direct naar inhoud van Artikel 7 Wonen - 1C
Plan: Harkstede, Eilandrijk 3A
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00013-41vg

Artikel 7 Wonen - 1C

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1C' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daaraan ondergeschikt:

met de daarbij behorende verhardingen, tuinen, erven en additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:

7.2.1 Bouwwerken beperking

Zie Artikel 11.

7.2.2 Bouwwerken algemeen
  • a. het bebouwingspercentage mag ten hoogste 50% bedragen;
  • b. per bouwvlak is ten hoogste 1 woning toegestaan, tenzij ter plaatse de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' geldt, alwaar per bouwvlak niet meer woningen zijn toegestaan dan is aangeduid;
  • c. hoofdgebouwen mogen uitsluitend als vrijstaand worden gebouwd;
  • d. de afstand tussen gebouwen en overkappingen op een bouwperceel bedraagt tenminste 1 meter, tenzij de gebouwen en/of overkappingen aaneen worden gebouwd.
7.2.3 Hoofdgebouwen

Voor wat betreft hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van het hoofdgebouw moet in de naar de weg gekeerde bouwgrens worden opgericht, met dien verstande dat indien een gevellijn is aangeduid, de voorgevels in (tenminste één van) deze lijn(en) dienen te worden opgericht;
  • c. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 5 meter bedragen;
  • d. de gezamenlijke inhoud van de bebouwing op één bouwperceel, exclusief vrijstaande bijgebouwen, bedragen tenminste 550 m³;
  • e. de goot- en bouwhoogte en dakhelling van het hoofdgebouw mogen niet meer c.q. minder bedragen dan ter plaatse is aangeduid, of, indien geen goot-, bouwhoogte of dakhelling is aangeduid, dan in het volgende bouwschema is bepaald, met uitzondering van topgevels, lijstgevels, dakkappellen en schoorstenen, met dien verstande dat bij een platte afdekking de hoogte niet meer mag bedragen dan de goothoogte;
Goothoogte (in meter)   Bouwhoogte (in meter)   Dakhelling  
ten hoogste 6   ten hoogste 10   tenminste 37,5° en ten hoogste 60°  
7.2.4 Bijgebouwen en overkappingen

Voor wat betreft bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen en overkappingen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, mits bijgebouwen en overkappingen tenminste 5 meter achter het voorerf worden gebouwd;
  • b. de afstand van bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 1 meter bedragen, tenzij een bijgebouw aan een bijgebouw op een naastgelegen bouwperceel is gebouwd;
  • c. op het voorerf mogen erkers, entreeportalen en vergelijkbare bouwwerken worden gebouwd, mits:
    • 1. de afstand van de voorgevel van de erker, entreeportaal of vergelijkbaar bouwwerk tot de voorgevel van het hoofdgebouw ten hoogste 1,50 meter bedraagt;
    • 2. de breedte ten hoogste 50% van de breedte van het bijbehorende hoofdgebouw bedraagt;
    • 3. de hoogte niet meer dan 3 meter bedraagt;
  • d. de goot- en bouwhoogte en dakhelling van bijgebouwen en overkappingen mogen niet meer c.q. minder bedragen dan in het volgende bouwschema is bepaald, met dien verstande dat bij een platte afdekking de hoogte niet meer mag bedragen dan de goothoogte :
      Goothoogte
    (in meter)  
    Bouwhoogte
    (in meter)  
    Dakhelling  
    Bijgebouw of overkapping   ten hoogste 3   ten hoogste 5,50   ten hoogste 60°  
  • e. de gezamenlijke overbouwde oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 75 m².
7.2.5 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels, waarbij bestaande afwijkingen zijn toegestaan:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 100 m², met dien verstande dat overkappingen tot de ten hoogste toegestane oppervlakte onder 7.2.4 sub e worden geschaard;
  • b. de maatvoering mag niet meer bedragen dan zoals in het volgende bouwschema is bepaald:
Type bouwwerk   Maximale bouwhoogte (in meter)  
  voorerf en op minder dan 5 meter van de bestemming Water   overig  
Erf- en terreinafscheidingen   1   2  
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten   8   8  
Overkappingen   n.v.t.   zie 7.2.4 sub d  
Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   1   5  
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 7.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  • a. het bepaalde in 7.2.4 sub a voor het bouwen van een bijgebouw of overkapping buiten het bouwvlak, mits de afstand tot de bestemming Water tenminste 5 meter bedraagt;
7.3.2 Afwijkingsvoorwaarden

Bij de toepassing van de onder 7.3.1 genoemde afwijkingsregels zijn de voorwaarden zoals genoemd in 12.2 sub b van toepassing.

7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Toegestaan gebruik
  • a. Gebruik van het hoofdgebouw en aangebouwde bijgebouwen voor het uitoefenen van een bed & breakfast wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, mits wordt voldaan aan hetgeen is gesteld in de beleidsregels recreatieve verblijfsaccommodaties.
  • b. Gebruik van de gronden en gebouwen voor het uitoefenen van administratieve werkzaamheden met betrekking tot internetwinkels en telefonische verkoop van goederen wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, mits:
    • 1. klanten niet op het perceel komen om goederen te kopen;
    • 2. geen opslag van goederen plaatsvindt;
    • 3. verkeersbewegingen vergelijkbaar zijn met die voor een woonfunctie.
  • c. Gebruik van de gronden voor de stalling van ten hoogste 1 toercaravan en/of boot wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt.
7.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning, dan wel de mogelijkheid hiertoe door het aanwezig hebben van de benodigde essentiële woonvoorzieningen;
  • b. het uitoefenen van activiteiten die ingevolge de wet Milieubeheer vergunningplichtig zijn;
  • c. het uitoefenen van detailhandel, hieronder niet gerekend het bepaalde in 7.4.1sub b;
  • d. het uitoefenen van een horecabedrijf, met uitzondering van het exploiteren van een theetuin;
  • e. de opslag van aan hun gebruik onttrokken voer- of vaartuigen, werktuigen of machines of onderdelen daarvan, verpakkingsmaterialen, bouwmaterialen, bagger en grondspecie, afval, puin, grind of brandstoffen, anders dan in verband met normaal onderhoud of ter verwezenlijking van de bestemming;
  • f. het gebruik van de gronden voor gemotoriseerde sporten;
  • g. het hebben van reclame-uitingen die geen betrekking hebben op de op het perceel plaatsvindende niet wederrechtelijke activiteiten;
  • h. het gebruik van gronden als kampeerstandplaats;
  • i. het gebruik van gronden ten behoeve van water waarbij het open water naar binnen wordt gehaald, bijvoorbeeld middels het afgraven van het perceel.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
7.5.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 7.5.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

7.5.2 Afwijkingsvoorwaarden

Bij de toepassing van de onder 7.5.1 genoemde afwijkingsregels zijn de voorwaarden zoals genoemd in 12.2 sub c eveneens van toepassing.