direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0037.BP1303-vs01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Als onderdeel van het plan EHS Westerwolde, zal de komende tijd het deelgebied Ter Wupping Wessinghuizen worden heringericht. Onderdeel van deze procedure is een kavelruil. Het perceel R 622 is in agrarisch gebruik en is gelegen langs de Mussel Aa. Het is gewenst om dit perceel deel te laten uitmaken van het stroomgebied van de Mussel Aa. Om dit mogelijk te maken wordt via kavelruil het perceel verkregen. Delen van de percelen R956, R961 en R617 zullen hiervoor geruild worden.

Onderdeel van de ruilovereenkomst is dat de percelen R956, R961 en R617 een agrarische bestemming krijgen, overeenkomstig de bestemming 'Agrarisch- Landschappelijke Waarde' zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan. Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de betreffende wijziging van de bestemming. Dit betekent dat het perceel bestemd wordt voor agrarisch gebruik en het behoud en herstel van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden.

1.2 Plangebied

Het plangebied ligt ten noordoosten van de kern Onstwedde in het landelijk gebied van de gemeente Stadskanaal. De percelen liggen in de omgeving van de wegen Wessinghuizerweg en de Kiebergerweg.

In de luchtfoto is het plangebied weergegeven. Met geel zijn de delen van de percelen R956, R961 en R617 weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1303-vs01_0002.png"

Plangebied

1.3 Geldend bestemmingsplan

Het plangebied is opgenomen in het bestemmingsplan Landelijk Gebied zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 23 maart 2009. De percelen hebben de bestemming 'Natuur – 1'. Deze gronden zijn bestemd voor het behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke waarden en het behoud van de cultuurhistorische waarden.

Voor het plangebied geldt tevens de dubbelbestemming 'Archeologisch waardevol gebied II'. Hiermee is het plangebied tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische (verwachtings)waarden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1303-vs01_0003.png"

Uitsnede plankaart bestemmingsplan Landelijk Gebied

Hoofdstuk 2 Beleidskader

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Het rijksbeleid voor de ruimtelijke ordening is vastgelegd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. In de definitieve Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte schetst het Rijk ambities van het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid voor Nederland in 2040.

Het voor dit bestemmingsplan relevante beleid betreft het beleid voor de Ecologische Hoofdstructuur. In de visie stelt het Rijk de provincies verantwoordelijk voor het beschermen en onderhouden van de EHS. De natuur in de EHS wordt beschermd met een 'nee, tenzij'-regime. Binnen de EHS zijn nieuwe projecten, plannen en handelingen met een significant negatief effect op de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS niet toegestaan, tenzij er sprake is van een groot openbaar belang en reële alternatieven ontbreken.

Met dit bestemmingsplan wordt een verbetering van de EHS nagestreefd door de herinrichting van de Mussel Aa mogelijk te maken. Hiermee voldoet het plan aan het beleid uit de structuurvisie.

2.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Het Barro voorziet in de juridische borging van het nationaal ruimtelijk beleid. Het bevat regels die de beleidsruimte van andere overheden ten aanzien van de inhoud van ruimtelijke plannen inperken, daar waar nationale belangen dat noodzakelijk maken.

Ten aanzien van de EHS stelt het Barro dat de regels in de provinciale verordening worden vastgelegd.

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Provinciaal Omgevingsplan

Het Provinciaal Omgevingsplan (POP) is de grootste beleidsnota die de provincie eens per vier jaar maakt. Het is een nota die de beleidsthema's milieu, verkeer, vervoer, water en ruimtelijke ordening verbindt.

Voor dit bestemmingsplan is het onderdeel EHS relevant. De ligging van de EHS is opgenomen in de Omgevingsverordening. Hieruit blijkt dat het gehele plangebied is aangeduid als 'Ecologische Hoofdstructuur (land)'.

Om natuur en landschap te behouden, te versterken en te ontwikkelen richt de provincie zich primair op het realiseren van de EHS, door:

  • 1. vergroting van het areaal natuur via grote aaneengesloten gebieden
  • 2. verbinding van natuurgebieden
  • 3. verbetering van de natuurkwaliteit

De provincie realiseert de EHS onder andere door stimulering van de aankoop, inrichting en beheer van nieuw te ontwikkelen natuur op landbouwgronden. Om de verwerving van landbouwgronden voor de EHS te versnellen, zet de provincie aanvullende instrumenten in, zoals (kleinschalige) landinrichting, kavelruil en stimulering van verplaatsing van landbouwbedrijven uit de EHS.

Voorliggend plan betreft een kavelruil die ten dienste staat van een realisatie van de EHS. Hiermee is het plan in overeenstemming met het provinciale beleid ten aanzien van de EHS.

2.2.2 Omgevingsverordening provincie Groningen

De Omgevingsverordening Provincie Groningen bevat regels voor de fysieke leefomgeving in de provincie Groningen. Conform de kaarten behorend bij de Verordening is het gehele plangebied gelegen in de EHS.

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1303-vs01_0004.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1303-vs01_0005.png"

Ecologische hoofdstructuur

De volgende regel is voor de EHS van toepassing: Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op gronden die deel uitmaken van de ecologische hoofdstructuur … voorziet niet in wijziging van de bestemming of wijziging van de regels ter zake van het gebruik van de grond die per saldo leiden tot een significante aantasting van de in bijlage 16 beschreven wezenlijke kenmerken en waarden van de ecologische hoofdstructuur deel uitmakende gronden, tenzij:

  • 4. er sprake is van een groot openbaar belang, en;
  • 5. er geen reële andere mogelijkheden zijn, en;
  • 6. de negatieve effecten waar mogelijk worden beperkt en de overblijvende effecten gelijkwaardig worden gecompenseerd.
  • 7. de ingreep kleinschalig van aard is, en;
  • 8. schade zoveel mogelijk wordt voorkomen, en;
  • 9. resterende schade volledig wordt gecompenseerd, en;
  • 10. er netto winst optreedt voor de belangrijke kenmerken en waarden in termen van areaal, kwaliteit en samenhang.

Met dit bestemmingsplan wordt de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur en daarmee een versterking van de aanwezige kenmerken nagestreefd. Dit gebeurt door het uitruilen van gronden en het herbestemmen van de percelen. Met de kavelruil die door voorliggend bestemmingsplan mogelijk is gemaakt, wordt de natuurontwikkeling rond het plangebied mogelijk gemaakt. Hiermee leidt dit plan per saldo tot een verbetering (netto winst) van de natuurwaarden rondom het plangebied. Hiermee is het plan in overeenstemming met de omgevingsverordening.

2.3 Overig beleid

2.3.1 Inrichtingsplan Ecologische Hoofdstructuur Westerwolde

Het Inrichtingsplan Ecologische Hoofdstructuur Westerwolde is tot stand komen onder begeleiding van een werkgroep waarin vertegenwoordigers van de volgende instanties zitting hadden:

  • Provincie Groningen, dienst Ruimte en Milieu;
  • Waterschap Hunze en Aa's;
  • Vereniging Natuurmonumenten;
  • Staatsbosbeheer;
  • Stichting Het Groninger Landschap;
  • Dienst Landelijk Gebied.

Het inrichtingsplan heeft als doel het 'Duurzaam behoud, herstel en ontwikkeling van het kleinschalig beekdal- /hoevenlandschap met bijbehorende karakteristieke natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarden.'

Dit beleid is uitgewerkt in deelprojecten. Het plangebied maakt deel uit van het project 'Ter Wupping en Wessinghuizen'. Het is de bedoeling dat dit project de komende tijd wordt uitgevoerd.

2.3.2 Inrichtingsplan Ecologische Hoofdstructuur Westerwolde

Het Inrichtingsplan Ecologische Hoofdstructuur Westerwolde is tot stand gekomen onder begeleiding van een werkgroep waarin vertegenwoordigers van de volgende instanties zitting hadden:

  • Provincie Groningen, dienst Ruimte en Milieu;
  • Waterschap Hunze en Aa's;
  • Vereniging Natuurmonumenten;
  • Staatsbosbeheer;
  • Stichting Het Groninger Landschap;
  • Dienst Landelijk Gebied.

Het inrichtingsplan heeft als doel het 'Duurzaam behoud, herstel en ontwikkeling van het kleinschalig beekdal- /hoevenlandschap met bijbehorende karakteristieke natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarden.'

Dit beleid is uitgewerkt in deelprojecten. Het plangebied maakt deel uit van het project 'Ter Wupping en Wessinghuizen'. Het is de bedoeling dat dit project de komende tijd wordt uitgevoerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1303-vs01_0006.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1303-vs01_0007.png"

uitsnede inrichtingsplan

Voorliggend bestemmingsplan is opgesteld als gevolg van het project Ter Wupping en Wessinghuizen. Met dit plan wordt de inrichting van het beekdal (in de kaart aangegeven als vochtig hooiland/ mat schraal grasland) mogelijk gemaakt. De geruilde percelen krijgen de bestemming 'Agrarisch met waarden'. Deze herbestemming staat ten dienste van de natuurontwikkeling in het omringende gebied en is derhalve in overeenstemming met de doelstellingen uit het 'Inrichtingsplan Ecologische Hoofdstructuur Westerwolde'.

Hoofdstuk 3 Milieu-aspecten

3.1 Cultuurhistorie

3.1.1 Archeologie

Met de herbestemming worden geen grondwerkzaamheden mogelijk gemaakt die voorheen niet mogelijk waren. De herbestemming heeft hiermee geen gevolgen voor het aspect Archeologie. Daarnaast is de geldende dubbelbestemming 'Archeologisch waardevol gebied II' inhoudelijk overgenomen in de bestemming 'Waarde- Archeologie 2'. De bescherming van eventueel aanwezige archeologische waarden blijft hiermee onveranderd ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan.

3.1.2 Landschap

Met voorliggend bestemmingsplan wordt invulling gegeven aan het Inrichtingsplan Ecologische Hoofdstructuur. Het doel van dit plan is nadrukkelijk het versterken van de landschapswaarden.

Het gebruik van het plangebied blijft onveranderd agrarisch. Het betreft hier kleine agrarische percelen die gebruikt worden voor het houden van paarden en andere hobbydieren. Het landschap rondom deze percelen zal als gevolg van dit bestemmingsplan niet (negatief) beïnvloed worden.

Binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden' is nadrukkelijk aangegeven dat deze gebieden dienen ten behoeve van het behoud en/ of ontwikkeling van de landschapswaarden. Hiermee is de bescherming van landschapswaarden geborgd.

3.2 Flora en fauna

De Natuurbeschermingswet en de Flora- en Faunawet vormen de wettelijke kaders voor de bescherming van natuurwaarden. Het feitelijke agrarisch gebruik op de percelen R956, R961 en R617 blijft ongewijzigd. De eventueel aanwezige natuurlijke waarden worden binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden' beschermd, middels een omgevingsvergunningstelsel voor werken en werkzaamheden. Binnen de bestemming zijn ingrepen die de natuurwaarden aantasten niet mogelijk gemaakt.

Geconcludeerd wordt dat de natuurwaarden binnen dit bestemmingsplan voldoende beschermd zijn en dat een nadere toetsing van dit bestemmingsplan aan de natuurwetgeving niet noodzakelijk is.

3.3 Fysieke veiligheid

In het plangebied zijn geen kwetsbare functies aanwezig. Uit de provinciale risicokaart blijkt dat er tevens geen risicovolle inrichtingen in of rond het plangebied aanwezig zijn. Het aspect fysieke veiligheid vormt daardoor geen belemmering voor het plan.

3.4 Milieu

In het plangebied wordt geen inrichting toegevoegd waarvoor milieuwetgeving relevant is. Daarnaast worden in het plangebied geen (voor milieueffecten) gevoelige functies mogelijk gemaakt. De volgende milieuaspecten zijn daarom niet relevant voor dit bestemmingsplan:

  • luchtkwaliteit
  • geluid
  • bedrijven en milieuzonering
  • bodem

Hoofdstuk 4 Waterparagraaf

Wat betreft de bestemmingswijziging van Natuur naar Agrarisch wordt opgemerkt dat de inrichting van deze percelen ongewijzigd blijft. De regenwaterafvoer zal niet veranderen. Het plan maakt ook geen nieuwe bebouwing of verharding mogelijk.

Het gehele bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg besproken met het Waterschap Hunze en Aa's. In hun reactie geeft het waterschap aan dat zij zich kunnen vinden in de voorgenomen bestemmingswijziging om inrichting van de EHS mogelijk te maken. De wijziging heeft geen invloed op het waterbeheer en het oppervlaktewaterpeil.

Hoofdstuk 5 Economische uitvoerbaarheid

Uit dit bestemmingsplan vloeien geen kosten voor de gemeente voort. De herinrichting van het plangebied gebeurt in opdracht van de gebiedscommissie Westerwolde. Het budget van de gebiedscommissie is hiervoor toereikend. Hiermee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.

Hoofdstuk 6 Inspraak en vooroverleg

6.1 Overleg

Het bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg verstuurd naar:

  • de provincie Groningen
  • het Waterschap Hunze en Aa's

Beide overheden geven aan geen bezwaren te hebben tegen voorliggend bestemmingsplan. De vooroverlegreacties zijn als bijlage opgenomen bij dit bestemmingsplan.

6.2 Inspraak

Het bestemmingsplan betreft geen besluit met een grote ruimtelijke impact. Conform de gemeentelijke inspraakverordening is er daarom geen formele inspraakprocedure noodzakelijk.

6.3 Zienswijzen

Het bestemmingsplan heeft van PM tot PM voor iedereen ter inzage gelegen. Tegen het bestemmingsplan zijn PM zienswijzen ingebracht.

Hoofdstuk 7 Juridische toelichting

7.1 Algemeen

Een bestemmingsplan is een planologische regeling die zowel de burger als de overheid rechtstreeks bindt. De regels en verbeelding dienen als één geheel te worden beschouwd en kunnen niet los van elkaar worden gezien. De toelichting op de regels en verbeelding is niet juridisch bindend, maar biedt wel inzicht in de belangenafweging die tot de aanwijzing van bestemmingen heeft geleid. Bovendien draagt de toelichting bij aan de planinterpretatie.

Het bestemmingsplan is opgesteld conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012). De opbouw van de regels is gelijk aan Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012. De opbouw is als volgt:

  • Betekenisafspraken (Hoofdstuk 1 Inleidende regels);
  • De gebruiks- en bouwregels per bestemming (Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels);
  • Algemene regels (Hoofdstuk 3 Algemene regels);
  • Overige regels (Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels).

7.2 Bestemmingsregeling

Voor de bestemmingsregeling is aansluiting gezocht bij het bestemmingsplan "Landelijk gebied" zoals vastgesteld op 23 maart 2009. Er is in het plangebied sprake van twee bestemmingen, namelijk de hoofdbestemming 'Agrarisch met waarden- Landschappelijke waarden' en de dubbelbestemming 'Waarde- Archeologie 2'.

Het uitgangspunt is om de planologische gebruiksrechten te laten overeenstemmen met de gebruiksrechten van het geruilde perceel. Agrarisch gebruik van de gronden is met voorliggend bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Evenals in het vigerende bestemmingsplan zijn landschappelijke en natuurlijke waarden geborgd middels een vergunningstelsel voor werken en werkzaamheden.

Tekstueel is de bestemmingsregeling aangepast op de SVBP 2012.