direct naar inhoud van 4.6 Water
Plan: Bestemmingsplan Slochteren, Hoofdweg 39
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00014-61oh

4.6 Water

Waterbeleid

Op grond van een afspraak uit de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw, dienen de centrale overheden in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf op te nemen. In die paragraaf dient te worden uiteengezet wat voor gevolgen het plan in kwestie heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater.

Het Waterbeleid 21e eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd, te weten de tritsen:

  • vasthouden, bergen en afvoeren;
  • schoonhouden, scheiden en zuiveren.

De trits vasthouden, bergen en afvoeren houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. Vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd. Bij de trits schoonhouden, scheiden en zuiveren gaat het erom dat het water zoveel mogelijk wordt schoongehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste, wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod.

Op gemeentelijk niveau zijn drie beleidsdocumenten relevant: de watervisie 'Het water van Slochteren', het 'Waterplan Slochteren - Watersysteemplan Duurswold' (2008) en het gemeentelijk rioleringsplan (GRP, 2008).

Het water van Slochteren

Vooruitlopend op het gemeentelijke watersysteemplan is een watervisie opgesteld 'Het water van Slochteren'. In het Waterplan wordt de visie van Slochteren ten aanzien van de waterkwaliteit en ecologie en de visie ten aanzien van water en ruimtelijke ordening verwoord in ambitieniveaus. Er is gekozen voor drie oplopende ambitieniveaus die voor het watersysteem van de bebouwde omgeving in Slochteren mogelijk zijn: basis ('eerlijk water'), midden ('heerlijk water') dat hogere ambities heeft dan basis water, en hoog ('begeerlijk'), het hoogste niveau. Voor elk niveau gelden maatstaven ten aanzien van de waterkwaliteit, de waterbodem, natuur, inrichting, cultuur en gebruik.

De watervisie kent de volgende beleidsuitgangspunten:

  • bestaande watergangen zo mogelijk benutten als drager voor de verbinding tussen natuur en cultuur;
  • aantrekkelijkheid van de grotere wateren (onderdeel van de boezem) voor toervaart verbeteren;
  • aantrekkelijkheid van de kleinere watergangen en sloten voor kanogebruik verhogen;
  • de visuele aantrekkelijkheid en verschillende gebruiksmogelijkheden van watergangen en waterpartijen benutten ten behoeve van de kwaliteit van de woonomgeving;
  • water inpassen bij nieuwbouw en herstructurering van woonwijken en bedrijventerreinen;
  • inrichtingprincipes: vasthouden-bergen-afvoeren;
  • géén verslechtering van watersysteem bij ruimtelijke ingrepen (stand still-principe) anders compensatiemaatregelen elders;
  • géén verslechtering van waterkwaliteit bij ruimtelijke ingrepen (stand still-principe);
  • watertoets bij elk ruimtelijk plan;
  • aansluiten bij de gemeentelijke visies op dorpsniveau;
  • versterken van de cultuurhistorische waarden in relatie met water;
  • versterken van de recreatieve waarden in relatie met water.

Watersysteemplan

Het Waterschap Hunze en Aa's heeft samen met gemeente Slochteren een waterplan opgesteld (2008), dat is gericht op het gebied Duurswold, dat een samenhangend watersysteem vormt. Het grondgebied van Slochteren omvat ongeveer 75% van het watersysteem Duurswold.

Binnen het watersysteem worden drie componenten onderscheiden: het boezemgebied, het landelijk gebied en het bebouwd gebied.

Bebouwde gebieden

In de bebouwde gebieden is over het algemeen de waterhuishouding op orde. Een groot deel van het bebouwde gebied beschikt nog over een gemengd rioolstelsel. In nieuw te ontwikkelen gebieden wordt een gescheiden stelsel aangelegd. Ook wordt bij de aanleg van nieuwe bebouwde gebieden als woonwijken en bedrijventerreinen, extra waterberging aangelegd ter compensatie van de toename aan verharding/bebouwd oppervlak.

Gemeentelijk rioleringsplan

Op grond van de Wet milieubeheer draagt de gemeente de zorg voor doelmatige inzameling en doelmatig transport van afvalwater, dat vrijkomt bij de binnen haar grondgebied gelegen percelen. Deze zorgplicht wordt doorvertaald in een rioleringsplan. De speerpunten van het Gemeentelijk rioleringsplan (2008) zijn:

  • zoveel mogelijk hemelwater van schoon oppervlak rechtstreeks naar oppervlaktewater afvoeren;
  • doelmatig reduceren van de vuilemissie via overstorten;
  • doelmatig beheren van de rioleringsobjecten;
  • tijdig inspelen op toekomstige ontwikkelingen.

Bij nieuwe ontwikkelingen, met uitzondering van kleine uitbreidingen, wordt een nieuw gescheiden rioolstelsel aangelegd. Het onderhavige plan betreft een kleine uitbreiding.

Plangebied

Het plan is middels de digitale watertoets (www.dewatertoets.nl) aangemeld bij het Waterschap Hunze en Aa's. De toegezonden uitgangspuntennotitie is als separate bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd. Het belangrijkste aspect uit deze notitie is de afkoppeling van het hemelwater (ook het hemelwater van de bebouwing). Op het navolgende kaartje is de situatie weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0040.bp00014-61oh_0010.png"

Het waterschap stelt voor om het hemelwater te lozen op een te graven sloot/kleine vijver aan de zuidzijde van het plangebied. Deze dient een bergingscapaciteit te hebben van 50 m³. De sloot/vijver kan via een knijpconstructie worden aangekoppeld op de schouwsloot tussen de percelen Hoofdweg 39 en 41 (rode lijn op bovenstaand kaartje). Afwatering van de nieuwe percelen direct via deze schouwsloot is geen optie, omdat de toename van de hoeveelheid afstromend hemelwater overlast voor de eigenaar aan de andere kant van de schouwsloot (Hoofdweg 41/Zuiderweg 2) tot gevolg zou kunnen hebben. Als er een berging (slootje c.q. kleine vijver) zou worden gegraven (met een aansluiting op de schouwsloten uiterst links in het gele vak), kan met behulp van een zogenaamde knijpconstructie de waterafvoer, in het geval van hevige neerslag, worden beperkt. Door in een dam een knijpconstructie (een smalle duiker met een diameter van ± 20 cm) te leggen, kan het water dan niet in één keer richting de naastliggende percelen stromen.

In de uitgangspuntennotitie wordt een en ander nader toegelicht.

Doorwerking in het plan

In het plangebied, tussen het perceel aan de Hoofdweg en de twee percelen aan de Zuiderweg, zal een smalle sloot worden gegraven. Deze sloot zal via een knijpconstructie worden aangesloten op de schouwsloot tussen de percelen Hoofdweg 39 en 41. Voor de perceelsgrenzen wordt verwezen naar het kaartje in de bijlagen.

Voor de verdere procedurele afhandeling van de watertoets is het van belang om het waterschap verder te betrekken en rekening te houden met de aangegeven adviezen.