Plan:
Musselkanaal
Status:
onherroepelijk
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn:
NL.IMRO.00370000BP0602-
Artikel 32. Begraafplaats
Inhoudsopgave
32.1. Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor Begraafplaats aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. een begraafplaats;
  2. gebouwen voor onderhoud en beheer;

met daaraan ondergeschikt:

  1. groenvoorzieningen;
  2. water;
  3. paden en verhardingen;
  4. parkeervoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. terreinen;
  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
32.2. Bouwvoorschriften
32.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van de in lid 32.1 sub b genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. het aantal gebouwen mag ten hoogste 3 bedragen;
  2. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag ten hoogste 100 m2 bedragen;
  3. de goothoogte van een gebouw mag ten hoogste 3 m bedragen;
  4. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste 5,5 m bedragen.
32.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2 m bedragen;
  2. erf- en terreinafscheidingen mogen uitsluitend transparant zijn;
  3. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5 m bedragen.
32.3. Gebruiksvoorschriften
32.3.1. Verbodsbepaling

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

32.3.2. Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 32.3.1, wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruik van gronden en bouwwerken voor seksinrichtingen;
  2. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  3. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  4. het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen;
  5. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen.
32.4. Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften
32.4.1. Meest doelmatige gebruik

Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 32.3.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

32.5. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in lid 32.3.1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.