direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening
Plan: Bestemmingsplan Harkstede-Scharmer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00002-61oh

Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. nutsvoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • groenvoorzieningen;
  • water;
  • verhardingen;

met de daarbij behorende additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:

6.2.1 Bouwwerken beperking

Zie Artikel 44.

6.2.2 Gebouwen algemeen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend gebouwd worden binnen een bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste 4 meter bedragen.
6.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. voor de bouwhoogte en situering geldt hetgeen in het volgende bouwschema is bepaald, tenzij ter plaatse anders is aangeduid:
Type bouwwerk   Maximale bouwhoogte (in meter)  
Erf- en terrein afscheidingen   2  
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten   10  
Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde een reclamemast   5  
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 6.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  • a. het bepaalde onder 6.2.2 sub a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 30 m2 bedraagt;
    • 2. de hoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 4 meter bedraagt.
6.3.2 Afwijkingsvoorwaarden

Bij de toepassing van de onder 6.3.1 genoemde afwijkingsregels zijn de voorwaarden zoals genoemd in 45.2 sub c van toepassing.

6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Toegestaan gebruik
6.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. de opslag van aan hun gebruik onttrokken voer- of vaartuigen, werktuigen of machines of onderdelen daarvan, verpakkingsmaterialen, bouwmaterialen, bagger en grondspecie, afval, puin, grind of brandstoffen, anders dan in verband met normaal onderhoud of ter verwezenlijking van de bestemming.