direct naar inhoud van Artikel 4 Tuin
Plan: Stadskanaal Noord - Waterland Exploitatie
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0037.PB1002-vs01

Artikel 4 Tuin

4.1 Projectomschrijving

De op de kaart voor Tuin aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebruikt voor:

voortuinen en zijtuinen, geen erven zijnde, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen

  • a. hoofdgebouwen;
  • b. erkers;
  • c. overkappingen;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. water;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. speelvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwvoorschriften
4.2.1 Erkers

Voor het bouwen van erkers gelden de volgende bepalingen:

  • a. een erker mag aan de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd met dien verstande dat:
    • 1. de diepte van een erker ten hoogste 50% van de diepte van de voortuin mag bedragen, met dien verstande dat de diepte ten hoogste 1,5 m mag bedragen;
    • 2. de breedte van een erker ten hoogste de helft van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw mag bedragen;
    • 3. de afstand van een erker tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 1 m bedraagt, tenzij sprake is van twee aaneen te bouwen erkers voor twee afzonderlijke, aaneen gebouwde woonhuizen;
  • b. een erker mag aan de zijgevel van een hoofdgebouw worden gebouwd met dien verstande dat:
    • 1. de diepte van de erker ten hoogste 1 m mag bedragen, gemeten vanaf de gevel waaraan de erker gebouwd is;
    • 2. de breedte van een erker ten hoogste twee derde van de breedte van de zijgevel mag bedragen, tenzij het een hoekgevel betreft, in welk geval de lengte ten hoogste 2,5 m, gemeten vanaf de voorgevel van het hoofdgebouw mag bedragen;
    • 3. de afstand van een erker tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 2 m dient te bedragen;
  • c. de hoogte van een erker is ten hoogste gelijk aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw.
4.2.2 Overkappingen

Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een overkapping mag voor de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd met dien verstande dat:
    • 1. de diepte van een overkapping ten hoogste 1 m mag bedragen, gemeten vanaf (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
    • 2. de breedte van een overkapping ten hoogste de helft van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een overkapping mag ten hoogste 3 m bedragen.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag per bouwperceel ten hoogste 2 m² bedragen;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan ten hoogste 1 m mag bedragen;
  • c. de hoogte van palen en masten mag ten hoogste 6 m bedragen;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen.
4.3 Gebruiksvoorschriften

Tot een gebruik, strijdig met dit projectbesluit, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor seksinrichtingen;
  • b. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • c. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot-, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  • d. het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen;
  • e. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
  • f. het gebruik van gronden voor reclamedoeleinden.