direct naar inhoud van Artikel 21 Maatschappelijk - Religie
Plan: Bestemmingsplan Harkstede-Scharmer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00002-61oh

Artikel 21 Maatschappelijk - Religie

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Religie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. religieuze doeleinden;
  • b. educatieve doeleinden;

met daaraan ondergeschikt:

  • groenvoorzieningen;
  • nutsvoorzieningen;
  • water;
  • verhardingen;
  • parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende erven en additionele voorzieningen.

21.2 Bouwregels

Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:

21.2.1 Bouwwerken beperking

Zie Artikel 44.

21.2.2 Gebouwen algemeen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend gebouwd worden binnen een bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen mogen ten hoogste de bestaande goot- en bouwhoogte bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard ten behoeve van gemeenschappelijk gebruik, zoals een fietsenberging en dergelijke, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 50 m2 per bouwperceel met een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 meter mits gesitueerd achter het verlengde van de voorgevel van de gebouwen binnen het bouwvlak.
21.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. voor de bouwhoogte en situering geldt hetgeen in het volgende bouwschema is bepaald, tenzij ter plaatse anders is aangeduid:
Type bouwwerk   Maximale bouwhoogte (in meter)  
Erf- en terrein afscheidingen   2  
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten   8  
Overige bouwwerken, waaronder gedenktekens en kunstobjecten, geen gebouw zijnde, niet zijnde een reclamemast   5  
21.3 Afwijken van de bouwregels
21.3.1 Afwijkingsbevoegdheden

Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 21.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  • a. het bepaalde onder 21.2.2 sub a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 100 m² bedraagt;
    • 2. de maatvoering van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan is toegestaan voor de bijbehorende bebouwing binnen het bouwvlak, tot een bouwhoogte van ten hoogste 8 meter.
21.3.2 Afwijkingsvoorwaarden

Bij de toepassing van de onder 21.3.1 genoemde afwijkingsregels zijn de voorwaarden zoals genoemd in 45.2 sub c van toepassing.

21.4 Specifieke gebruiksregels
21.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
  • b. het uitoefenen van detailhandel;
  • c. de opslag van aan hun gebruik onttrokken voer- of vaartuigen, werktuigen of machines of onderdelen daarvan, verpakkingsmaterialen, bouwmaterialen, bagger en grondspecie, afval, puin, grind of brandstoffen, anders dan in verband met normaal onderhoud of ter verwezenlijking van de bestemming;
  • d. het hebben van reclame-uitingen die geen betrekking hebben op de op het perceel plaatsvindende niet wederrechtelijke activiteiten.