direct naar inhoud van 3.1 Rijksbeleid
Plan: Koumelkerspaed 8 te Tersoal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPKOUMELKERSPAED8-OH01

3.1 Rijksbeleid

Het ruimtelijk beleid voor Nederland is weergegeven in de Nota Ruimte (27 februari 2006). In de Nota Ruimte wordt het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot 2020, waarbij de periode 2020-2030 geldt als doorkijk naar de lange termijn. De nota bevat, in overeenstemming met het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet, de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. De bij de nota horende uitvoeringsagenda biedt inzicht in de belangrijkste bij het beleid horende ruimtelijke investeringen en uitvoeringsacties. De Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben ingestemd met de nota op respectievelijk 17 mei 2005 en 17 januari 2006. Met de bekendmaking op 27 februari 2006 in onder andere de Staatscourant is de Nota Ruimte formeel in werking getreden.

De Nota Ruimte geeft een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid aan. Het accent is daarmee verschoven van beperkingen naar het stimuleren van ontwikkelingen. Er wordt nadruk gelegd op de 'ontwikkelingsplanologie' in plaats van de 'toelatingsplanologie'. Medeoverheden, maatschappelijke organisaties, burgers en marktpartijen worden nadrukkelijk uitgenodigd mee te denken en mee te doen om te komen tot gebiedgerichte en breed gedragen regionale en lokale visievorming en beleidsuitvoering. Beperking door het rijk wordt alleen gesteld indien een nationaal belang in het geding is. Eens per twee jaar wordt bekeken of de geboden beleidsruimte in de praktijk voldoende is.

Het kabinet streeft naar bundeling van verstedelijking en economische activiteiten. Dit betekent dat nieuwe bebouwing voor deze functies grotendeels geconcentreerd tot stand komt, dat wil zeggen in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten. De ruimte die in het bestaande stedelijke gebied aanwezig is, moet door verdichting optimaal worden gebruikt. Het streven is erop gericht dat veertig procent van het totale uitbreidingsprogramma voor woningen en arbeidsplaatsen daar tot stand komt, al hanteert het kabinet, met oog op de praktijkervaring van de laatste jaren, als achtergrond voor investeringsbeslissingen een tegenvallende productie binnen bestaand bebouwd gebied, i.c. 25% van het totale uitbreidingsprogramma.

Het plangebied valt op grond van de Nota Ruimte niet specifiek binnen een beschermd gebied. Hierdoor gelden geen beperkingen op grond van het bewaken van specifieke kernkwaliteiten zoals het Nationaal landschap, Vogel- en Habitatrichtlijngebieden en Natuurbeschermingsgebieden, etc.