direct naar inhoud van 10.2 Overleg
Plan: Ontwerp bestemmingsplan Mijnbouwlocatie Ranum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0053.BPWI2010INBR2-VA01

10.2 Overleg

De provincie Groningen heeft een reactie gegeven op een aantal onderdelen uit het voorontwerp bestemmingsplan. Onderstaand worden deze beknopt weergegeven waarna de reactie van de gemeente zal volgen. De gehele overlegreactie is als bijlage opgenomen.

Ruimtelijke en functionele karakteristiek, cultuurhistorische en landschappelijke waarden, ontwikkelingsgeschiedenis

Op grond van titel 4.2 / artikel 4.5 van de Omgevingsverordening vraagt de provincie aan gemeenten om in de plantoelichting inzicht te bieden in de ruimtelijke kwaliteit van het plan(gebied) en in hoeverre er rekening gehouden is met die waarden. De provincie is van mening dat er onvoldoende aandacht besteed is aan genoemde onderwerpen in de toelichting.

Reactie gemeente:

Bij de keuze voor een locatie hebben bovenstaande onderwerpen de nadrukkelijke aandacht van de gemeente en NAM gekregen. Naar aanleiding van de overlegreactie van de provincie is de toelichting aangepast en uitgebreid. In paragraaf 4.1 is een beschrijving gegeven van genoemde onderwerpen toegespitst naar de planlocatie.

Landschappelijke inpassing mijnbouwlocatie

De provincie is van mening dat een goede landschappelijke inpassing noodzakelijk is om "verdere verrommeling" tegen te gaan. De provincie vraagt om inpassing met een groenstructuur die past in het wierdenlandschap en passend is bij het tijdelijke karakter. De provincie vindt dat het gebied tussen de mijnbouwlocatie en de weg als groen bestemd moet worden.

Reactie gemeente:

De mijnbouwlocatie ligt aan de rand van Winsum. In deze buitenrand komen veel verschillende functies bij elkaar, industrie en bedrijvigheid, sport (voetbal & kanovereniging), woonboten en landbouwbedrijven. De locatie vormt de overgang van Winsum naar het open landschap.

Vanwege de ligging aansluitend aan het industrieterrein en sportveld wordt de groen structuur die daar aanwezig is doorgezet naar de NAM-locatie. Door het directe zicht vanaf het Winsumerdiep en de Schouwerzijlsterweg wordt de voorzijde voorzien van een brede bossage. De bossage bestaat uit bosplantsoen met een enkele boomvormer, zo ontstaat een afwisselende zoom met dichtheid vanaf de grond (bosplantsoen) en massa op hoogte door de boomvormers. Door de snelle groei zal het terrein op een termijn van 2 tot 3 jaar uit het zicht zijn. Aan de achterzijde blijft de openheid naar het landschap behouden, pluksgewijze beplanting zorgt voor een filterend effect, dit kunnen zowel boomgroepen als bosplantsoen zijn.

De beplanting wordt na een succesvolle boring geplant (tijdsbestek van boren is ongeveer 1 jaar). Mocht de locatie ongeschikt zijn voor winning dan blijft na herstel van het maaiveld de oude landschappelijke situatie in tact. Is de locatie geschikt voor winning wordt bij aanvang van de winning de beplanting aangebracht. De periode van winning neemt ongeveer 15 jaar in beslag, het effect van de beplanting is optimaal na ongeveer 3 jaar. Door deze beplanting ontstaat een geheel dat loopt tot de oprijlaan met aan weerszijden bomen naar de Wierda Heerd.

Het ontwerp bestemmingsplan is naar aanleiding van dit onderdeel van de reactie ten opzichte van het voorontwerp gewijzigd. De door de provincie aangegeven strook die een groenbestemming moet krijgen is overgenomen in het ontwerp bestemmingsplan.

Duisternis en stilte

De locatie is gelegen in een aandachtsgebied voor duisternis en stilte. Gevraagd wordt om aan te geven hoe met deze aspecten rekening gehouden wordt.

Reactie gemeente:

De provincie heeft in de omgevingsverordening (artikel 4.21) vastgelegd dat gemeenten in bestemmingsplannen moeten aangeven hoe zij rekening houden met de bescherming van duisternis en stilte. In de toelichting staat in paragraaf 4.7 beschreven hoe omgegaan gaat worden met eventuele lichtoverlast. Tijdens de boorfases zal het terrein verlicht worden waarbij uitstraling naar de omgeving geminimaliseerd zal worden door een geringe hoogte en afscherming van de lichtbron. Twee keer zal er gedurende een korte periode afgefakkeld moeten worden. De NAM zal dit zoveel mogelijk overdag uitvoeren zodat de duisternis gehandhaafd blijft. De locatie is in principe onbemand zodat, indien dit niet nodig is voor operationele activiteiten en veiligheid, de verlichting zal worden uitgeschakeld. Deze ontwikkeling houdt dan ook terdege rekening met de wens van de provincie om dit gebied duister te houden en zal het gebied niet onnodig verlichten.

Voor deze locatie is door Noordelijk Akoestisch Adviesbureau Assen een geluidonderzoek uitgevoerd. De locatie Ranum is gelegen in een gebied waarvoor de gebiedstypering “landelijke omgeving” het meest voor de hand ligt. Voor deze gebiedstypering is een richtwaarde gesteld van 40 dB(A) geluidsbelasting (etmaalwaarde van het langtijd-gemiddeld beoordelingsniveau) ter plaatse van woonbebouwing. Hieraan wordt voldaan.

De mijnbouwlocatie is bewust direct tegen het bestaande (bebouwde) gebied voorzien. Daarmee wordt voorkomen dat midden in het rustige open gebied een nieuwe geluidbron komt. Hierdoor wordt tegemoet gekomen aan de wens van de provincie om het gebied rondom Winsum 'stil' te houden.

Duurzaamheid

Gevraagd wordt om inzichtelijk te maken in hoeverre de locatie - na als boringslocatie en/of gaswinningslocatie te hebben gediend - eventueel voor andere energiedoeleinden zou kunnen worden gebruikt (bv. geothermie of koude-warmte opslag).

Reactie gemeente:

Geothermie is het gebruik van warmte uit de diepte van de aarde voor het verwarmen van bijvoorbeeld huizen of kassen. Bij aardwarmte wordt daarbij warm water uit de watervoerende lagen in de diepere ondergrond op circa 2.000 tot 3.000 meter diepte gehaald. Bij Warmte Koude Opslag (WKO) wordt meer gebruik gemaakt van de ondiepere waterlagen op ca. 50 meter diepte, waarbij warmte en koude wordt opgeslagen in de waterlaag. Hoewel het technisch gezien wellicht niet onmogelijk is om een gasproductie put (gedeeltelijk) voor genoemde aspecten te gebruiken, moet onderhavige gasproductieput nog geboord worden en het aardgas gewonnen worden. Derhalve is het (te) prematuur om daarover nu reeds uitspraken te doen.

Externe veiligheid

In de verantwoording van het groepsrisico (vanwege o.a. het naastliggende voetbalveld) mist de provincie aandacht voor aspecten als zelfredzaamheid, vluchtwegen en bestrijding. De provincie wil dat advies gevraagd wordt van de brandweer omdat mijnbouwinrichtingen onder het Bevi komen te vallen.

Reactie gemeente:

In paragraaf 4.10 van de toelichting is uitvoerig ingegaan op bovenstaande. Verwezen wordt naar de betreffende passage. Het ontwerp bestemmingsplan zal worden toegestuurd aan de brandweer en het regionaal steunpunt externe veiligheid voor een reactie. De adviezen die binnenkomen zullen in overleg worden opgevolgd.