direct naar inhoud van 4.3 Planmer-plicht
vastgesteld
NL.IMRO.0051.BVJRE13SKARSTERLAN-VA01

4.3 Planmer-plicht

Op basis van de Wet milieubeheer kan een beheersverordening mer-plichtig zijn. Een milieueffectrapportage (m.e.r.) levert de informatie die nodig is om het milieubelang volwaardig mee te wegen bij de besluitvorming over plannen en projecten met aanzienlijke milieugevolgen. De rapportage vermeldt de milieugevolgen van een plan of project en de mogelijke (milieuvriendelijkere) alternatieven. Dit plan is zo ingericht dat er geen sprake is van planmer-plicht.

Er is sprake van planmer-plicht indien het volgende aan de orde is:

  • 1. Indien een bestemmingsplan of een beheersverordening activiteiten of ontwikkelingen mogelijk maakt waarmee drempelwaarden uit het Besluit m.e.r. kunnen worden overschreden, is het noodzakelijk dat het bestemmingsplan wordt begeleid door een planmer.
  • 2. Tevens geldt dat wanneer een bestemmingsplan of een beheersverordening activiteiten mogelijk maakt of daarvoor het kader biedt en het aannemelijk is dat een passende beoordeling op grond van de Natuurbeschermingswet dient te worden uitgevoerd het bestemmingsplan “planmer-plichtig” is.

In de onderhavige beheersverordening worden bestaande activiteiten gecontinueerd, waardoor er geen noodzaak is tot het uitvoeren van een passende beoordeling. Laatstgenoemd punt heeft vooral betrekking op uitbreidingsmogelijkheden voor agrarische bedrijven. Daarbij speelt de vraag of er sprake is van effecten van agrarische bedrijven buiten Natura 2000-gebieden op Natura 2000-gebieden in de omgeving.

De beheersverordening biedt in principe ruimte voor de verdere ontwikkeling van de bestaande agrarische bedrijven, omdat op bestaande bouwpercelen de ontwikkelingsmogelijkheden nog niet (volledig) zijn benut. Het is mogelijk dat de ontwikkeling van deze bedrijven leidt tot een verhoging van de stikstofdepositie per bedrijf op voor verzuring gevoelig gebied. De borging van de maximale uitstoot van stikstof vindt per individueel bedrijf weliswaar via de milieuwetgeving plaats, maar kan wel leiden tot een toename. De Natuurbeschermingswet verbiedt significant negatieve effecten op Natura 2000-gebied ook al zijn deze effecten gevolg van activiteiten die buiten het Natura 2000-gebied plaatsvinden.

Een hogere stikstofdepositie kan leiden tot significant negatieve effecten. Ammoniak uit veehouderijbedrijven is één van de belangrijkste bronnen voor de neerslag van stikstof. De depositie van stikstof kan als hoofdoorzaak voor de verzuring van habitatgebieden worden aangewezen.

Geredeneerd vanuit de geldende planologische rechten kan vooralsnog worden gesteld dat de beperkte uitbreidingsruimte die de verordening biedt niet leidt tot een toename van de totale ammoniakdepositie. In de praktijk blijkt dat een groot aantal agrarische bedrijven die weliswaar nog als zodanig bestemd zijn, in de loop der jaren zijn verdwenen. In het kader van het nieuwe bestemmingsplan, dat momenteel al in procedure is, zal voorafgaand aan de formele tervisielegging van het ontwerp, een planmer worden uitgevoerd die concreet inzicht geeft in de situatie. In de termijn waarin de verordening van kracht is, wordt er derhalve geen toename van de totale ammoniakdepositie verwacht.