direct naar inhoud van 5.2 Uitgangspunten ruimtelijke structuur
Plan: Bourtange Dorp
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0048.BP0908-vo01

5.2 Uitgangspunten ruimtelijke structuur

De Vesting

Op grond van de Monumentenwet moeten beschermenswaardige elementen van een Beschermd Dorpsgezicht worden vertaald in de regels van een bestemmingsplan. De bescherming is primair geregeld in een overkoepelende dubbelbestemming, zodat niet in elke bestemming een gedetailleerde regeling hoeft te worden uitgewerkt. In de dubbelbestemming worden de zaken geregeld die in het aanwijzingsbesluit worden genoemd

  • individuele panden worden in stand gehouden doordat op grond van de Monumentenwet binnen het Beschermd Dorpsgezicht een omgevingsvergunningenstelsel voor het slopen van bouwwerken geldt. Dit betekent dat voor de sloop van gebouwen altijd een vergunning is vereist;
  • de groene ruimtes en het bestaande straatprofiel worden in stand gehouden doordat aan deze dubbelbestemming een omgevingsvergunningenstelsel voor uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde en werkzaamheden is gekoppeld. Bij aanlegwerkzaamheden zoals het aanleggen van verharding, het rooien van bomen of het aanbrengen van hekwerken moet daardoor een vergunning worden aangevraagd.

De rest van de bescherming is geregeld binnen de bestemmingen die gelden binnen de vesting. Omdat binnen de vesting de bestaande ruimtelijke structuur het uitgangspunt vormt, wordt gewerkt met een aparte woonbestemming (met strakke bouwvlakken) en een bestemming 'Tuin'. Daarmee kan veel meer sturing worden gegeven aan de uitbreiding van erfbebouwing. Overige functies hebben dezelfde bestemmingen als het gebied buiten de vesting, omdat de bestemmingen als 'Detailhandel' en 'Horeca' voldoende sturingsmogelijkheden geven.

De maximale goot- en bouwhoogte worden op de verbeelding vastgelegd, waarbij de bestaande hoogtes het uitgangspunt vormen.

De openbare ruimte is in de vesting wordt geregeld met de bestemming 'Groen', 'Water' en 'Verkeer'. De ruimtelijke structuur van de schansen en grachten en de radiale opzet van de vesting, is daarmee vastgelegd.

Buiten de vesting

Buiten de Vesting is meer flexibiliteit toegestaan. Hier wordt de systematiek van andere woongebieden toegepast. De woonpercelen worden globaal inbestemd. In de planregels worden een aantal algemene regels gesteld aan de plaatsing en de omvang van bebouwing. De exacte invulling van het perceel wordt echter vrijgelaten.

Omdat bedrijfsmatige functies kunnen leiden tot hinder voor omliggende functies, wordt hier gewerkt met een meer specifieke regeling. Binnen de bestemmingen 'Bedrijf', 'Detailhandel', 'Dienstverlening' en 'Horeca' wordt de bebouwing daarom vastgelegd door middel van bouwvlakken.