Plan:
Stadskanaal Kern
Status:
vastgesteld
Gemeente:
Stadskanaal
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 31. Verkeersdoeleinden
31.1. Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor Verkeersdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wegen en straten;
  2. voet- en rijwielpaden;

waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer;

met daaraan ondergeschikt:

  1. groenvoorzieningen;
  2. parkeervoorzieningen;
  3. water;
  4. nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
31.2. Bouwvoorschriften
31.2.1. Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

31.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. de hoogte van palen en masten mag ten hoogste 8 m bedragen met dien verstande dat de hoogte van reclamemasten ten hoogste 6 m mag bedragen;
  2. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag ten hoogste 5 m bedragen.
31.3. Gebruiksvoorschriften
31.3.1. Verbodsbepaling

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

31.3.2. Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 31.3.1, wordt in ieder geval gerekend:

  1. het inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het op de kaart aangegeven dwarsprofiel, indien en voorzover dit dwarsprofiel is aangegeven;
  2. het gebruik van gronden en bouwwerken voor seksinrichtingen;
  3. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  4. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot-, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  5. het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen;
  6. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen.
31.3.3. Meest doelmatige gebruik

Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 31.3.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

31.4. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in lid 31.3.1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.

31.5. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  • de bestemming van de gronden die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid naar woondoeleinden" wordt gewijzigd in de bestemmingen "Woondoeleinden 1", "Woondoeleinden 2", "Woondoeleinden 3", "Woondoeleinden 4", "Woondoeleinden 5", "Woondoeleinden 6" en/of "Woondoeleinden gestapeld", alsmede op de kaart bouwvlakken worden aangebracht, mits:
    1. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige gebouwen niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
    2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    3. de te realiseren woningen in overeenstemming zijn met het gemeentelijke en provinciale woningbouwbeleid.
31.6. Wijzigingsprocedure

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid 31.5 is de volgende procedure van toepassing:

  1. een ontwerpbesluit tot wijziging op grond van lid 31.5 waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ligt, met bijbehorende stukken, gedurende 4 6 weken op het gemeentehuis ter inzage.
  2. burgemeester en wethouders maken de ter inzage legging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend.
  3. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen.
  4. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerpbesluit tot wijziging.