Plan:
Musselkanaal
Status:
onherroepelijk
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn:
NL.IMRO.00370000BP0602-
Artikel 13. Bedrijfsdoeleinden
Inhoudsopgave
13.1. Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor Bedrijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. gebouwen voor:
    1. bedrijven genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
    2. bedrijven genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2 alsmede voor bestaande bedrijven hoger dan categorie 2 die genoemd zijn in bijlage 3, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "bestaand bedrijf hoger dan categorie 2";

met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;

    1. een bedrijfswoning, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "dienst- of bedrijfswoning";
  1. een vulpunt voor LPG, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "vulpunt LPG";
  2. het behoud en herstel van cultuurhistorische waarden;

met daaraan ondergeschikt:

  1. groenvoorzieningen;
  2. water;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. tuinen, erven en terreinen;
  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.2. Bouwvoorschriften
13.2.1. Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van de in lid 13.1 sub a onder 1 en 2 genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. het bebouwingspercentage van een bouwvlak mag ten hoogste het op de kaart in het bouwvlak aangegeven percentage bedragen;
  3. de goothoogte van een gebouw mag ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven goothoogte bedragen;
  4. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven bouwhoogte bedragen.
13.2.2. Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  1. een bedrijfswoning mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  2. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd op gronden, die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "dienst- of bedrijfswoning";
  3. per aanduiding "dienst- of bedrijfswoning" mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  4. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 150 m2 bedragen;
  5. voor inpandige bedrijfswoningen zijn de bepalingen van lid 13.2.1 van overeenkomstige toepassing;
  6. voor niet-inpandige bedrijfswoningen gelden, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de letteraanduiding "A" de volgende bepalingen:
    1. de goothoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 4 m bedragen;
    2. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 11 m bedragen;
    3. de dakhelling van een bedrijfswoning mag ten hoogste 60° bedragen;
  7. voor niet-inpandige bedrijfswoningen gelden, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de letteraanduiding "B" de volgende bepalingen:
    1. de goothoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 7 m bedragen;
    2. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 11 m bedragen;
    3. de dakhelling van een bedrijfswoning mag ten hoogste 60° bedragen.
13.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2 m bedragen;
  2. erf- en terreinafscheidingen mogen voor de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan uitsluitend transparant zijn;
  3. de hoogte van palen en masten mag ten hoogste 6 m bedragen;
  4. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5 m bedragen.
13.3. Vrijstelling van de bouwvoorschriften

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, vrijstelling verlenen van:

  • het bepaalde in lid 13.2.2 sub a en b en toestaan dat een bedrijfswoning buiten het bouwvlak c.q. buiten de gronden die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "dienst- of bedrijfswoning", worden gebouwd, mits:
    1. de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde.
13.4. Aanlegvoorschriften 
13.4.1. Aanlegvergunningplichtige werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • het slopen van bebouwing langs de Schoolstraat, Schoolkade, Sluisstraat, Sluiskade, Marktstraat, Marktkade, Aweg en Akade.
13.4.2. Toegestane werkzaamheden

Het in lid 13.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  1. het normale onderhoud betreffen;
  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
13.4.3. Voorwaarden

De in lid 13.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits:

  • geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld en de cultuurhistorische waarden van de bebouwing.
13.5. Gebruiksvoorschriften
13.5.1. Verbodsbepaling

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

13.5.2. Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 13.5.1, wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel;
  2. het gebruik van gronden en bouwwerken als vulpunt voor LPG, tenzij de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "vulpunt LPG";
  3. het gebruik van gronden en bouwwerken voor seksinrichtingen;
  4. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  5. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan:
    1. voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
    2. voor de uitvoering van een krachtens de bestemming toegelaten bedrijf(sactiviteit);
  6. het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen, anders dan voor de uitvoering van een krachtens de bestemming toegelaten bedrijf(sactiviteit);
  7. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen.
13.6. Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften
13.6.1. Vrijstellingsbepalingen

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, vrijstelling verlenen van:

  1. het bepaalde in lid 13.1 sub a onder 1 juncto lid 13.5.1 en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, mits:
    1. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen of vuurwerkbedrijven betreft;
    2. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd;
  2. het bepaalde in lid 13.5.2 sub a juncto lid 13.5.1 en toestaan dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, niet zijnde detailhandel in voedings- en genotmiddelen, mits:
    1. de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
    2. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het functioneren van het winkelapparaat in het centrum;
    3. er geen onevenredige parkeerdruk voor de omgeving optreedt.
13.6.2. Meest doelmatige gebruik

Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 13.5.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

13.7. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in de leden 13.4.1 en 13.5.1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.

13.8. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  1. de kaart wordt voorzien van de aanduiding "dienst- of bedrijfswoning", mits:
    1. per bouwvlak ten hoogste één bedrijfswoning wordt toegestaan;
    2. de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;
    3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  1. de aanduiding "bestaand bedrijf hoger dan categorie 2" van de kaart wordt verwijderd, mits:
    1. de betreffende bedrijfsfunctie ter plaatse is beeïndigd.
13.9. Wijzigingsprocedure

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid 13.8 is de volgende procedure van toepassing:

  1. een ontwerpbesluit tot wijziging op grond van lid 13.8 waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ligt, met bijbehorende stukken, gedurende 6 weken op het gemeentehuis ter inzage;
  2. Burgemeester en Wethouders maken de ter inzage legging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend;
  3. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;
  4. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij Burgemeester en Wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerpbesluit tot wijziging.