direct naar inhoud van Artikel 32 Wonen - 4
Plan: Bestemmingsplan Harkstede-Scharmer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00002-61oh

Artikel 32 Wonen - 4

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daaraan ondergeschikt:

  • gemeenschappelijke ruimten ten behoeve van de onder a. genoemde doeleinden;
  • groenvoorzieningen;
  • nutsvoorzieningen;
  • water;
  • parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende verhardingen, tuinen en erven en additionele voorzieningen.

en tevens voor:

32.1.1 maatschappelijke dienstverlening

ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' het gebruik ten behoeve van maatschappelijke dienstverlening mits dit gebruik uitsluitend op de eerste bouwlaag plaatsvindt.

32.2 Bouwregels

Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:

32.2.1 Bouwwerken beperking

Zie Artikel 44.

32.2.2 Gebouwen algemeen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de afstand tussen gebouwen op een bouwperceel bedraagt tenminste 1 meter, tenzij de gebouwen aaneen worden gebouwd;
  • c. woningen mogen uitsluitend als gestapelde woning worden gebouwd, waarbij per bouwvlakniet meer woningen zijn toegestaan dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangeduid;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)', mag het bebouwingspercentage niet worden overschreden;
  • e. de bouw- en goothoogte van de gebouwen binnen het bouwvlak mogen ten hoogste de ter plaatse aangeduide ''maximale goot- en bouwhoogte (m)' bedragen;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard ten behoeve van gemeenschappelijk gebruik, zoals een fietsenberging en dergelijke, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 50 m2 per bouwperceel met een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 meter mits gesitueerd achter het verlengde van de voorgevel van de gebouwen binnen het bouwvlak.
32.2.3 Typen gebouwen

Voorzover aangeduid zijn uitsluitend de volgende typen gebouwen toegestaan:

a specifieke bouwanduiding - g

ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - garageboxen' mogen uitsluitend garageboxen en bergingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m² per garagebox of berging.

32.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. voor de bouwhoogte en situering geldt hetgeen in het volgende bouwschema is bepaald, tenzij ter plaatse anders is aangeduid:
Type bouwwerk   Maximale bouwhoogte (in meter)  
  voorerf   overig  
Erf- en terreinafscheidingen   1   2  
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten   8   8  
Overkappingen   3   3  
Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   3   5  
32.3 Afwijken van de bouwregels
32.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 32.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  • a. het bepaalde in 32.2.2 sub a onder 1 voor het bouwen van een vrijstaand bijgebouw tot 5 meter vóór de naar de weg of het pad gekeerde bouwgrens, mits
    • 1. reeds een bestaand bijgebouw op het voorerf aanwezig is en;
    • 2. de gezamenlijke overbouwde oppervlakte van de gebouwen en overkappingen op het voorerf niet meer dan 25 m² mag bedragen;
    • 3. de hoogte niet meer bedraagt 3,5 meter.
32.3.2 Afwijkingsvoorwaarden

Bij de toepassing van de onder 32.3.1 genoemde afwijkingsregels zijn de voorwaarden zoals genoemd in 45.2 sub c van toepassing.

32.4 Specifieke gebruiksregels
32.4.1 Toegestaan gebruik
  • a. Gebruik van de gronden en gebouwen voor het uitoefenen van administratieve werkzaamheden met betrekking tot internetwinkels en telefonische verkoop van goederen wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, mits:
    • 1. klanten niet op het perceel komen om goederen te kopen;
    • 2. geen opslag van goederen plaatsvindt;
    • 3. verkeersbewegingen vergelijkbaar zijn met die voor een woonfunctie.
32.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning, dan wel de mogelijkheid hiertoe door het aanbrengen van essentiële woonvoorzieningen;
  • b. het uitoefenen van activiteiten die ingevolge de wet Milieubeheer vergunningplichtig zijn;
  • c. het plaatsen van een kampeermiddel ten behoeve van recreatief verblijf;
  • d. met het oog op het voorkomen van ontsiering van het straatbeeld, de opslag van aan hun gebruik onttrokken voer- of vaartuigen, werktuigen of machines of onderdelen daarvan, verpakkingsmaterialen, bouwmaterialen, bagger en grondspecie, afval, puin, grind of brandstoffen, voorzover die opslag vanaf de openbare weg zichtbaar is;
  • e. het gebruik van de gronden voor gemotoriseerde sporten.
32.5 Afwijken van de gebruiksregels
32.5.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 32.5.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

32.5.2 Afwijkingsvoorwaarden

Bij de toepassing van de onder 32.5.1 genoemde afwijkingsregels zijn de voorwaarden zoals genoemd in 45.2 sub c eveneens van toepassing.