Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kernen Briltil en Zuidhorn
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0056.BPZH11BEHE1-VA01

Artikel 34 Algemene wijzigingsregels

34.1 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen, al dan niet in combinatie met:
  • het vernieuwen, veranderen, vervangen en uitbreiden van bestaande bouwwerken;
  • de nieuwbouw van bouwwerken;
  • het toevoegen van woningen aan de bestaande woningvoorraad;
het bestemmingsplan wijzigen in de zin dat:
  1. de bestemmingen ‘Wonen - 1’, ‘Wonen – 2’, ‘Wonen – 3’ en Wonen – 4’ onderling worden gewijzigd;
  2. de bestemmingen, ‘Wonen – 1’, ‘Wonen – 2’, ‘Wonen – 3’ en ‘Wonen – 4’ worden gewijzigd in ‘Wonen – Woongebouw’;
  3. de bestemmingen ‘Agrarisch’, ‘Bedrijf’, ‘Detailhandel’, ‘Dienstverlening’, ‘Horeca’, ‘Groen’, ‘Maatschappelijk’ en ‘Verkeer’ worden gewijzigd in de bestemming ‘Wonen - 1’, ‘Wonen – 2’, ‘Wonen – 3’, Wonen – 4’, ‘Wonen – Woongebouw’, ‘Dienstverlening’, ‘Maatschappelijk’, ‘Groen’ en/of ‘Tuin’;
  4. de situering en/of de vorm van aangegeven bestemmingsvlakken en bouwvlakken worden gewijzigd;
  5. gehanteerde aanduidingen en/of maatvoeringen worden verwijderd en/of worden toegevoegd.
34.2 Voorwaarden
Bij gebruikmaking van een wijzigingsbevoegdheid als bedoeld onder lid 34.1, sub a t/m e, gelden de volgende voorwaarden:
  1. ter plaatse van de dubbelbestemmingen ‘Waarde – Beschermd dorpsgezicht’ en 'Waarde - Cultuurhistorie' mag het bestemmingsplan niet worden gewijzigd;
  2. een wijziging als bedoeld in lid 34.1, sub c kan alleen worden toegepast indien de betreffende functie ter plaatse is beëindigd;
  3. een wijziging van het bestemmingsplan mag er niet toe leiden dat onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige kwaliteit van de directe en wijdere omgeving, waarbij met name rekening wordt gehouden met de structuur en het karakter van de omgeving en de oppervlakte, de ligging en de afmetingen van de gebouwen op de aangrenzende bouwpercelen;
  4. na wijziging zijn de bouwregels van de gewijzigde bestemming overeenkomstig van toepassing, zij het dat waar in de regels geen maximale goot- en bouwhoogte worden genoemd deze hoogtes niet meer dan 11,00 meter mogen bedragen;
  5. toevoegingen aan de woningvoorraad moeten in overeenstemming zijn met het, op moment van wijziging, vigerende gemeentelijke en provinciale woningbouwbeleid;
  6. per wijzigingsplan mogen nooit meer dan 10 woningen aan de woningvoorraad worden toegevoegd;
  7. het bestemmingsplan kan alleen worden gewijzigd indien voldoende parkeergelegenheid in de directe omgeving aanwezig is dan wel gerealiseerd wordt;
  8. gevoelige bestemmingen mogen niet binnen 50,00 meter van een provinciale weg worden gerealiseerd;
  9. de geluidsbelasting op gevels van geluidsgevoelige objecten/gebouwen mag niet hoger zijn dan de geldende voorkeursgrenswaarde of vastgestelde hogere grenswaarde;
  10. er mogen geen gebouwen worden opgericht en/of het gebruik van bestaande gebouwen mag niet worden gewijzigd in de zin dat objecten voor langdurig verblijf van groepen verminderd zelfredzame personen ontstaan binnen de als 'veiligheidzone - leiding' en 'veiligheidzone - vervoer gevaarlijke stoffen' aangeduide gronden;
  11. de richtafstanden voor milieubelastende activiteiten, zoals weergegeven in bijlage 1, moeten in acht worden genomen, waarbij wordt opgemerkt dat eventuele afwijkingen moeten worden gemotiveerd;
  12. er moet worden aangetoond dat de kwaliteit van de bodem, op het moment van wijziging, geschikt is voor de voorgenomen functie;
  13. mogelijk in het geding zijnde ecologische waarden moeten worden afgewogen;
  14. indien het bestemmingsplan zodanig wordt gewijzigd dat het verharde oppervlakte met meer dan 750 m2 toeneemt dan dient vooraf overleg te worden gevoerd met het waterschap;
  15. de hoogte van reclame-uitingen in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan 6,00 meter bedragen.