direct naar inhoud van Artikel 4 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Idskenhuizen - Recreatiepark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0051.BPIDS11RECREATIEPA-VO02

Artikel 4 Recreatie - Verblijfsrecreatie

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatiewoningen;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij recreatiewoningen;
  • c. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
    • 1. een receptiekantoor;
    • 2. ondergeschikte detailhandelsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • d. terreinen en water;
  • e. aanleggelegenheden;
  • f. straten en paden;
  • g. (dag)recreatieve voorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, waaronder vlaggenmasten.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Recreatiewoningen

Voor het bouwen van recreatiewoningen gelden de volgende regels:

  • a. er zullen ten hoogste 11 recreatiewoningen worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte van een recreatiewoning zal ten hoogste 100 m² bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bouwperceel zal worden bebouwd;
  • c. de goothoogte van een recreatiewoning zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een recreatiewoning zal ten hoogste 8,00 m bedragen;
  • e. de dakhelling van een recreatiewoning zal ten minste 30° en ten hoogste 60° bedragen;
  • f. de onderlinge tussenruimte tussen recreatiewoningen zal ten minste 4,00 m bedragen.
4.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij recreatiewoningen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij recreatiewoningen gelden de volgende regels:

  • a. per recreatiewoning mag ten hoogste één bijgebouw worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 50 m² bedragen, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 80% van de oppervlakte van de recreatiewoning zal bedragen;
  • c. de goothoogte van een aan- of uitbouw zal ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van de recreatiewoning waaraan wordt gebouwd plus 0,25 m, met dien verstande dat de goothoogte van een aan- of uitbouw niet meer dan 4,00 m mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw zal ten minste 1,00 m lager zijn dan de bouwhoogte van de recreatiewoning, met dien verstande dat de bouwhoogte van een aan- of uitbouw binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m en daarbuiten ten hoogste 7,00 m zal bedragen;
  • e. de goothoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • g. de dakhelling van een bijgebouw zal ten hoogste 50° bedragen.
  • h. de bouwhoogte van een overkapping zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
4.2.3 Gebouwen en overkappingen genoemd in lid 4.1 sub c

Voor het bouwen van de in lid 4.1 sub c genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen en overkappingen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 4,30 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 8,30 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een overkapping zal ten hoogste 4,30 m bedragen.
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 8,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
4.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzen gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. lid 4.2.2 sub b in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van aan-en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen wordt vergroot ten behoeve van een schiphuis bij een recreatiewoning worden gebouwd, mits:
    • 1. ten hoogste één schiphuis per recreatiewoning zal worden gebouwd;
    • 2. de oppervlakte van een schiphuis ten hoogste 25 m² zal bedragen.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor permanente bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken zodanig dat minder dan 60% van de recreatiewoningen bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel anders dan ondergeschikte detailhandel.