direct naar inhoud van Artikel 23 Woongebied - 5
Plan: Ter Apel Dorp
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0048.BP0902-vo01

Artikel 23 Woongebied - 5

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet met ruimte voor:
    • 1. een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsactiviteit, zoals genoemd in bijlage 1;
    • 2. mantelzorg;

met de daarbij behorende:

  • b. tuinen, erven en terreinen;
  • c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  • d. groen- en speelvoorzieningen en water;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen.
23.2 Bouwregels
23.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van wonen, gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de woningen worden vrijstaand gebouwd;
  • c. het aantal woningen bedraagt niet meer dan zes;
  • d. het hoofdgebouw wordt in de gevellijn gebouwd;
  • e. de maximale bebouwde oppervlakte, zoals in het plan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte', mag niet worden overschreden;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'nokrichting' wordt de nokrichting haaks op de gevellijn gerealiseerd;
  • g. de goothoogte bedraagt niet meer dan in het plan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)';
  • h. de bouwhoogte bedraagt niet minder respectievelijk niet meer dan in het plan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'minimale-maximale bouwhoogte (m)';
  • i. indien de goothoogte niet is vermeld in het plan, geldt dat de goothoogte ten hoogste 3 m bedraagt, met dien verstande dat accenten tot 5 m zijn toegestaan;
  • j. indien de bouwhoogte niet vermeld is in het plan, geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 9 m bedraagt, met dien verstande dat accenten tot 10 m zijn toegestaan;
  • k. van een bouwperceel mag niet meer dan 60% worden bebouwd (inclusief bijbehorende bouwwerken);
  • l. bijbehorende bouwwerken dienen te voldoen aan het voorgaande, dan wel aan het bepaalde onder 23.2.2 (regeling bijbehorende bouwwerken);
23.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bijbehorende bouwwerken worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van carports, worden minimaal 3,5 m achter (het verlengde van) de gevellijn van het hoofdgebouw gebouwd;
  • c. de goot- en bouwhoogte bedragen ten hoogste 3,5 m, respectievelijk 6 m.
23.2.3 Overige gebouwen

Voor het bouwen van overige gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen bedraagt per gebouwtje ten hoogste 50 m3;
  • b. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m;
23.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan, ten hoogste 2 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van reclamemasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
23.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
23.4 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;

worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 23.2.2, sub b:
    voor het bouwen van erkers en toegangsportalen voor de naar de weg gekeerde gevel tot een oppervlakte van maximaal 6 m2 met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m ;
  • b. lid 23.2.4, sub b:
    tot een bouwhoogte van 15 m.
23.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken dat in strijd is met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het splitsen van een woning in meer dan één woning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken anders dan voor functioneel ondergeschikt gebruik, met uitzondering van het gebruik ten behoeve van mantelzorg;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • e. het gebruik van gedeelten van een woning en bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in bijlage 1, indien:
    • 1. het beroep of bedrijf niet wordt uitgeoefend door een van de bewoners van de woning, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 2. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte in een woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van de woning;
    • 3. de beroeps-/bedrijfsoppervlakte meer dan 90 m2 bedraagt;
    • 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
    • 5. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit worden vervaardigd.