Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kernen Briltil en Zuidhorn
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0056.BPZH11BEHE1-VA01
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. (water)recreatieve voorzieningen;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein', verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van standplaatsen voor kampeermiddelen en gebouwen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' de bescherming en het behoud van het grootschalig open landschap;
  4. bedrijfswoningen;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', ruimte voor opslag;
met de daarbij behorende:
  1. kantine;
  2. sanitaire voorzieningen;
  3. gebouwen ten behoeve van het onderhoud en beheer;
  4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  5. speelvoorzieningen;
  6. groenvoorzieningen;
  7. parkeervoorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
  1. gebouwen moeten binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. in afwijking van het bepaalde onder a mogen maximaal 5 gebouwen ten behoeve van het recreatief nachtverblijf buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat:
    1. deze gebouwen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' mogen worden gebouwd;
    2. de oppervlakte per gebouw niet meer mag bedragen dan 70 m2;
    3. de onderlinge afstand minimaal 15,00 meter bedraagt;
  3. de goothoogte van een gebouw is maximaal 3,50 meter;
  4. de bouwhoogte van een gebouw is maximaal 5,00 meter;
  5. indien aangeduid, gelden in afwijking van het bepaalde onder b en c, een hogere maximale goot- en bouwhoogte.
12.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen is maximaal 2,00 meter;
  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 6,00 meter.
12.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de woonsituatie;
  • de verkeersveiligheid;
  • en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
kan het bevoegd met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2.1 onder a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de oppervlakte per (buiten het bouwvlak gebouwd) gebouw niet meer bedraagt dan 25 m² en de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4,00 meter.
12.4 Specifieke gebruiksregels
  1. Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
    1. het gebruik van de gronden als opslagterrein voor zover deze gelegen zijn buiten:
      1. het bouwvlak, of;
      2. gronden ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
    2. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  2. Ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' is het verboden de volgende werkzaamheden uit te voeren:
    1. het telen van hout;
    2. het aanleggen van bos en/of boomgaarden.
12.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de woonsituatie;
  • de verkeersveiligheid;
  • en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  1. kan het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.4 onder b en toestaan dat vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
    1. het bijbehorende bouwwerk tot een bedrijfswoning behoort;
    2. een verzoek om toepassing van deze afwijkingsmogelijkheid schriftelijk wordt ingediend en uit de aanvraag de behoefte aan mantelzorg blijkt van de persoon of personen voor wie de mantelzorg is bedoeld;
    3. geen sprake is van zelfstandige bewoning;
    4. geen splitsing van eigendom van het betreffende bouwperceel plaatsvindt;
    5. verzekerd is dat na beëindiging van de mantelzorg de daarvoor aangewende oppervlakte niet als zelfstandige woning of bed-and-breakfastaccommodatie in gebruik wordt genomen.