direct naar inhoud van 4.9 Externe veiligheid
Plan: Aldeboarn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPAldeboarn2010-VA01

4.9 Externe veiligheid

A. Toetsingskader

Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door:

  • het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen);
  • het transport van gevaarlijke stoffen (buisleidingen, waterwegen en spoorwegen);
  • het gebruik van luchthavens.

Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beperken van de risico’s voor de burger door bovengenoemde activiteiten. Hiertoe zijn risico’s gekwantificeerd, namelijk door middel van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico

Plaatsgebonden risico (PR)

Het plaatsgebonden risico is de berekende kans per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron, aangenomen dat hij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft. Een plaatsgebonden risico van 10-6betekent dat omwonenden van bijvoorbeeld een LPG-tankstation op die plaats een kans van één op een miljoen hebben om als gevolg van een ramp te overlijden.

Groepsrisico (GR)

Dit is de kans dat een groep mensen overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Groepsrisico wordt niet uitgedrukt in een risicocontour maar in een FN-curve, waarbij het aantal slachtoffers wordt afgezet tegen de cumulatieve kans die ze als groep hebben om te overlijden. Het groepsrisico moet worden gezien als een maat voor maatschappelijke ontwrichting.

Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. Voor bestemmingsplan “Aldeboarn” zijn de volgende besluiten relevant:

1. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)

Met het Bevi zijn risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd. Het Bevi heeft tot doel zowel individuele burgers als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Om dit doel te bereiken verplicht het Bevi gemeenten en provincies bij besluitvorming in het kader van de Wet milieubeheer en de Wet op de ruimtelijke ordening afstand te houden tussen (beperkt)kwetsbare objecten en risicovolle bedrijven. Het Bevi regelt hoe gemeenten moeten omgaan met risico’s voor mensen buiten een bedrijf als gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in een bedrijf.

Afstanden die aangehouden moeten worden, worden bepaald door het plaatsgebonden risico van een risicovolle activiteit.

2. Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRNVGS)

De circulaire is van toepassing op bestemmingsplannen die liggen binnen de invloedsgebieden van transportroutes met vervoer van gevaarlijke stoffen. De circulaire is een toelichting van VROM op de nota Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen en bepaalt dat ruimtelijke plannen getoetst moeten worden aan de norm voor het plaatsgebonden risico en de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. De circulaire wordt in de toekomst vervangen door het “Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev)”, met als uitvloeisel het zogeheten Basisnet voor de beoordeling van de risico’s vanwege transport van gevaarlijke stoffen.

3. Circulaire Regels inzake de zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen (1984)

De circulaire is van toepassing op bestemmingsplannen die liggen binnen invloedsgebieden van hogedruk aardgastransportleidingen. Hierbij gelden aan weerzijden van de buisleiding zoneringafstanden, welke zijn gedefinieerd in bebouwingsafstanden en in toetsingsafstanden. Binnen de bebouwingsafstanden mag in principe niet worden gebouwd. Binnen de toetsingsafstanden geldt een verantwoording voor nieuwe bebouwing. In 2011 wordt de circulaire vervangen door het “Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb)”. Dit besluit krijgt in grote lijn dezelfde werking als het Bevi.

Verantwoordingsplicht

In het Bevi en de circulaires is de verantwoordingsplicht groepsrisico opgenomen. Deze verantwoording houdt in dat iedere wijziging met betrekking tot planologische keuzes moet worden onderbouwd en verantwoord door het bevoegd gezag. Dit geldt ook wanneer het resultaat onder de oriëntatiewaarde blijft.

De verantwoordingsplicht van het groepsrisico houdt in dat, naast de rekenkundige hoogte van het GR, tevens rekening gehouden dient te worden met een aantal kwalitatieve aspecten. Hiertoe behoren met name de aspecten ‘zelfredzaamheid’ en ‘bestrijdbaarheid’.

In het Bevi is in artikel 13 lid 3 vastgelegd dat de regionale brandweer in de gelegenheid gesteld moet worden om te adviseren. Dit advies gaat in op het groepsrisico en de mogelijke gevolgen van het bestemmingsplan wat betreft de mogelijkheden van risicovermindering en rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van de bevolking binnen het invloedsgebied van de risicobron.

B. Risicobronnen

Binnen het plangebied zijn geen risicobronnen gelegen waarvan de risicocontouren of het invloedsgebied mogelijk zijn gelegen binnen het plangebied.

Risicobronnen kunnen worden opgesplitst in:

  • inrichtingen waar risicovolle activiteiten plaatsvinden;
  • transportroutes van gevaarlijke stoffen;
  • buisleidingen.

Risicovolle inrichtingen

Binnen het plangebied zijn geen inrichtingen gelegen die onder het Bevi vallen.

Buiten het plangebied is een biogasopslag gelegen aan de Fjurlanswei 5. Het betreft hier de opslag van in totaal 1.375 m3 biogas.

Hoewel dit geen Bevi inrichting is, geldt er wel een PR 10-6 risicoafstand van 44 meter en een effectafstand 1% letaal van 100 meter.

Het plangebied ligt op een afstand van ongeveer 800 meter van de biogasopslag, dus ver buiten het invloedsgebied van voornoemde biogasopslag.

Transporten van gevaarlijke stoffen

Transport van gevaarlijke stoffen over de weg. Door de gemeente Boarnsterhim is geen route gevaarlijke stoffen op grond van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen vastgelegd.

Via de A32 vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats.

Uitgangspunt van het landelijk geldende beleid (cRNVGS) is dat buiten de zone van 200 meter rond een weg geen ruimtelijke beperkingen zijn. Derhalve is de zone van 200 meter aangehouden als invloedsgebied.

Het dichtstbijzijnde punt van het plangebied is op een afstand van ongeveer 2.100 meter van de A32 gelegen, het invloedsgebied van de A32 valt daardoor in zijn geheel buiten het plangebied.

Transport van gevaarlijke stoffen over het spoor

Het spoor bevindt zich ongeveer 2300 meter verwijderd van het plangebied.

Over de spoorlijn Leeuwarden-Meppel vindt in principe geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Wel kan er zeer incidenteel transport plaatsvinden in geval er geen transporten van gevaarlijke stoffen kunnen plaatsvinden over het traject Groningen - Meppel.

Er dient in het kader van rampenbestrijding rekening gehouden te worden dat transport van gevaarlijke stoffen over het spoor zou kunnen plaatsvinden. Het invloedsgebied (1% letaal) zou in theorie voor bepaalde stoffen maximaal 3 km kunnen bedragen.

Transport van gevaarlijke stoffen over het water

Over het water dat langs en door het bestemmingsplan loopt vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats.

Luchthavens

Luchthavens zijn in onderhavig bestemmingsplan niet van toepassing.

Buisleidingen

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPAldeboarn2010-VA01_0005.jpg"

Ten noorden van het plangebied lopen ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen. Tevens is er een aardgascompressorstation ten noorden van het plangebied gesitueerd.

De PR 10-6 contouren van bovenvernoemde aardgastransportleidingen en het aardgascompressorstation lopen niet over het plangebied, zie bovenstaande uitsnede van de professionele risicokaart.

De invloedsgebieden (1%letaal) van voornoemde aardgastransportleidingen bedragen tussen de 430 en 575 meter en lopen gedeeltelijk over de noordelijke punt van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPAldeboarn2010-VA01_0006.jpg"

Binnen dit invloedsgebied liggen ongeveer 75 woningen. Uitgaande van een gemiddelde bezettingsgraad van 2,4 personen per woning komt dit neer op 180 personen.

Bij een conserverend bestemmingsplan berekent Gasunie geen groepsrisico.

Omdat het rekenprogramma Carola nog niet ter beschikking is gesteld aan de bevoegde gezagen is momenteel geen mogelijkheid aanwezig om het groepsrisico te berekenen.

Voornoemd rekenprogramma wordt naar verwachting in mei 2010 ter beschikking gesteld. Voor het definitieve bestemmingsplan kan dan een volledige verantwoording van het groepsrisico opgesteld worden.

Binnen het invloedsgebied zijn een beperkt aantal mensen, ongeveer 180 personen, aanwezig. Hierdoor zal het groepsrisico zich naar verwachting onder de oriëntatiewaarde bevinden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPAldeboarn2010-VA01_0007.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPAldeboarn2010-VA01_0008.jpg"

C. Advies Regionale Brandweer

B&W van de gemeente Boarnsterhim dient, ingevolge artikel 13 lid 3 van het Bevi, de regionale brandweer te verzoeken advies uit te brengen omtrent de externe veiligheid in relatie tot het bestemmingsplan “Boarnsterhim”.

D. Conclusie

Binnen het plangebied zijn geen 10-6 contouren voor het plaatsgebonden risico aanwezig. Nieuwe risicobronnen zijn uitgesloten binnen het plangebied.

De transportroutes voor gevaarlijke stoffen over de weg zijn dusdanig ver verwijderd van het plangebied dat deze niet van invloed zijn.

Over de spoorlijn Leeuwarden-Meppel vindt in principe geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Er dient in het kader van rampenbestrijding wel rekening gehouden te worden dat transport van gevaarlijke stoffen over het spoor zou kunnen plaatsvinden.

Het invloedsgebied van een 47 inch aardgastransportleiding met een maximale werkdruk van 80 bar is bepalend voor een invloedsgebied (1% letaal) van 575 meter.

Voornoemd invloedsgebied loopt voor een klein gedeelte over de noordelijke punt van het plangebied. Het GR blijft naar verwachting beneden de oriëntatiewaarde.

E. Advies

Geadviseerd wordt de invloedsgebieden van de gasbuisleidingen op de plankaart vast te leggen.

Gemeentelijke reactie op advies:

Voorliggend bestemmingsplan betreft een grotendeels consoliderend plan, het is in beginsel gericht op het regelen van de bestaande functies in het plangebied. Binnen het invloedsgebied zijn geen nieuwe ontwikkelingen gepland en deze worden ook met dit bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt. Om deze reden is de invloedszone van het groepsrisico niet op de plankaart gezet; dit gaat ten koste van de overzichtelijkheid van de plankaart. Indien in betreffende gebied in de toekomst nieuwe ontwikkelingen zijn dient in de planvorming wél rekening te worden gehouden met het invloedsgebied van de gasbuisleidingen.