direct naar inhoud van 3.9 Infrastructuur
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00019-41vg

3.9 Infrastructuur

3.9.1 Structuurvisie buisleidingen

Op nationale schaal heeft het Rijk een structuurvisie voor buisleidingen ten behoeve van het vervoer van gevaarlijke stoffen opgesteld; de Structuurvisie Buisleidingen. Zo kan het Rijk het transport van grondstoffen en chemische stoffen in de toekomst blijven garanderen. Dat is belangrijk voor:

  • Industrie en havens in binnen- en buitenland;
  • Nederland als belangrijk knooppunt voor de in- en uitvoer van gas (logistiek knooppunt);
  • De afvang en opslag van het broeikasgas CO2.

Op 12 oktober 2012 is de Structuurvisie Buisleidingen vastgesteld.

Bij de ruimtelijke reservering van een buisleidingstraat is waar mogelijk aansluiting gezocht bij bestaande buisleidingen. Het gebruik van buisleidingstraten voorkomt onnodige verspilling van de schaarse ruimte, doordat nu in een strook van 45-70 meter maximaal 15-20 leidingen worden gelegd, terwijl voorheen voor elke leiding een apart tracé werd gekozen. Binnen de gemeente Slochteren is in de structuurvisie een drietal traces opgenomen. Deze buisleidingstraten zijn allen gebaseerd op bestaande buisleidingen.

3.9.2 Provinciaal beleid

Het provinciaal beleid is voor wat betreft de infrastructuur vooral gericht op borging van de regionale en nationale ontsluitingsfunctie van enkele tracés. De N33 Zuidbroek-Appingedam/Delfzijl is één van trajecten waar een studie naar verbeteringsmaatregelen voor wordt uitgevoerd. Hiertoe is tevens een ruimtelijke reservering langs de N33 opgenomen. Met betrekking tot het landbouwverkeer wordt geconstateerd dat door de schaalvergroting over steeds grotere afstanden met grote landbouwvoertuigen wordt gereden. Daarbij leidt dit op drukke (stroom)wegen tot knelpunten vanwege het snelheidsverschil en loopt het overige verkeer bovendien vertraging op. Op kleine wegen wordt het gevaar voor (brom)fietsers erkend. De oplossingen moeten per geval worden beoordeeld.

Ten behoeve van het vervoer van gassen en vloeistoffen zijn ruimtelijke reserveringen voor tracés van buisleidingen(straten) opgenomen in het POP 3. Nieuwe leidingen zijn nodig vanwege een (inter)nationaal vervoer van aardgas, vervoer van CO2 dat is afgevangen, stikstof en synthesegas. Tussen Delfzijl en de Eemshaven is een buisleidingstraat gewenst om gassen en vloeistoffen uit te kunnen wisselen. Hiervoor vindt een tracéstudie plaats, waarbij drie varianten wordt onderzocht, waarvan één gedeeltelijk in Slochteren is gelegen. Aangezien nog onbekend is welk traject als voorkeurstracé uit de Milieueffectrapportage blijkt wordt dit tracé nog niet in de kaart van de Structuurvisie Buitengebied opgenomen.

In het Basisnet dat door de provincie is aangewezen zijn in aanvulling daarop wegen, waterwegen en spoorwegen aangewezen waarover gevaarlijke stoffen mogen worden vervoerd. Binnen Slochteren zijn de A7, de N33 en het Eemskanaal opgenomen in dit Basisnet.

3.9.3 Gemeentelijk verkeer- en vervoerbeleid

De gemeente Slochteren kent een Gemeentelijk Verkeer- en vervoersplan (GVVP) dat dateert van 1999. Doel van dit plan was de verplichte wegcategorisering in het kader van Duurzaam Veilig te implementeren. Hierdoor hebben verschillende wegen in het buitengebied een snelheidsregime van 60 km/uur in plaats van 80 km/uur en is inmiddels de weginrichting hierop aangepast. Naar verwachting zal er een nieuw GVVP worden opgesteld met een meer integraal karakter. Daarin wordt ook het wegbeheer geïmplementeerd. In verband met een aangepaste prioritering zal het nieuwe GVVP op korte termijn niet in procedure worden gebracht.

Behalve de wegcategorisering is ook de wijze en intensiteit van het beheer van de wegen van groot belang, juist in het buitengebied. Om keuzes over de wijze van beheer van de wegen tot 2013 te kunnen maken is in 2009 het Beheerplan Wegen Gemeente Slochteren vastgesteld. Eer onderscheid gemaakt in de belastingsklasse (wegtype indeling). Circa 56% van het gehele wegenareaal bestaat uit wegen in de klasse Licht belast, veelal zijn dit landbouwwegen. Een probleem dat wordt gesignaleerd is dat de draagkracht van de wegen in deze klasse niet meer voldoet aan de massa en maatvoering van de moderne landbouwwerktuigen en vrachtverkeer op de wegen.

Uitgangspunten die in het Beheerplan Wegen zijn geformuleerd en relevant zijn voor het buitengebied zijn als volgt:

  • 1. Verkeersfrequenties en de aslasten doorslaggevend voor het wegontwerp en de keuze van onderhoudsmaatregelen.
  • 2. Per wegtype en gebruiksfunctie worden onderhoudsmaatregelen gedefinieerd.
  • 3. Het onderhoud aan asfaltverhardingen vindt zoveel mogelijk preventief plaats (tijdig herstel structurele schade).
  • 4. Andere differentiëring van de richtlijnen vindt plaats op basis van de functionele indeling van de wegen. Dit houdt in dat aan wegen van hogere orde (veel verkeersbelasting, grote verkeersfunctie) hogere normen worden gesteld. Hierbij moet gedacht worden aan de wegen met veel zware transporten (landbouw en vrachtverkeer). De aslasten in relatie tot het aantal aslastherhalingen zijn daarbij van belang. In feite kan één vrachtwagen meer kapot maken dan 100 personenauto's.
  • 5. Het uitvoeren van onderhoud wordt zoveel mogelijk integraal aangepakt (in combinatie met aanpakken riolering, kabels en leidingen).