direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Bestemmingsplan Bedrijvenpark Rengers
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00004-41vg

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Provinciaal Omgevingsplan

In het derde Provinciaal Omgevingsplan Groningen (POP) (vastgesteld door Provinciale Staten op 17 juni 2009) is net als in het tweede POP gekozen voor concentratie van wonen en werken in de stedelijke centra en centrumdorpen. Deze keuze ondersteunt de centrumfunctie van de steden met bijbehorende voorzieningen, beperkt de ruimteclaims op het landelijk gebied en gaat mobiliteit tegen.

Ook wat de economische activiteiten betreft, streeft de provincie naar ruimtelijke bundeling. Uitgangspunt is de bedrijvigheid te concentreren in de economische kernzones. Het overal laten ontstaan van kleine bedrijventerreinen noemt de provincie niet in het belang van het vestigingsklimaat en de kwaliteit van het landschap. Wel is uitbreiding van bestaande lokale bedrijven(terreinen) mogelijk als het bestaande bedrijfsleven daar duidelijk behoefte aan heeft. Aard, schaal en omvang van terreinen of uitbreidingen moeten zijn aangepast aan de lokale situatie en een relatie hebben met de beeldkwaliteit van de dorpen.

Ten aanzien van bedrijventerrein wordt in het POP geconcludeerd dat voldoende bedrijventerrein beschikbaar is in Groningen. Daarom wordt er een restrictief beleid gevoerd op uitbreiding van bedrijventerrein. Dit houdt in dat buiten de aangeduide zoekgebieden geen ruimte is voor uitbreiding van bedrijventerreinen, voor zover die nog niet als 'harde' plannen zijn aan te merken.

Bedrijventerrein Rengers is aangemerkt als een bovenregionaal bedrijventerrein waar ruimte is voor bedrijven uit diverse sectoren. Aangezien het plangebied reeds als 'hard' plan kon worden aangemerkt, past de ontwikkeling die wordt voorgestaan met voorliggend bestemmingsplan binnen het beschreven provinciaal beleid.

3.3.2 Omgevingsverordening

De omgevingsverordening is een nieuw beleidsinstrument, dat voortkomt uit de Wro. De verordening is vastgesteld door Provinciale Staten en bevat provinciale beleidsregels waarvan wordt verwacht dat gemeenten deze doorvertalen in hun bestemmingsplannen. Op basis van de volgende criteria zijn onderwerpen opgenomen in de verordening. Het gaat om beleidsonderwerpen:

  • 1. waarvoor de provincie in belangrijke mate verantwoordelijk is;
  • 2. die een algemene betekenis hebben;
  • 3. waarvan borging in een ruimtelijk plan mogelijk is;
  • 4. die blijvend moeten worden beschermd of veilig worden gesteld (waarborgfunctie);
  • 5. waarvan borging door middel van eenduidige kaderstelling nodig is (rechtszekerheid).

De verordening richt zich op de thema's milieu, water en ruimte. Waarbij het thema ruimte een geheel nieuwe regeling bevat.

Het hoofdstuk Ruimtelijke ordening bevat regels over de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen. De regels komen voort uit het POP en richten zich tot de gemeenteraden, die verplicht zijn hun bestemmingsplannen hieraan aan te passen. Zolang dit niet is gebeurd, gelden de bestaande bestemmingsplannen.

Voor zover relevant voor dit bestemmingsplan hebben de regels betrekking op de volgende thema's:

  • vestiging van detailhandel buiten de bestaande wijk- en winkelcentra
  • vestiging van grootschalige detailhandel, waaronder een factory-outletcenter, buiten de gemeente Groningen.
  • vestiging van nieuwe kantoorlocaties anders dan in het bestaand stedelijk gebied binnen of aansluitend op het stedelijke centrum van Hoogezand-Sappemeer;
  • aanleg van nieuwe bedrijventerreinen en uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen;
  • een installatie ten behoeve van biomassavergisting of mestvergisting mag in principe alleen worden opgericht op een bedrijventerrein als de stromen niet afkomstig zijn van een agrarisch bedrijf;
  • bescherming van landschappelijke waarden (open gebieden, groene linten);
  • vestiging van detailhandel.
  • waarborgen van de veiligheid rond het Provinciaal Basisnet.

Voor een aantal onderwerpen waaraan een groot provinciaal belang wordt gehecht, zijn rechtstreeks werkende regels opgenomen (o.a aanleg bedrijventerreinen en plaatsing windmolens).