direct naar inhoud van Artikel 45 Algemene aanduidingsregels
Plan: Winsum Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0053.BPWI2010BEHE1-VA01

Artikel 45 Algemene aanduidingsregels

 

veiligheidszone - lpg

45. 1.    Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de voorkomende bestemming mogen op/in deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.

45. 2.    Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 45.1. en toestaan dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits:

-       hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

45. 3.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

-       het gebruik van de gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object.

45. 4.    Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 45.3. en toestaan dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt als beperkt kwetsbaar object, mits:

-       hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

45. 5.    Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

a.    de gebiedsaanduiding “veiligheidszone - lpg” wordt verwijderd, mits de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd;

b.    de gebiedsaanduiding “veiligheidszone - lpg” voor een risicovolle inrichting wordt gewijzigd (verkleind), mits:

1.    voor de risicovolle inrichting een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer is verleend of gewijzigd;

2.    de ligging van de zone is afgestemd op de met deze vergunning corresponderende veiligheidsafstand ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

3.    zich binnen de gewijzigde zone geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten bevinden.

 

vrijwaringszone - molenbiotoop

45. 6.    Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen gelden ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - molenbiotoop” dat niet hoger mag worden gebouwd dan:

a.    binnen een afstand van 100 m van de molen: de bouwhoogte die gelijk is aan de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen;

b.    binnen een afstand van 100 m tot 400 m van de molen: de bouwhoogte genoemd onder a vermeerderd met 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen.

Deze regels gelden niet voor bestaande bebouwing.

45. 7.    Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in lid 45.6. onder a en toestaan dat ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - molenbiotoop” de in de bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:

-       vooraf advies wordt ingewonnen van de beheerder van de molen.

45. 8.    Aanlegvergunning

45. 8. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

a.    het ophogen van gronden hoger dan de op grond van de in lid 45.6. maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken;

b.    het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande beplanting hoger dan de op grond van de in lid 45.6. maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken;

c.    het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties en apparatuur hoger dan de op grond van de in lid 45.6. maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken.

45. 8. 2. Het in lid 45.8.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan met een daarvoor benodigde vergunning.

45. 8. 3. De in lid 45.8.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het huidige en/of het toekomstig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering en/of de waarde van de molen als landschapselement, dan wel dat door het stellen van voorwaarden hieraan voldoende tegemoet gekomen kan worden. Voorafgaand moet advies worden ingewonnen bij de beheerder van de molen.