direct naar inhoud van 4.8 Flora en fauna
Plan: Bestemmingsplan Slochteren-Schildwolde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00018-61oh

4.8 Flora en fauna

4.8.1 Algemeen

In algemene zin geldt dat nieuwe activiteiten, die in bestemmingsplannen mogelijk worden gemaakt en die een bedreiging kunnen vormen voor deze beschermde dier- en plantensoorten, beoordeeld moeten worden en zo nodig ontheffing bij het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) moet worden aangevraagd. Vooral wanneer er soorten voorkomen uit de zogenaamde "strenge" categorie (Bijlage 4 van de Habitatrichtlijn en de bedreigde soorten van de diverse Rode Lijsten), kan dit een belemmering vormen voor het plan. Dit is het geval wanneer de mogelijkheden in het bestemmingsplan significant nadelige effecten kunnen hebben voor deze soorten.

Voor algemene soorten heeft het Rijk via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) een algemene vrijstelling verleend. Voor deze soorten hoeft in het kader van het bestemmingsplan dus niet meer afzonderlijk een vrijstelling te worden aangevraagd. De onderzoeksverplichting komt voort uit de Flora- en faunawet, die op 1 april 2002 van kracht is geworden. De wet vervangt de Vogelwet, Jachtwet en een gedeelte van de Natuurbeschermingswet. De wet biedt, uit het oogpunt van natuurbehoud, bescherming aan planten- en diersoorten die in het wild leven.

4.8.2 Plangebied Slochteren-Schildwolde

Er is in 2006 een flora en fauna onderzoek uitgevoerd door Koeman en Bijkerk (rapport 2006-092). Het plangebied omvat het gehele grondgebied van de gemeente Slochteren, met uitzondering van Meerstad en Midden-Groningen, ten noorden van de A7. Hierbij is als uitgangspunt genomen dat er weinig ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, uitgezonderd enkele woningen en wijziging van oppervlakte of uitbreidingsrichting van agrarische bedrijven.

Uit dit onderzoek is gebleken dat het grootste deel van het plangebied een lage natuurwaarde heeft en van weinig belang voor beschermde planten- en diersoorten. Plaatselijk heeft het gebied een redelijke tot zeer hoge waarde. Het betreft hier een aantal geïsoleerde delen van het plangebied en het gebied Midden-Groningen met aangrenzende delen (dat nog in ontwikkeling is als natuurgebied).

Binnen het plangebied heeft het landgoed Fraeylema een hoge natuurwaarde vanwege de leeftijd van het bos. Er komen veel verschillende soorten vleermuizen voor en het gebied is waardevol door de bijzondere voorjaarsflora en een ongekend rijke variatie aan paddenstoelsoorten.

Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een Speciale Beschermingszone onder de EU-Habitatrichtlijn of de EU-Vogelrichtlijn. In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich ook geen Speciale Beschermingszones waarop de mogelijke ingrepen in de toekomst, op basis van bestemmingsplanwijzigingen, een negatief effect zou kunnen hebben.

Specifieke aandacht binnen de Flora- en faunawet is er voor de vleermuizen, deze hebben een hoge beschermingsstatus in deze wet. Indien is vastgesteld dat er vleermuizen aanwezig zijn in de bebouwing of beplanting, die worden beïnvloed door de bouwplannen, moet er een ontheffing volgens AMvB art. 75 Flora- en faunawet. Vleermuizen worden met name in het dorpslint aangetroffen, waarbij met name het landgoed Fraeylemaborg zeer belangrijk is als verblijfsgebied voor vleermuizen. Op grond van de soorten rijkdom, de relatief grote aantallen vleermuizen per soort, het grote aanbod aan (potentiele) verblijfplaatsen in bomen en de bijzondere geschiktheid als foerageergebied voor diverse soorten vleermuizen kan het landgoed worden aangemerkt als belangrijk vleersmuisgebied op provinciaal en landelijk niveau.

Aanvullend onderzoek, waarbij ingegaan wordt op de ligging van de kraamkolonies, foerageergebieden en vliegroutes in relatie tot bomen en andere opgaande elementen is nog noodzakelijk.

Uit het onderzoek komt naar voren dat er geen directe noodzaak is voor het aanvragen van ontheffingen (ten tijde van het onderzoek in 2006). Wel moet bij nieuwe planvorming de effecten op natuurwaarden op de betreffende locatie worden getoetst aan de Flora- en faunawet.

Het bestemmingsplan voorziet niet in ontwikkelingen die een negatieve invloed hebben op de ecologische waarde van het gebied.

Fraeylemaborg / Slochterbos en Overbos

In de oude kern van Slochteren bevindt zich het landgoed Fraeylemaborg.

De Fraeylemaborg wordt in het jaar 1538 voor het eerst genoemd. Door een ingrijpende verbouwing in 1783 kreeg de borg zijn huidige vorm. In dat jaar werden ook twee schathuizen voor de borg gebouwd. Het is één van de weinige overgebleven omgrachte Groninger borgen. Het park, deels naar het ontwerp van de belangrijke tuinarchitect L.P. Roodbaard, is aangelegd in de Engelse landschapsstijl. Hierbij zijn de restanten van de formele barokke aanleg (Frans classistisch) bewaard gebleven, zoals de karakteristieke middenas. Door de eeuwen heen hebben de bewoners van de Fraeylemaborg het huis uitgebreid en verfraaid. Ze deden dit ook met het park. Er werden exotische bomen geplant en bijzondere planten geïmporteerd. De aanleg van voorterrein en park maakte verschillende stijlen door. Het landgoed is nu een in vijf eeuwen gevormde cultuurhistorische eenheid, die uniek is in het noorden van ons land, en bovendien een indrukwekkend voorbeeld van de Engelse landschapsstijl. Het landgoed is 26 hectare groot en bestaat uit het om en achter de borg gelegen hoofdpark (Slochterbos) en het Overbos. Het landgoed is grotendeels in eigendom en in beheer bij een stichting (Gerrit van Houtenstichting). Het Overbos is deels in particulier eigendom en deels in eigendom van het Groninger Landschap. Het hoofdpark en Overbos worden gescheiden door de haaks op de as staande Hoofdweg met de daaraan gelegen woningen met erven, de verdiepte provinciale weg en de later aangelegde havenbekkens. In de middeleeuwen was de grond in Slochteren verkaveld in opstrekkende heerden, die loodrecht op de ontsluitingsweg (Hoofdweg) lagen. Daarom heeft het landgoed z.n langgerekte vorm. Het omringende landschap is open en het bos geeft al van verre aan waar het landgoed ligt. De Boslaan in de as van het park houdt de visuele band tussen de twee parkdelen in stand. Het Overbos bestaat uit een door bosstroken geflankeerde gezichtslaan in de as door houtwallen en bosstroken omgeven weiland. Het landgoed kent uiteraard een grote cultuurhistorische en recreatieve waarde. Gezien de hoge leeftijd van het bos is er sprake van een grote natuurwaarde. Er komen veel verschillende soorten vleermuizen voor en het gebied is waardevol door de bijzondere voorjaarsflora en een ongekend rijke variatie aan paddenstoelsoorten.

4.8.3 Baggerputten

In de directe nabijheid van het plangebied ligt natuurgebied de Baggerputten. Het gebied ligt geisoleerd temidden van het open agrarische landschap aan de oostkant van Slochteren en Froombosch. Het gebied bestaat uit een aantal petgaten omgeven door loofbos. In de riet- en graslanden langs de petgaten komen een aantal bijzondere plantensoorten voor, waaronder Brede orchis, Kale jonker, Kleine zonnedauw en Moeraswolfsklauw. Sporen van vier algemene zoogdiersoorten (waaronder Tweekleurige bosspitsmuis) zijn in het gebied aangetroffen. Daarnaast zijn in het gebied diverse vogelsoorten gesignaleerd, waaronder 14 rode lijstsoorten. In het gebied komen ook vier algemene kikkersoorten voor en een groot aantal libellen (waaronder een aantal rode lijstsoorten). In het Flora en faunaonderzoek (Koeman en Bijkerk, 2006) wordt de natuurwaarde als redelijk tot hoog gekarakteriseerd.