Plan:
Musselkanaal
Status:
onherroepelijk
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn:
NL.IMRO.00370000BP0602-
Artikel 34. Woonschepen
Inhoudsopgave
34.1. Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor Woonschepen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. ligplaatsen voor woonschepen en bijboten;
  2. bijgebouwen bij woonschepen
  3. waterlopen en waterpartijen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. oevers;
  2. bermen en beplanting;
  3. speelvoorzieningen;
  4. groenvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder steigers en looppplanken.
34.2. Bouwvoorschriften
34.2.1. Gebouwen

Voor het plaatsen van woonschepen en bijboten gelden de volgende bepalingen:

  1. het aantal woonschepen mag ten hoogste het op de kaart in het bestemmingsvlak aangegeven aantal bedragen;
  2. de oppervlakte van een woonschip mag ten hoogste 150 m2 bedragen;
  3. de gezamenlijke oppervlakte aan bijboten mag per woonschip ten hoogste 20 m2 bedragen;
  4. de bouwhoogte van een woonschip mag, gemeten vanaf het gemiddelde waterpeil, ten hoogste 4 m bedragen.
34.2.2. Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij een woonschip gelden de volgende bepalingen:

  1. er mag per woonschip ten hoogste een bijgebouw worden gebouwd;
  2. de oppervlakte van een een bijgebouw mag ten hoogste 6 m2 bedragen;
  3. de bouwhoogte van een bijgebouw mag ten hoogste 2,5 m bedragen.
34.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. er mogen geen erf- en terreinafscheidingen worden gebouwd;
  2. de hoogte van palen en masten mag, gemeten ten opzichte van het gemiddelde waterpeil, ten hoogste 6 m bedragen;
  3. de hoogte van kunstwerken mag, gemeten ten opzichte van het gemiddelde waterpeil, ten hoogste 15 m bedragen;
  4. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, gemeten ten opzichte van het gemiddelde waterpeil, ten hoogste 5 m bedragen.
34.3. Gebruiksvoorschriften
34.3.1. Verbodsbepaling

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

34.3.2. Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 34.3.1, wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen voor meer dan het op de kaart aangegeven aantal;
  2. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bedrijfsdoeleinden;
  3. het gebruik van gronden en bouwwerken voor seksinrichtingen;
  4. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen
  5. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  6. het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen;
  7. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen.
34.4. Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften
34.4.1. Meest doelmatige gebruik

Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 34.3.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

34.5. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in lid 34.3.1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.