direct naar inhoud van Artikel 37 Wonen - Woongebouw
Plan: Winsum Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0053.BPWI2010BEHE1-VA01

Artikel 37 Wonen - Woongebouw

 

37. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen - Woongebouw’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    woongebouwen;

met daaraan ondergeschikt:

b.    groenvoorzieningen;

c.    speelvoorzieningen;

d.    nutsvoorzieningen;

e.    paden;

f.     water;

met de daarbijbehorende:

g.    garageboxen, ter plaatse van de aanduiding “garage”;

h.    parkeervoorzieningen;

i.      tuinen, erven en terreinen;

j.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

37. 2.    Bouwregels

37. 2. 1. Voor het bouwen van woongebouwen gelden de volgende regels:

a.    een woongebouw wordt binnen een bouwvlak gebouwd;

b.    de goot- en bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte bedragen.

37. 2. 2. Voor het bouwen van garageboxen gelden de volgende regels:

a.    een garagebox mag uitsluitend worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding “garage”;

b.    de oppervlakte van een garagebox zal ten hoogste 20 m² bedragen;

c.    de bouwhoogte van een garagebox zal ten hoogste 3,50 m bedragen.

37. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 

37. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

37. 4.    Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in lid 37.2.1. sub a en toestaan dat (woon)gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:

1.    de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gebouwde gedeelte van de (woon)gebouwen ten hoogste 15% van de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt;

2.    de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.