direct naar inhoud van Artikel 23 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2
Plan: Bestemmingsplan Harkstede-Scharmer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00002-61oh

Artikel 23 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het bedrijfsmatig exploiteren van recreatiewoningen die tevens worden gebruikt voor andersoortig niet permanent verblijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1';
  • b. recreatieve voorzieningen, waaronder een zwembad, zalencentrum en restaurant;
  • c. bedrijfswoningen met bijbehorende bijgebouwen;

met daaraan ondergeschikt:

  • horecavoorzieningen en/of detailhandel, uitsluitend ten dienste van de bestemming;
  • sportvoorzieningen;
  • groenvoorzieningen;
  • nutsvoorzieningen;
  • water;
  • parkeervoorzieningen;
  • speelvoorzieningen;

met de daarbij behorende tuinen, erven en additionele voorzieningen;

23.2 Bouwregels

Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:

23.2.1 Bouwwerken beperking

Zie Artikel 44.

23.2.2 Gebouwen algemeen
  • a. het aantal verblijfsobjecten en de toegestane overbouwde oppervlakte van de verblijfsobjecten en recreatieve voorzieningen mag niet meer bedragen dan in het onderstaande schema is bepaald:
    Aanduiding   Ten hoogste toegestane aantal verblijfsobjecten   Ten hoogste toegestane overbouwde oppervlakte (in m²)  
    specifieke vorm van recreatie - 1   114 recreatiewoningen
    14 hotelappartementen
    1 bedrijfswoning  
    recreatiewoning: 70

    recreatieve voorzieningen (totaal): 2500

    bedrijfswoning inclusief bijbehorende bijgebouwen: 200  
  • b. bedrijfsgebouwen, niet zijnde recreatiewoningen, en bedrijfswoningen mogen uitsluitend gebouwd worden binnen een bouwvlak;
  • c. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen behorend bij een bedrijfswoning mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en/of binnen een afstand van ten hoogste 25 meter buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een kiosk of opslagruimte, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 100 m2 per bestemmingsvlak met een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 meter;
23.2.3 Maatvoering gebouwen

Voor wat betreft de maatvoering van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogte en dakhelling van gebouwen en overkappingen mogen niet meer c.q. minder bedragen dan in het volgende bouwschema is bepaald, tenzij ter plaatse anders is aangeduid:
Type gebouw   Goothoogte
(in meter)  
Bouwhoogte
(in meter)  
Dakhelling  
Recreatiewoning   ten hoogste 3   ten hoogste 7   tenminste 35° en ten hoogste 75°  
Bedrijfsgebouwen ten behoeve van recreatieve voorzieningen   ten hoogste 4,50   ten hoogste 10   plat of tweezijdige kap van ten hoogste 60°  
Overige bedrijfsgebouwen en overkappingen   ten hoogste 3   ten hoogste 5,50   plat of tweezijdige kap van ten hoogste 60°  
Bedrijfswoning   ten hoogste 4,50   ten hoogste 10   tenminste 35° en ten hoogste 75°  
Bijgebouwen bedrijfswoning   ten hoogste 3   ten hoogste 5,50   plat of tweezijdige kap van ten hoogste 60°  
23.2.4 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. voor de bouwhoogte en situering geldt hetgeen in het volgende bouwschema is bepaald, tenzij ter plaatse anders is aangeduid:
    Type bouwwerk   Maximale bouwhoogte (in meter)  
    Erf- en terrein afscheidingen   2  
    Palen en masten, niet zijnde reclamemasten   8  
    Overkappingen   5  
    Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde een reclamemast   5  
  • c. reclamemasten zijn niet toegestaan.
23.3 Afwijken van de bouwregels
23.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 23.3.2 een omgevingvergunning verlenen voor het afwijken van:

  • a. het bepaalde in 23.2.3 voor een hogere goot- en bouwhoogte van recreatiewoningen, met dien verstande dat de hoogte niet meer 8 meter mag bedragen;
  • b. het bepaalde in 23.2.4 voor een hogere hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat de hoogte niet meer dan 10 meter mag bedragen.
  • c. het bepaalde in 23.2.2 sub a en toestaan dat een bedrijfsgebouw en/of overkapping gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:
    • 1. de oppervlakte van (een gedeelte van) het gebouw of de overkapping buiten het bouwvlak ten hoogste 200 m² bedraagt;
    • 2. de hoogte van het bedrijfsgebouw of de overkapping buiten het bouwvlak ten hoogste 3 meter bedraagt;
23.3.2 Afwijkingsvoorwaarden

Bij de toepassing van de onder 23.3.1 genoemde afwijkingsregels zijn de voorwaarden zoals genoemd in 45.2 sub c van toepassing.

23.4 Specifieke gebruiksregels
23.4.1 Toegestaan gebruik
  • a. Gebruik van de bedrijfswoning voor het uitoefenen van een vrij beroep wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt mits wordt voldaan aan hetgeen is gesteld in de Bijlage 10 Beleidsregels aan huis verbonden beroepen en bedrijven.
  • b. Gebruik van de bedrijfswoning voor het uitoefenen van een bed & breakfast wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt mits wordt voldaan aan hetgeen is gesteld in de Bijlage 6 Beleidsregels recreatieve verblijfsaccommodaties;
  • c. Gebruik van de gronden en gebouwen voor het uitoefenen van administratieve werkzaamheden met betrekking tot internetwinkels en telefonische verkoop van goederen wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, mits:
    • 1. klanten niet op het perceel komen;
    • 2. geen opslag van goederen plaatsvindt;
    • 3. verkeersbewegingen vergelijkbaar zijn met die voor een woonfunctie.
23.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van permanente bewoning, met uitzondering van de bedrijfswoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, tenzij deze ondergeschikt en gerelateerd is aan de hoofdfunctie;
  • c. het gebruik van de bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen voor recreatieve bewoning, met uitzondering van het gestelde onder 23.4.1;
  • d. de opslag van aan hun gebruik onttrokken voer- of vaartuigen, werktuigen of machines of onderdelen daarvan, verpakkingsmaterialen, bouwmaterialen, bagger en grondspecie, afval, puin, grind of brandstoffen, anders dan in verband met normaal onderhoud of ter verwezenlijking van de bestemming;
  • e. het hebben van reclame-uitingen die geen betrekking hebben op de op het perceel plaatsvindende niet wederrechtelijke activiteiten.
23.5 Afwijken van de gebruiksregels
23.5.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 23.5.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

23.5.2 Afwijkingsvoorwaarden

Bij de toepassing van de onder 23.5.1 genoemde afwijkingsregels zijn de voorwaarden zoals genoemd in 45.2 sub c eveneens van toepassing.