direct naar inhoud van Artikel 11 Gemengd
Plan: Ter Apelervenen
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0048.BP0901-0001

Artikel 11 Gemengd

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. horeca I en II;
  • c. kantoren;
  • d. publiekverzorgend ambacht en dienstverlening;
  • e. maatschappelijke dienstverlening;
  • f. wonen;
  • g. bedrijven, zoals opgenomen in de categoriĆ«n 1 en 2 van de bij dit bestemmingsplan behorende bedrijvenlijst;
  • h. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd met inachtname van de bebouwingspercentages ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingspercentage terrein', met dien verstande dat de voorgevel van het hoofdgebouw moet worden geplaatst in de voorste begrenzing van het bouwvlak, of ten hoogste .. meter daarachter, zodanig dat de karakteristieke verspringende rooilijn wordt gerealiseerd.
  • b. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'goothoogte', mag niet worden overschreden.
  • c. de hoogte mag niet meer bedragen dan de goothoogte, vermeerderd met .. meter.
11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste .. meter bedragen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen die van af de voet gemeten maximaal .. meter hoog mogen zijn, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan .. meter bedragen;
  • b. kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting mogen maximaal .. meter hoog zijn.
11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de handhaving van de oorspronkelijke parcellering;
  • g. de handhaving van de diversiteit van het bebouwingsbeeld;
  • h. de situering van het laden en lossen op het perceel;
11.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
  • b. Als met het plan strijdig gebruik wordt in ieder geval bedoeld het gebruik van de gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting.
11.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 11.4 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

11.6 Wijzigingsbevoegdheid
11.6.1 Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van het gebied, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied', wijzigen met in achtneming van de volgende regels.....

11.6.2 Procedureregels

Bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid worden de procedureregels van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht in acht genomen.