direct naar inhoud van Artikel 35 Wonen - Beschermd dorpsgezicht
Plan: Winsum Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0053.BPWI2010BEHE1-VA01

Artikel 35 Wonen - Beschermd dorpsgezicht

 

35. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen - Beschermd dorpsgezicht’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep en/of bedrijf;

b.    aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;

met daaraan ondergeschikt:

c.    groenvoorzieningen;

d.    speelvoorzieningen;

e.    paden;

f.     water;

met de daarbijbehorende:

g.    tuinen en erven;

h.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

35. 2.    Bouwregels

35. 2. 1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

a.    als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;

b.    een hoofdgebouw wordt binnen een bouwvlak gebouwd;

c.    ter plaatse van de aanduiding “gevellijn”, wordt (worden) één (of meer) gevel(s) in de gevellijn gebouwd;

d.    de maatvoering van een gebouw dient te voldoen aan de in artikel 41 opgenomen bouwschema gestelde eisen zoals opgenomen in de dubbelbestemming ‘Waarde - Beschermd dorpsgezicht’.

35. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

a.    indien aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet voor de voorgevel van het hoofdgebouw kunnen worden gebouwd, worden aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan gebouwd;

b.    de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 1,00 m vanaf de zijdelingse perceelsgrens dan wel op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd;

c.    de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw zal ten hoogste 50 m² bedragen, met dien verstande dat:

-       de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, voorzover gelegen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw, zal bedragen;

d.    de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of overkapping zal ten hoogste 3,50 m bedragen;

e.    de goothoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 3,50 m bedragen;

f.     de bouwhoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 5,50 m bedragen.

35. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

35. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, van, een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

35. 4.    Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

a.    het bepaalde in lid 35.2.1 sub c en toestaan dat een hoofdgebouw achter de gevellijn wordt gebouwd, mits:

-       hierdoor geen onevenredige verstoring optreedt in de gevel­­wand waarin de betreffende gevel zich bevindt;

b.    het bepaalde in lid 35.2.2. sub d en toestaan dat de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping wordt vergroot tot ten hoogste 6,00 m, mits:

-       de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw.

35. 5.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning en verblijfsrecreatie;

b.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep en/of bedrijf, zodanig dat:

1.    de bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf meer bedraagt dan één derde deel van de oppervlakte van de gebouwen op een bouwperceel, met een maximum oppervlakte van 50 m²;

2.    de woonfunctie onevenredig wordt aangetast;

3.    degene die de activiteiten in de woning uitvoert, geen bewoner van de woning is;

4.    er detailhandel plaatsvindt die geen verband houdt met het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;

5.    de activiteiten qua aard, omvang en uitstraling niet passen in een woonomgeving;

6.    de activiteiten meldingsplichtig of vergunningsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer;

7.    de verkeers- en parkeerdruk in de naaste omgeving onevenredig toeneemt.