direct naar inhoud van Artikel 16 Recreatie
Plan: Ter Apel Dorp
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0048.BP0902-on01

Artikel 16 Recreatie

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatie, waaronder begrepen een openluchtzwembad en een recreatieplas;
  • b. jachthaven, ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven';
  • c. bedrijfswoningen;

met de daarbij behorende:

  • d. fiets- en voetpaden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groen- en speelvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.


In de bestemming is aan de bestemming gerelateerde horeca, in de vorm van een kantine, theehuis en daarmee vergelijkbare vormen, eveneens begrepen.

In de bestemming zijn volkstuinen begrepen.

Ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' is het houden van evenementen in de bestemming begrepen.

Ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' zijn voorzieningen toegestaan in de vorm van horeca categorie I (tot een maximum oppervlakte van 225 m2), een spoel- en wasplaats, toiletvoorzieningen, havenkantoor en camperstandplaatsen, dan wel naar de aard hiermee vergelijkbare voorzieningen.

16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven'de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan 600 m2;
  • b. de goothoogte bedraagt niet meer dan 5,5 m, dan wel niet meer dan de goothoogte van het bestaande gebouw indien deze meer bedraagt;
  • c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 9 m, dan wel niet meer dan de bouwhoogte van het bestaande gebouw indien deze meer bedraagt;
  • d. de dakhelling bedraagt niet minder dan 30º, dan wel de bestaande dakhelling indien deze minder bedraagt, dan wel de bestaande platte afdekking;
  • e. het aantal bedrijfswoningen bedraagt niet meer dan één per bedrijf;
  • f. de oppervlakte van een bedrijfswoning bedraagt niet meer dan 250 m2, dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt.
16.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de bijbehorende bouwwerken worden ten minste 3 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte bedraagt niet meer dan 150 m2, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen;
  • c. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3,5 m;
  • d. de dakhelling bedraagt niet meer dan 60º.
16.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van reclamemasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 16 m
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
16.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
16.4 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de milieusituatie;
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;

worden afgeweken van het bepaalde in:

  • e. lid 16.2.1 onder a voor een eenmalige uitbreiding van de bebouwde oppervlakte met ten hoogste 20% van de oppervlakte van de bestaande bebouwing;
  • f. lid 16.2.1 onder a voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak.

16.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken dat in strijd is met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning anders dan voor functioneel ondergeschikt gebruik, met uitzondering van het gebruik ten behoeve van mantelzorg;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' .