direct naar inhoud van 4.2 Afweging
Plan: Stichtse Putten OCMNL te Zeewolde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0050.BPOCMNL-VS01

4.2 Afweging

Indien sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling, moet het betreffende initiatief worden getoetst aan de diverse beleidskaders en onderzoeksaspecten.

Beleid

De voorgenomen ontwikkeling betreft een locatie buiten het stedelijk gebied en is een reeds bestaande en bebouwde locatie voor werkfuncties. Het betreft een interregionaal operationeel centrum voor veiligheidsregio's op een strategisch gelegen locatie. Door het interregionale operationeel centrum ontstaat kennisintensivering, kwaliteitsverbetering en efficiencywinst in de uitvoering van de taken en verantwoordelijkheden.

In het nationaal beleid maakt het plangebied onderdeel uit van een "economische kerngebied". Vooral door hun strategische ligging bevinden zich in deze gebieden de belangrijkste concentraties van en potenties voor stuwende bedrijvigheid en werkgelegenheid en wordt de meeste toegevoegde waarde gerealiseerd. Overigens ligt het plangebied buiten de EHS, maar wel nabij de EHS.

Vanuit het Omgevingsplan is aangegeven dat de provincie bereid is het beleidskader op experimentele basis te verruimen indien ontwikkelingen een bijdrage leveren aan de vitaliteit van het landelijk gebied, waarbij voor dat gebied een integraal plan ten grondslag ligt, waarin een integrale kwaliteitsimpuls voor het gebied wordt aangetoond. Dit experimentenkader is weergegeven in Bijlage 3. Het gebouw is bedoeld voor een specifieke maatschappelijke functie, namelijk een operationeel centrum. Door de ontwikkeling wordt de vitaliteit van het gebied versterkt door de toename van de werkgelegenheid. Bij de voorgenomen ontwikkeling zijn de lijnen- en verkavelingsstructuur als uitgangspunt genomen, waardoor de bestaande waarden zijn gerespecteerd. Het gebouw onderscheidt zich van de bebouwing aan de overzijde van de A27 en fungeert als landmark. Tevens is rekening gehouden met een landschappelijke inpassing van het gebouw. De voorgenomen ontwikkeling levert een bijdrage aan de mogelijkheden voor natuur. Bij de zone tussen de A27 en het gebouw wordt een verbreding en vernatting gerealiseerd waarmee de ecologische waarden van deze corridor wordt versterkt. Tevens is bij de ontwikkeling rekening gehouden met behoud en verbetering van de waterkwaliteit, met water voor bos en natuur, archeologisch aandachtsgebied en boringsvrije zone tevens reservering ten behoeve van openbare drinkwatervoorziening. Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland hebben aangegeven in principe medewerking te verlenen. Gedeputeerde Staten hebben de bereidwilligheid uitgesproken ten aanzien van de toepassing van het experimentenkader, zie Bijlage 4.

In de Welstandsnota is aangegeven dat in de toekomst andere functies een belangrijke rol gaan spelen als economische drager van het buitengebied. In de nota is aangegeven dat voor dit deel van de gemeente Zeewolde een verdere landschappelijke verdichting kan plaatsvinden. Bij de situering en vormgeving van het gebouw is ingespeeld op de landschappelijke inpassing in de omgeving.

In het vigerende bestemmingsplan is de bestemming van het perceel afgestemd op het gebruik als nutsvoorzieningen (onderhoudssteunpunt) en voor een klein deel voor natuur- en bosgebied. De voorgenomen ontwikkeling van het OCMNL is alleen mogelijk door middel van een bestemmingsplanherziening. Onderhavig bestemmingsplan betreft de bestemmingsplanherziening.

Onderzoeken

In het kader van de voorgenomen ontwikkelingen zijn deelonderzoeken uitgevoerd: namelijk onderzoek in het kader van archeologie en ecologie.

Uit het archeologisch onderzoek blijkt dat het plangebied niet als behoudenswaardig wordt geacht. Nader archeologisch onderzoek blijkt niet nodig te zijn.

Naar aanleiding van de ecologische toetsing is een verdiepingsslag en een mitigatieplan opgesteld. Uit de verdiepingsslag blijkt dat de voorgenomen ontwikkeling door de strategische inpassing niet zal resulteren in significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen van het Natura 2000-gebied. Geconcludeerd wordt dat voor vier niet-broedvogelsoorten van het Natura 2000-gebied (licht) negatieve effecten door incidentele aanvaringen niet kunnen worden uitgesloten. Voor de overige instandhoudingsdoelen is geen sprake van een complementaire relatie tussen het Natura 2000-gebied en de Stichtse Putten. Door de gekozen plaatsing van het gebouw, het beperken van lichtgebruik en het inpassen van strategisch geplaatste opgaande beplanting (verminderde lichtuitstraling gebouw, behoud/versterking corridor), worden de mogelijke negatieve effecten op deze vliegroutes tegengegaan. Doordat (licht) negatieve effecten niet geheel zijn uit te sluiten, zal een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 moeten worden aangevraagd. De in het onderzoek genoemde uitgangspunten voor de inrichting moeten worden vastgelegd in een voorwaardenpakket bij de aan te vragen vergunning. Vanuit het mitigatieplan is een natuurinclusief inrichtingsplan opgesteld.

Omtrent de overige aspecten - zoals geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid - worden geen belemmeringen verwacht voor de voorgenomen ontwikkeling.

De voorgenomen ontwikkeling van het gebouw van het OCMNL ligt op een strategische locatie en is goed bereikbaar. De onderzoeksaspecten leiden niet tot belemmeringen van de voorgenomen ontwikkeling. De ontwikkeling geeft tevens een impuls aan de werkgelegenheid in de regio. Het beoogde gebouw op deze locatie zal door zijn omvang, architectuur en functie een blikvanger worden en zodoende kunnen bijdragen aan een herkenbare entree van het "nieuwe" land.