direct naar inhoud van Artikel 3 Recreatie - Groepsaccommodatie
Plan: Kempkebosweg 2
Status: ontwerp
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0037.PB0904-on01

Artikel 3 Recreatie - Groepsaccommodatie

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'recreatie - groepsaccommodatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groepsaccommodaties;
  • b. bestaande dienstwoningen.
3.2 Bouwregels
  • 1. Een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • 2. De goot- en bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van groepsaccommodaties mogen maximaal 4,5 m respectievelijk 9 m bedragen, dan wel ten hoogste de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer bedragen.
  • 3. Per groepsaccommodatie is de bouw van maximaal één dienstwoning toegestaan.
  • 4. Voorzover het perceel is voorzien van de aanduiding ”karakteristiek” dient, in afwijking in zoverre van het vorenstaande, de uitwendige hoofdvorm van de bebouwing, bestaande uit goot- en bouwhoogte, nokrichting en dakhelling te worden gehandhaafd.
  • 5. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen, met dien verstande dat:
    • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen ten hoogste 2 m mag bedragen;
    • b. de bouwhoogte van palen en masten ten hoogste 6 m mag bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • I. het landschapsbeeld;
  • II. de verkeersveiligheid;
  • III. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

nadere eisen stellen aan:

  • a. de afstand tussen de gebouwen. Hierdoor kan worden voorkomen dat het op geconcentreerd bouwen gerichte streven wordt aangetast;
  • b. de afstand tot de weg;
  • c. de plaats van andere bouwwerken;
  • d. de goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en nokrichting van de gebouwen.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:

  • a. het gebruik van de gronden voor reclamedoeleinden anders dan voor het op de gronden gevestigde bedrijf;
  • b. het gebruik van recreatieve woonverblijven en groepsaccomodaties ten behoeve van permanente bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken voor zelfstandige detailhandel;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken als horecabedrijf, met uitzondering van aan de bestemming gerelateerde horeca;
  • f. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  • g. het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen;
  • h. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen.