direct naar inhoud van 4.9 Externe veiligheid
Plan: Recreatieterrein Horsterwold 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0050.BPrtHorsterwold-VS01

4.9 Externe veiligheid

Van de ramptypes die verband houden met externe veiligheid ("Indeling Leidraad maatramp") zijn met name ongevallen met brandbare/explosieve of giftige stoffen van belang. Deze ongevallen kunnen nader worden onderscheiden in ongevallen met betrekking tot:

  • inrichtingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor.

Inrichting

De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen dienen tot een aanvaardbaar minimum te worden beperkt. Daartoe zijn in het "Besluit externe veiligheid inrichtingen" (hierna: Bevi) regels gesteld.

Bij het toekennen van bepaalde bestemmingen dient te worden onderzocht:

  • of voldoende afstand in acht wordt genomen tussen (beperkt) kwetsbare objecten enerzijds en risicovolle inrichtingen anderzijds in verband met het plaatsgebonden risico;
  • of (beperkt) kwetsbare objecten liggen binnen in het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen en zo ja, wat de bijdrage is aan het groepsrisico.

Het plaatsgebonden risico is de kans dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats buiten een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Voor kwetsbare objecten geldt een plaatsgebonden risico PR 10-6 en voor beperkt kwetsbare objecten geldt een richtwaarde voor het plaatsgebonden risico PR 10-6.

Het groepsrisico bestaat uit de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

In het plangebied is slechts sprake van 1 risicobron. Dit betreft een propaantank. Hiervoor is een risicoanalyse uitgevoerd, zie Bijlage 1 (AVIV, Risicoanalyse propaantank Bosruiterweg in Zeewolde, van 21 februari 2012). Uit de risicoanalyse blijkt dat deze propaantank geen risico's in het kader van externe veiligheid oplevert voor de omgeving.

Propaantanks met een inhoud van meer dan 13 m3 per tank vallen onder de werkingssfeer van het Bevi. De betreffende tank heeft een inhoud van 40 m3. De propaantank valt onder de werkingssfeer van het Bevi. De tank is aangewezen als een niet-categoriale inrichting. Dit betekent dat voor de tank een risicoanalyse nodig is.

Met de analyse is het extern veiligheidsrisico veroorzaakt door de propaantank behorende bij het park berekend. De plaatsgebonden risicocontour van 1.0 10-6 /jr ligt rond de opstelplaats van de tankauto. De 1.0 10-6 /jr contour ligt deels buiten de inrichting. Binnen de contour ligt geen bebouwing. De propaantank (aanwezige risicobron) veroorzaakt geen toename van het groepsrisico.

Buisleiding

In de directe nabijheid van het plangebied liggen geen buisleidingen waardoor vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Er zijn in dit kader dan ook geen externe veiligheidseffecten waarmee rekening moet worden gehouden.

Vervoer gevaarlijke stoffen

In de directe nabijheid van het plangebied vindt geen transport van gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor plaats. Bij een afstand binnen 200 meter van een transportroute gevaarlijke stoffen is onderzoek nodig. Op de risicokaart is de N305/Gooiseweg weergegeven als weg met vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze weg ligt op een afstand van 450 meter van het plangebied. Er zijn in dit kader dan ook geen externe veiligheidseffecten waarmee rekening moet worden gehouden.

Conclusie

In het kader van het aspect externe veiligheid zijn er geen belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling.