direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Tinnegieter 38
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0037.PB0907-vs01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

Met inachtneming van de beschrijving in hoofdlijnen, als bedoeld in artikel 4 (Beschrijving in hoofdlijnen, moederplan) en de lijst van Bedrijfstypen als bedoeld in de bijlage bij de voorschriften uit het moederplan, zijn op de verbeelding voor "Bedrijf" aangewezen gronden bestemd voor de volgende doeleinden:

  • a. Productie- en ambachtelijke bedrijven:
    Ten aanzien van de toegelaten bedrijfscategorieën, zoals weergegeven in de Lijst van Bedrijfstypen, opgenomen in Bijlage 1, gelden de volgende voorwaarden:
    • 1. bedrijven die vallen onder de milieucategorie 1,2 en 3 zijn overal in het gebied toegestaan;
    • 2. bedrijven die vallen onder de milieucategorie 4 zijn met vrijstelling toegestaan in het gebied dat op de verbeelding met III is aangeduid;
    • 3. risicovolle bedrijven als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen zijn, met uitzondering van bestaande risicovolle inrichtingen, in het plangebied niet toegestaan.
    • 4. bedrijven (inrichtingen) met een bewaarplaats of een bewerkingsruimte waarin verpakt of onverpakt professioneel vuurwerk, als bedoeld in het Vuurwerkbesluit, is opgeslagen zijn in het plangebied niet teogestaan;
    • 5. bedrijven (inrichtingen) met een bewaarplaats voor de opslag van consumentenvuurwerk, als bedoeld in het Vuurwerkbesluit, in een hoeveelheid van meer dan 10.000 kilo zijn in het plangebied niet toegestaan.
  • b. Detailhandel in ter plaatse vervaardigde goederen, mits het detailhandelsdeel duidelijk ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en dit niet plaatsvindt in een winkeluitstalling;
  • c. Groothandelscentra, met uitzondering van groothandels met opslag van professioneel vuurwerk als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en/of consumentenvuurwerk in een hoeveelheid meer dan 10.000 kilo;
  • d. Bedrijfswoning;
  • e. Verkeersdoeleinden in de vorm van ontsluitingswegen, in- en uitritten alsmede parkeervoorzieningen;
  • f. Groenvoorzieningen en water;
  • g. Additionele voorzieningen waaronder begrepen lichtmasten en kunstwerken.
3.2 Bouwregels
  • a. Op de in artikel 3.1 genoemde gronden zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en andere bouwwerken, ten behoeve van de in artikel 3.1 genoemde doeleinden.
  • b. De op de verbeelding aangeven eisen ten aanzien van het maximum bebouwingspercentage en bebouwingshoogte, dienen in acht te worden genomen, met uitzondering van in lid d genoemde doeleinde van artikel 3.1.
  • c. De afstand tot de perceelgrens dient minimaal 4 meter te bedragen, met uitzondering van in lid d genoemde doeleinde van artikel 3.1.
  • d. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van terrein- en erfafscheidingen achter de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 2,5 meter bedraagt. Terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw zijn niet toegestaan.
  • e. Voor de bedrijfswoning gelden de volgende bouwregels:
    • 1. per bouwperceel mag niet meer dan één bedrijfswoning worden opgericht;
    • 2. de oppervlakte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 150 m2;
    • 3. de totale oppervlakte op de begane grond van de bedrijfsgebouwen dient ter minste het dubbele te bedragen van die van de bedrijfswoning;
    • 4. de goothoogte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 7 meter;
    • 5. de nokhoogte van de bedrijfswoning mag ten hoogste 11 meter bedragen;
    • 6. de gezamelijke oppervlakte van aan- en uitbouwen mag niet meer bedragen dan 50 m2. Aan- en uitbouwen dienen tenminste 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd, de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter en de nokhoogte niet meer dan 5,5 meter;
    • 7. daar waar op de plankaart een structuurbepalende bouwgrens is aangegeven mag een bedrijfswoning voor de structuurbepalende bouwgrens worden opgericht met dien verstande dat de voorgevel tenminste 15 meter uit de as van de weg moet blijven;
    • 8. de bedrijfswoning mag worden gebouwd daar waar de achtergevel van de bedrijfswoning tenminste 50 meter van het perceel met de bestemming Agrarisch blijft.