algemene aanduidingsregels

 

37. 1.    Geluidszone - industrie

37. 1. 1. Ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - industrie’ geldt voor het bouwen van gebouwen de volgende regel:

-       een op grond van de daar voorkomende bestemmingen toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welke aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelig object, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.

37. 1. 2. Ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - industrie’ wordt als strijdig gebruik, in ieder geval gerekend:

-       het gebruik van niet-geluidsgevoelige objecten als geluidsgevoelig object.

37. 2.    Vrijwaringszone - molenbiotoop

37. 2. 1. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘vrijwaringszone - molenbiotoop’ zijn de gronden, naast de nadere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de windvang van de molen.

37. 2. 2. In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen gelden ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone- molenbiotoop’ dat niet hoger gebouwd mag worden dan:

a.    binnen een afstand van 100 m van de molen: de bouwhoogte die gelijk is aan de bouwhoogte van de onderste punt van de verticale wiek van de molen;

b.    binnen een afstand van 100 m tot 400 m van de molen: de bouwhoogte genoemd onder a vermeerderd met 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen. Bij uitzondering kan van het bepaalde onder a en b worden afgeweken, wanneer de invloed daarvan op de windvang beperkt.

37. 2. 3. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen

-       van het bepaalde in artikel 37 lid 37.2.2 sub a en toestaan dat ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone - molenbiotoop’ de in de bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwenzijnde, worden gebouwd, mits:

-       vooraf advies wordt ingewonnen van de beheerder van de molen.

37. 2. 4. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

a.    het ophogen van gronden hoger dan de op grond van de in artikel 37 lid 37.2.2 maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken;

b.    het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande beplanting hoger dan de op grond van de in artikel 37 lid 37.2.2 maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken;

c.    het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties en apparatuur hoger dan de op grond van de in artikel 37 lid 37.2.2 maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken.

37. 2. 5. Het in artikel 37 lid 37.2.4 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan met een daarvoor benodigde vergunning.

37. 2. 6. De in artikel 37 lid 37.2.4 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het huidige en/of het toekomstig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering en/of de waarde van de molen als landschapselement, dan wel dat door het stellen van voorwaarden hieraan voldoende tegemoet gekomen kan worden. Voorafgaand moet advies worden ingewonnen bij de beheerder van de molen.

37. 3.    Veiligheidszone - externe veiligheid

37. 3. 1. In afwijking van het bepaalde bij de voorkomende bestemming mogen ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - externe veiligheid’ geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.

37. 3. 2. Ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - externe veiligheid’ wordt als strijdig gebruik in ieder geval gerekend:

-       het gebruik van de gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object.

37. 3. 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 37.3.1. en toestaan dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits:

-       hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

37. 3. 4. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 37.3.2. en toestaan dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt als beperkt kwetsbaar object, mits:

-       hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

37. 3. 5. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

a.    de gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone - externe veiligheid’ wordt verwijderd, mits de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd;

b.    de gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone - externe veiligheid’ voor een risicovolle inrichting wordt gewijzigd (verkleind), mits:

1.    voor de risicovolle inrichting een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer is verleend of gewijzigd;

2.    de ligging van de zone is afgestemd op de met deze vergunning corresponderende veiligheidsafstand ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen;

3.    zich binnen de gewijzigde zone geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten bevinden.