direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: De Linten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0048.BP0904-vs01

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven, welke zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, niet zijnde geluidszoneringsplichtige, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
    • 2. bedrijven, welke zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1, 2 en 3.1 ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.1", niet zijnde geluidszoneringsplichtige, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
    • 3. bedrijfswoningen, al dan niet met ruimte voor:
      • een aan-huis-verbonden beroep;
      • een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1;
      • mantelzorg;
    • 4. loonbedrijven, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - loonbedrijf";
    • 5. bouwbedrijven, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf";
    • 6. constructiebedrijven, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf";
    • 7. profielzetterijen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - profielzetterij";
    • 8. slagerijen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - slagerij";
    • 9. smederijen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - smederij";
    • 10. verkooppunten motorbrandstoffen met lpg, ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg";
    • 11. verkooppunten motorbrandstoffen zonder lpg, ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg";
    • 12. een minicamping met bijbehorende voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein';
  • b. een afleverzuil voor LPG, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg';
  • c. de opslag van LPG, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag lpg';
  • d. een vulpunt voor LPG, ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';
  • e. bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning;

met de daarbijbehorende:

  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • gebouwen en overkappingen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd.

5.2.2 Hoofdgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in lid 5.1 onder a genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. per bedrijf is ten hoogste één bestaande bedrijfswoning toegestaan;
  • b. bedrijfsgebouwen zullen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • c. de oppervlakte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen;
  • d. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste de in de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven maximale goot- en bouwhoogte bedragen.

5.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de bijbehorende bouwwerken zullen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen;
  • c. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • d. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 60° bedragen.

5.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Bevoegdheid

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.2.1 in die zin dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende regeling' de oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak ten hoogste 20% van de totale oppervlakte van de bestaande bedrijfsbebouwing mag bedragen;
  • b. het bepaalde in 5.2.2 onder a in die zin dat een bedrijfswoning wordt opgericht, mits:
    • 1. permanent toezicht noodzakelijk is, gelet op de aard, omvang en continuïteit van het bedrijf.

5.4.2 Voorwaarden

De in lid 5.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van een autospuiterij, bouwbedrijf, constructiebedrijf, profielzetterij, slagerij, smederij, loonbedrijf, transportbedrijf, verkooppunt motorbrandstoffen met lpg, verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg, een bedrijf van een hogere categorie tot en met 3.1, voorzover aangeduid;
  • b. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" en de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg", in welk geval de gronden en bouwwerken mogen worden gebruikt voor detailhandel voorzover ten dienste van de verkoop van motorbrandstoffen, waaronder al dan niet ter plekke te nuttigen voedings- en genotmiddelen;
  • d. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, indien:
    • 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt, met dien verstande dat delen van hoofdgebouwen en/of bijbehorende bouwwerken die op het moment van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet worden gebruikt voor het wonen ook mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
    • 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
    • 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden;
  • e. het gebruik van bedrijfsgebouwen voor bewoning;
  • f. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg;
  • g. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken;
  • h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan logiesverstrekking in de bedrijfswoning, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij de bedrijfswoning, waarbij niet meer dan 3 of, in geval van deelname aan het project 'Sprong over het veen', 6 logieseenheden per bedrijfswoning mogen worden gevestigd;
  • i. het gebruik van de gronden voor een minicamping met bijbehorende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein', indien:
    • 1. er meer dan 15 kampeermiddelen worden geplaatst;
    • 2. kampeermiddelen worden geplaatst buiten de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
    • 3. de minicamping en bijbehorende voorzieningen op minder dan 30 meter afstand is gelegen van de bestemmingsgrenzen van (bedrijfs)woningen, verblijfsrecreatieve terreinen of de bebouwde komgrenzen van kernen en op meer dan 30 meter afstand van (agrarische) bedrijven;
  • j. het gebruik van een bedrijfswoning voor bewoning anders dan als bedrijfswoning.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1 Bevoegdheid

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.5 onder a in die zin dat de gronden en bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor bedrijven, welke naar de aard en de invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de genoemde bedrijven onder de categorieën 1 en 2 in Bijlage 2 , mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 , maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven betreft;
  • b. het bepaalde in lid 5.5 onder b in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt voor meer dan één bedrijfswoning, mits:
    • 1. de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot;
    • 2. de verkeersdruk niet wezenlijk toeneemt;
    • 3. er geen onevenredige afbreuk plaats vindt van de cultuurhistorische waarde van de woning;
    • 4. de omvang van het bedrijf zodanig is dat sprake is van een structureel volwaardig tweepersoonsbedrijf;
    • 5. gelet op de aard, omvang en continuïteit van het bedrijf permanent toezicht noodzakelijk is;
  • c. het bepaalde in lid 5.5 onder c in die zin dat de gronden en bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor de uitoefening van productiegerelateerde detailhandel, mits:
    • 1. de bruto verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de gezamenlijke oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, met een maximum van 60 m², zal bedragen;
    • 2. de functie vanuit de bestaande bebouwing wordt uitgeoefend, terwijl er verder van vormen van detailhandel wordt uitgegaan met een lokaal verzorgingsgebied.
    • 3. geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de invloed op het winkelapparaat in de diverse kernen;
  • d. het bepaalde in lid 5.5 onder g in die zin dat gronden worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken, mits:
    • 1. de paardrijdbak landschappelijk aanvaardbaar en inpasbaar is in die zin dat voorwaarden kunnen worden gesteld aan een goede landschappelijke inpassing van de bakken;
    • 2. de paardrijdbakken zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden gesitueerd;
    • 3. een paardrijdbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand 50 m);
    • 4. geen lichtmasten bij een paardrijdbak worden gebouwd.
  • e. het bepaalde in lid 5.5 onder j in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt voor bewoning anders dan als bedrijfswoning, mits dit geen belemmering oplevert voor de bedrijfsvoering van omliggende percelen.
5.6.2 Voorwaarden

De in lid 5.6.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.7 Wijzigingsbevoegdheid
5.7.1 Mogelijkheden voor wijziging

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding(en) 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg', 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg', 'specifieke vorm van bedrijf - opslag lpg' en/of 'vulpunt lpg' wordt(en) verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.

5.7.2 Voorwaarden

De in lid 5.7.1 genoemde wijzigingen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.