direct naar inhoud van 4.5 Externe veiligheid
vastgesteld
NL.IMRO.0051.BVJRE13SKARSTERLAN-VA01

4.5 Externe veiligheid

Op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de daarop gebaseerde Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) gelden bepaalde normeringsafstanden tussen risicovolle en risicogevoelige functies. Daarbij wordt er onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. In het Bevi wordt aangegeven hoe met het plaatsgebonden risico en het groepsgebonden risico moet worden omgegaan. De risicovolle inrichtingen zijn op de risicokaart van de provincie Fryslân weergegeven.

Een groot aantal buisleidingen met hun invloedsgebied liggen (deels) in het verordeningsgebied. De invloedsgebied van de buisleidingen variëren afhankelijk van de werkdruk en diameter van de leidingen. Bij alle de aardgastransportleidingen is gebleken dat er geen kwetsbare objecten (woningen) binnen de PR contouren aanwezig zijn. Ook is bij alle hogedruk aardgastransportleidingen gebleken dat het GR zeer laag, dan wel niet aanwezig is. In het verordeningsgebied worden geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toegestaan en kunnen bestaande kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten niet worden uitgebreid richting de leiding. Hierdoor kunnen geen wijzigingen plaatsvinden in verband met het PR en het GR. De leidingen zelf (en de bijbehorende tracés) zijn al geregeld in de bijlage bij de regels van deze verordening.

De rijkswegen A6, A7 en A32 liggen (gedeeltelijk) binnen het verordeningsgebied. Hierop is de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen 2010 (cRNVGS 2010) van toepassing. Betreffende circulaire is een voorloper van de in de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen aangekondigde wettelijke verankering van het beleid, in het toekomstige Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev, dit wordt vanaf 2013 verwacht). De PR-contouren van de rijkswegen liggen op het wegvak zelf en leggen hiermee geen planologische beperkingen op aan de omgeving. Ook hebben de wegen geen Plasbrandaandachtsgebied (PAG). Wel dient bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen binnen 200 meter van de weg aandacht te worden geschonken aan het groepsrisico. Het GR is zeer laag, danwel niet aanwezig. Bovendien maakt de beheersverordening geen ontwikkelingen mogelijk die het groepsrisico kunnen vergroten. De transportroutes vormen dan ook geen belemmering voor de risicogevoelige functies in het verordeningsgebied.

Over de spoorlijn Wolvega - Leeuwarden en over het Prinses Margrietkanaal worden gevaarlijke stoffen getransporteerd. De spoorweg in het plangebied komt niet voor in het Basisnet spoor. Langs het Prinses Margrietkanaal ligt de PR-contour op het water en geldt een PAG van 25 meter langs het water, gerekend vanaf de waterlijn. De beheersverordening is echter conserverend van aard, waardoor de oprichting van nieuwe kwetsbare objecten niet mogelijk is. De spoorlijn en het kanaal brengen geen ruimtelijke beperkingen met zich mee.

In of nabij het verordeningsgebied zijn in Joure, Langweer en Oudehaske geen risicovolle inrichtingen aanwezig. In het buitengebied is sprake van twee LPG-stations aan de A7. Deze inrichtingen vallen onder het Bevi. Voor de LPG-stations geldt een PR 10-6-contour van 35 meter rondom het vulpunt, 25 meter rondom de tank en 15 meter rondom de afleverzuil. Binnen deze zones komen geen kwetsbare functies voor. Voor het groepsrisico geldt in beide situaties een invloedsgebied van 150 meter. Binnen het invloedsgebied worden geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt, een uitgebreide verantwoording van het GR is niet aan de orde is.


Externe veiligheid is derhalve geen belemmering voor het verordeningsgebied.