direct naar inhoud van 4.4 Ecologie
Plan: Aldeboarn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPAldeboarn2010-VA01

4.4 Ecologie

In Nederland is het rijksbeleid voor natuur vormgegeven via de Ecologische Hoofdstructuur. Het beleid van de Europese Unie (Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn), heeft echter grote invloed op dit nationale natuurbeleid. Veel Natura 2000-gebieden (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden, ook wel aangeduid als speciale beschermingszones) liggen dan ook binnen de Ecologische Hoofdstructuur.

Bij ruimtelijke planvorming moet aandacht worden besteed aan de natuurwetgeving. De op 1 oktober 2005 vastgestelde gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet vormen het belangrijkste juridische kader voor natuurbescherming in Nederland. De verplichtingen voor de bescherming van natuurgebieden zijn opgenomen in de Natuurbeschermingswet 1998 en de bescherming van plant- en diersoorten is vastgelegd in de Flora- en faunawet. Deze wetten kunnen worden gezien als een vertaling van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn (Natura 2000).

Er kan een tweedeling worden gemaakt in gebieds- en soortenbescherming.

Gebiedsbescherming

Bij iedere ruimtelijke ontwikkeling is een gemeente verplicht om te onderzoeken of het plangebied in of bij een speciale beschermingszone (sbz) als bedoeld in de Natuurbeschermingswet 1998 ligt. Hierbij wordt uitvoering gegeven aan de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. De kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten mogen niet worden aangetast.

Het dichtstbijzijnde beschermingsgebied "Deelen" (Natura 2000) ligt op een afstand van circa 2 kilometer ten zuiden van Aldeboarn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPAldeboarn2010-VA01_0003.jpg"

Deelen (geel omkaderd) ten zuiden van Aldeboarn

Dit Natura 2000-gebied bestaat uit een aanwijzing als een Vogelrichtlijngebied. Het gebied de Deelen vormt één van de weinige overgebleven restanten van een omvangrijk complex van laagveenmoerassen en petgatenlandschappen, dat in de vroegere eeuwen noordwest Overijssel en het Lage Midden van Fryslân besloeg. De petgaten in dit gebied zijn betrekkelijk jong, pas vanaf het begin van de 20e eeuw is er in De Deelen met vervenen begonnen. De sporen van afgraving zijn nog duidelijk zichtbaar. De petgaten worden van elkaar gescheiden door smalle ribben (landstroken waar het veen op te drogen werd gelegd). Op deze ribben groeien nu riet, elzen en wilgen. Volgens de toelichting van het aanwijzingsbesluit van 1992 heeft zich in De Deelen een rijke broedvogelpopulatie gevestigd waaronder zeldzame soorten. Verder is het gebied van belang als voedsel-, rust en ruigebied voor ganzen, watervogels en steltlopers. Het gebied is ook aangewezen als Wetland.

Op grotere afstand liggen respectievelijk ten westen, noorden en oosten van Aldeboarn de Natura-2000-gebieden 'Sneekermeergebied', "Alde Feanen" en 'Van Oordt's Mersken". Aangezien er geen ontwikkelingen in het bestemmingsplan zijn meegenomen hoeft een natuurtoets niet plaats te vinden.

Soortenbescherming

Sinds 1 april 2002 regelt de "Flora- en faunawet" de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. Deze wet heeft tot doel om beschermde flora- en faunasoorten te beschermen. Ruimtelijke ontwikkelingen kunnen tot gevolg hebben dat beschermde soorten in het geding komen. Indien dergelijke soorten aanwezig zijn en door de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling bedreigd worden, moet een ontheffing aangevraagd worden.

Gelet op het feit dat het bestemmingsplan in hoofdzaak consoliderend van aard is hoeft in het kader van dit bestemmingsplan geen nader onderzoek plaats te vinden. Indien er wordt gebouwd of een andere activiteit plaatsvindt binnen de regeling van het bestemmingsplan, zal echter ook rekening moeten worden gehouden met de aanwezige beschermde soorten.