direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Garnwerd - Hunzeweg 5 (bouw woning)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0053.BPGA2011INBR2-VA02

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep en/of bedrijf;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;

en mede bestemd voor:

  • c. het behoud, en zo mogelijk de versterking van de karakteristieke waarden van het beschermd dorpsgezicht;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. groenvoorzieningen;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. paden;
  • g. water;
    met de daarbijbehorende:
  • h. tuinen en erven;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw wordt binnen een bouwvlak gebouwd;
  • c. de voorgevel van een hoofdgebouw zal in de gevellijn worden gebouwd;
  • d. een hoofdgebouw zal vrijstaand worden gebouwd;
  • e. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 7,50 m bedragen;
  • g. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten minste 40° bedragen;
  • h. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten hoogste 60° bedragen;
  • i. de nokrichting van een hoofdgebouw zal overwegend haaks op de doorgaande weg gericht zijn.

4.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan gebouwd;
  • b. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 1,00 m vanaf de zijdelingse perceelgrens dan wel op de zijdelingse perceelgrens gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw zal ten hoogste 80 m² bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of overkapping zal ten hoogste 8,00 m bedragen;
  • e. de goothoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 5,50 m bedragen.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

4.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.2.1 sub b in die zin dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
    • 1. de horizontale diepte van het gedeelte van het hoofdgebouw dat buiten het bouwvlak wordt gebouwd, ten hoogste 3,00 m zal bedragen;
  • b. het bepaalde in lid 4.2.1 sub d in die zin dat de goothoogte van een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 4,50 m;
  • c. het bepaalde in lid 4.2.2 sub d in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 100 m², mits:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, voorzover gelegen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw, zal bedragen;
  • d. het bepaalde in lid 4.2.2 sub g in die zin dat de bouwhoogte van een bijgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 6,00 m, mits:
    • 1. de bouwhoogte van een bijgebouw lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning en verblijfsrecreatie;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep en/of bedrijf, zodanig dat:
    • 1. de bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf meer bedraagt dan één derde deel van de oppervlakte van de gebouwen op een bouwperceel, met een maximum oppervlakte van 50 m²;
    • 2. de woonfunctie onevenredig wordt aangetast;
    • 3. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, geen bewoner van de woning is;
    • 4. er detailhandel plaatsvindt die geen verband houdt met het aan-huis-verbonden beroep en/of bedrijf;
    • 5. de activiteiten qua aard, omvang en uitstraling niet passen in een woonomgeving;
    • 6. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer;
    • 7. de verkeers- en parkeerdruk in de naaste omgeving onevenredig toeneemt.

4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.6.1 Vergunningsplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het ontgronden, afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • b. het aanbrengen of verwijderen van boom- en struikbeplanting buiten bouwvlakken;
  • c. het buiten bouwvlakken aanleggen of verharen van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 100 m².

4.6.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 4.6.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:

  • het normale onderhoud betreffen.

4.6.3 Voorwaarden

De in lid 4.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het dorpskarakteristiek van Garnwerd, zoals omschreven in hoofdstuk 3 van de plantoelichting.