direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening
Plan: Aldeboarn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPAldeboarn2010-VA01

Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Bedrijf - Nutsvoorziening ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. op het openbare net aangesloten nutsvoorzieningen, zoals transformatoren, gasvoorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
  • b. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met daarbij behorende gebouwen (niet zijnde (bedrijfs-)woningen), bouwwerken, geen gebouw zijnde, en terreinen.

6.2 Bouwregels

Op de voor' Bedrijf - Nutsvoorziening ' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

6.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen geldt dat:

  • a. een gebouw uitsluitend in een bouwvlak mag worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de op de plankaart aangegeven bouwhoogte, met dien verstande dat in de overige gevallen de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen, vóór de voorgevel van het gebouw en het verlengde daarvan dan wel indien sprake is van hoeksituaties en grenzend aan de weg of het openbaar groen, niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. in de overige situaties de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen;
  • c. voor de overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de regel in:

  • a. 6.2.2 onder a voor het verhogen van de bouwhoogte tot ten hoogste 2 m bij uitsluitend visueel open erfafscheidingen;
  • b. 6.2.2 onder b voor het verhogen van de bouwhoogte tot ten hoogste 3 m, mits de noodzaak voor afschermende en beschermende werking is aangetoond.
6.3.2 Afwegingskader

De in 6.3.1 genoemde omgevingsvergunning worden slechts verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.