direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Musselkanaal, Marktstraat 99-103
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0037.BP1302-vs01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Aan de Marktstraat 101 is de supermarkt Lidl gevestigd. De eigenaar heeft het winkelpand gesloopt en er wordt een nieuw, moderner en groter, pand teruggeplaatst. De reden voor de uitbreiding is dat de winkels worden aangepast aan de huidige normen en wensen van het winkelend publiek met o.a. een bakkerij. Hiervoor is meer ruimte in de nieuwe gebouwen nodig.

Deze plannen passen niet binnen het geldende bestemmingsplan, omdat de uitbreiding het bouwvlak overschrijdt. Inmiddels is het naastgelegen pand, Marktstraat 99, gesloopt. op deze locatie zal geen nieuwbouw plaatsvinden, maar dit perceel zal gebruikt worden als parkeerterrein. De gemeente Stadskanaal wil instemmen met deze ontwikkeling omdat het toegestane bebouwd oppervlak als geheel afneemt. Daarnaast wordt de vernieuwing van het winkelpand mogelijk gemaakt.

Voorliggend bestemmingsplan regelt de uitbreiding van de bouwmogelijkheden voor Marktstraat 101 en verwijdert het bouwvlak ter plaatse van Marktplaats 99. Het gehele perceel behoudt de bestemming 'Centrum', conform de vigerende bestemming Centrumdoeleinden.

Marktstraat 102 en 103 en de Kruisstraat 2a zijn eveneens binnen het plangebied opgenomen, dit vanwege de ligging binnen hetzelfde bouwvlak als de planlocatie. Met dit nieuwe bestemmingsplan zijn de bebouwingsmogelijkheden voor deze percelen niet afgenomen en ook de gebruiksmogelijkheden zijn ongewijzigd gebleven. In de ruimtelijk onderbouwing worden deze percelen daarom niet nader beschouwd.

1.2 Plangebied

Onderstaande luchtfoto geeft het plangebied weer. Het plangebied omvat Marktstraat 99, 101, 102 en 103. Ook liggen de gebouwen bekend als Kruisstraat 2A en 2T binnen het plangebied. Het voornemen heeft betrekking op Marktstraat 99 en 101. Het plangebied ligt binnen het centrumgebied van Musselkanaal, op de hoek van de Kruisstraat en de Marktstraat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1302-vs01_0002.png"

Plangebied

1.3 Geldend bestemmingsplan

Het plangebied is bestemd in het Bestemmingsplan "Musselkanaal" van de Gemeente Stadskanaal, zoals vastgesteld op 29 oktober 2007.

Voor het plangebied geldt de bestemming Centrumdoeleinden. De maximale goothoogte ter plaatse van Marktstraat 101 en 102 is 8 meter. De maximale bouwhoogte is 10 m. Het maximale bebouwingspercentage binnen het gehele bouwvlak is 80 %.

Ter plaatse van Marktstraat 99 geldt eveneens de bestemming Centrumdoeleinden en ter plaatse is een bouwvlak opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1302-vs01_0003.png"

Uitsnede plankaart bestemmingsplan Musselkanaal Centrum, Noord en Zuid" 

Hoofdstuk 2 De huidige situatie

Tot voor kort stond op de Marktstraat 99 een winkelpand. Inmiddels is deze gesloopt. Het winkelpand van de supermarkt staat op Marktstraat 101. Het betreft geen monumentaal of karakteristiek pand. Ten westen van het pand is de parkeerruimte gesitueerd. De Marktstraat 102 was een horecagelegenheid welke recent is afgebrand. Marktstraat 103 is een bestaande horecagelegenheid. Aan de achterzijde van het perceel loopt een oprit naar de Kruisstraat.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Provinciaal beleid

3.1.1 Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013

Gedeputeerde Staten van Groningen hebben op 17 juni 2009 het Provinciaal Omgevingsplan 2009 - 2013 (POP) vastgesteld. In hoofdlijnen wordt het beleid voor de lange termijn geschetst. Wat betreft detailhandel streeft de provincie naar behoud en versterking van de winkelconcentraties in de binnensteden en in de overige bestaande winkelcentra. Uitgangspunt daarbij is een goed bereikbaar, aantrekkelijk en gevarieerd winkelbestand.

Voorliggend plan sluit aan op deze doelstelling door de ontwikkeling van een supermarkt in Musselkanaal mogelijk te maken. Met het plan wordt tevens voldoende parkeerruimte geboden, waardoor de winkel goed bereikbaar is.

3.1.2 Omgevingsverordening provincie Groningen 2009

Tegelijkertijd met het POP heeft de provincie Groningen de Provinciale Omgevingsverordening vastgesteld. In deze verordening zijn regels vastgelegd om het beleid van de provincie te waarborgen. De omgevingsverordening is laatstelijk gewijzigd op 20 maart 2013.

In de Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 zijn regels opgenomen voor nieuwe detailhandelslocaties. In dit geval is er sprake van een wijziging van bestaande detailhandelslocaties, waarbij het toegestane bebouwd oppervlak verkleind wordt. Deze ontwikkeling is niet strijdig met de Omgevingsverordening.

Voor bestemmingsplannen in het algemeen geldt artikel 4.5 Ruimtelijke kwaliteit. Dit artikel houdt in dat afhankelijk van en evenredig aan de aard,omvang en ruimtelijke gevolgen van de ingreep, inzicht dient te worden geboden in de gevolgen voor de ruimtelijke kwaliteit en eventuele maatregelen die worden genomen om deze kwaliteit te borgen.
Zoals uit deze toelichting blijkt betreft de ontwikkeling een kleine ingreep in de inrichting van het plangebied. Het bestaande winkelpand wordt vervangen en een ander winkelpand verdwijnt. Op de nieuwbouw zijn de normale welstandseisen van toepassing. Hiermee wordt de ruimtelijke kwaliteit van de nieuwe bebouwing geborgd. Het plan komt de ruimtelijke kwaliteit ten goede doordat leegstand van winkelpanden wordt voorkomen en het bebouwd oppervlak afneemt.

3.1.3 Provinciale detailhandelsstructuurvisie

De provincie Groningen heeft in 2004 een detailhandelsstructuurvisie opgesteld. De visie op de gewenste provinciale detailhandelsstructuur in Groningen is gebaseerd op:

  • Ontwikkelingen en trends aan de vraag- en aanbodzijde van de detailhandel;
  • Huidige detailhandelsstructuur in de provincie en potenties van afzonderlijke winkelgebieden;
  • Toekomstige omvang van verzorgingsgebieden;
  • Economische vitaliteit in bestaande winkelcentra stimuleren.

Ten aanzien van Musselkanaal wordt gesteld dat dit een kleiner streekverzorgend centrum zal zijn, met winkels voor dagelijkse boodschappen, aangevuld met enig recreatief aanbod. De basis voor deze centra wordt gevormd door een zeer uitgebreid dagelijks aanbod, met voldoende en eigentijdse supermarkten. De supermarkten vormen de trekkers van het winkelcentrum, ook voor consumenten buiten de eigen kern.

Het plan voor de vervangende nieuwbouw en uitbreiding van de winkel, sluit aan op deze visie. De vernieuwing van de supermarkt zal bijdragen aan de instandhouding van de centrumfunctie.

3.2 Gemeentelijk beleid

3.2.1 Structuurplan, Stadskanaal in 2010

Het structuurplan De gemeente van straks: Stadskanaal in 2010 is vastgesteld in maart 1998 en geeft een beeld van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente tot het jaar 2010, met een doorkijk naar latere jaren. Met het structuurplan wordt een verbetering van de ruimtelijke kwaliteiten van het woon- en leefmilieu in de hele gemeente voorgestaan.

Voor Musselkanaal betekent dit dat naast herstructurering van bestaande woonwijken sterk de nadruk wordt gelegd op het creëren van mogelijkheden voor nieuwbouw voor ouderen. Ten aanzien van voorzieningen wordt gestreefd naar een sterk en compact centrum, waarbij het zwaartepunt rond het Willem Diemerplein komt te liggen. Optimale bereikbaarheid en ruime parkeergelegenheid moeten daartoe bijdragen.

De vernieuwing van de supermarkt draagt bij aan de centrumfunctie van Musselkanaal. Voor voldoende parkeergelegenheid wordt eveneens gezorgd. Hiermee sluit het plan aan op het Structuurplan.

3.2.2 Toekomstvisie Stadskanaal, Vanuit eigen kracht

De Toekomstvisie Stadskanaal, Vanuit eigen kracht legt het accent op een aantal kernpunten voor het gemeentelijke beleid en dan vooral die gebieden die door bestaande plannen niet worden bestreken. In de visie wordt ingezet op het realiseren van strategische projecten waarin verschillende onderwerpen zoals wonen, werken, welzijn en zorg integraal benaderd en in samenhang gezien worden. Hiertoe worden in de visie drie strategische pijlers als basis benoemd. Met deze pijlers wordt ingezet op het aantrekken van nieuwe voorzieningen voor burgers en bedrijven, het ontwikkelen van recreatie en toerisme en op het realiseren van een excellente woongemeente met zorg op maat dicht bij de burgers.

Vanuit de drie pijlers is in de visie een toekomstbeeld geschetst op een aantal beleidsonderdelen. Voor Musselkanaal is onder andere van belang dat het een goede rol kan vervullen op dat deel van de woningmarkt dat gericht is op wonen in compacte stedelijke centra, waarbij van groot belang is de eigen identiteit samenhang met het cultuurhistorische gegeven van de ligging aan het Musselkanaal.

De visie geeft verder geen relevante beleidskaders voor voorliggende ontwikkeling.

3.2.3 Musselkanaal, ruimtelijk- economische visie en Plan van Aanpak

De gemeente Stadskanaal heeft in 2001 een ruimtelijk- economische visie voor de kern Musselkanaal opgesteld.

In de ruimtelijk-economische visie wordt gesteld dat het wenselijk is om het winkelaanbod te concentreren in een compact winkelgebied. Hierbij wordt een kruisbestuiving tussen de boodschappenwinkels en de overige winkels nagestreefd. Deze concentratie van winkels zou bij voorkeur in het gebied tussen de Kruisstraat en de Technicumstraat, rond de Marktstraat, plaatsvinden.

Wat betreft de supermarkten, gaat de voorkeur uit naar twee full-service supermarkten van ca. 1000 m2 vvo en één discount supermarkt van 700 m2. In het geval dat een tweede discount supermarkt zich vestigt in Musselkanaal, is er economisch gezien geen ruimte voor een tweede full-service supermarkt.
In de bestaande situatie is er reeds sprake van twee discount supermarkten. Voorliggend plan wijzigt dit niet.

Het plangebied ligt binnen het gewenste concentratiegebied voor winkels. Hiermee sluit het plan aan op de visie. Ten aanzien van het type supermarkt en de toegestane verkoopvloeroppervlakte wordt in het vigerende bestemmingsplan geen voorwaarden gesteld. Met voorliggend plan wordt het huidig gebruik van het terrein gecontinueerd en blijft de vigerende regeling van toepassing.

3.2.4 Stadskanaal, detailhandelsstructuurvisie 2004

De detailhandelsstructuurvisie, die op onderdelen een vervolg is op Musselkanaal, Ruimtelijk-economische visie en plan van Aanpak, geeft een ruimtelijk-economische visie op de detailhandelsstructuur in de gemeente.

In de visie komt naar voren dat het centrum van Musselkanaal een groot aanbod heeft in de sfeer van het dagelijkse aanbod. Daarnaast is het aanbod in de niet dagelijkse sfeer relatief groot.
Daardoor is er sprake van een zekere verzorgingsfunctie voor de omgeving. Ook in de toekomst wordt de functie van Musselkanaal in dit perspectief gezien.

Versterking van de detailhandel wordt in het gebied rond de Diemerplein gewenst geacht, alsmede de herinrichting van de Marktstraat. Detailhandel wordt geconcentreerd aan de Marktstraat, tussen de kruisstraat en Technicumstraat. Gestreefd dient te worden naar concentratie van het winkelapparaat in deze gebieden. Daarbuiten dient de vestiging van detailhandel te worden tegengegaan.

De ontwikkelingen in het plangebied zijn in overeenstemming met deze visie.

3.2.5 Raadsbesluiten Centrum Musselkanaal

De gemeenteraad heeft op 11 maart 2011 en op 5 april 2013 besloten over de centrumontwikkeling van Musselkanaal. Deze besluiten richten zich op een aanpassing van de oorspronkelijke centrumplannen voor Musselkanaal uit 2008, onder meer als gevolg van een toename van de leegstand van winkelpanden. Uit deze besluiten komt de volgende visie op het centrum naar voren:

Het beleid blijft gericht op concentratie van het winkelbestand in het centrum. Maar het centrumgebied moet compacter. Het centrumplan voorzag in winkelruimte achter de lintbebouwing van de Marktstraat. Een compact kernwinkelgebied zal zich moeten beperken tot de Markstraat zelf: vanaf de Dirk de Ruiterstraat tot aan de WillemDiemerstraat. Dit betekent dat de winkels zich op het kanaal oriënteren. De parkeerplaatsen bevinden zich vooral achter het bebouwingslint.

De Lidl bevindt zich aan de rand van het kernwinkelgebied. Om verdere leegstand van winkelpanden te voorkomen is het gewenst om de beschikbare oppervlakte detailhandel te beperken. Derhalve is besloten dat we aan de uitbreiding van de supermarkt kan worden meegwerkt, mits in de directe omgeving oppervlakte detailhandel uit de markt wordt genomen.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

Het plan bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Uitbreiding van het bouwvlak ter plaatse van Marktstraat 101
  • Verdwijnen van de bouwmogelijkheden ter plaatse van Marktstraat 99
  • Uitbreiding en herinrichting van het parkeerterrein.
  • Mogelijk maken van een overkapping op het parkeerterrein tbv winkelwagentjes

In het vigerende bestemmingsplan was binnen het plangebied een bebouwd oppervlak mogelijk van 2938 m2. Met het nieuwe bestemmingsplan wordt in totaal 2704 m2 bebouwing mogelijk gemaakt. De toegestane bouwmogelijkheden nemen met 234 m2. De verdere bestemmingsregeling blijft ongewijzigd ten opzichte van het huidige bestemmingsplan.

Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten

5.1 Geluid

De noodzaak tot uitvoering van een akoestisch onderzoek is vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). De Wgh bevat geluidnormen en richtlijnen over de toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail- en wegverkeerslawaai, industrielawaai en luchtvaartlawaai. De Wgh geeft aan dat een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd bij het voorbereiden van de vaststelling van een bestemmingsplan of omgevingsvergunning indien het plan een geluidgevoelig object mogelijk maakt binnen een geluidszone van een bestaande geluidsbron of indien het plan een nieuwe geluidsbron mogelijk maakt.

In dit bestemmingsplan wordt het bouwvlak op Marktstraat 99 verwijderd en ten westen van Marktstraat 101 uitgebreid. Er wordt geen bebouwing mogelijk gemaakt dichter bij geluidgevoelige objecten dan in de huidige situatie het geval is. Daarnaast worden geen andere functies binnen het plangebied mogelijk gemaakt. Vanwege een afname van het bebouwde oppervlak ten behoeve van de centrumfunctie, is het aannemelijk dat er geen sprake zal zijn van een toename van verkeersbewegingen. Er is dus geen sprake van een toename van geluid of een nieuwe geluidsbron.

Ten slotte wordt binnen het plangebied geen nieuwe geluidgevoelige bestemming mogelijk gemaakt. Het aspect geluid levert dus geen belemmering op voor het betreffende plan. Akoestisch onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht.

5.2 Bodem

In maart 2012 is, ten behoeve van een reeds eerder verleende omgevingsvergunning, in opdracht van Lidl Nederland GmbH een bijzonder inventariserend onderzoek uitgevoerd op het perceel Marktstraat 101 in Musselkanaal1 . Het onderzoek is uitgevoerd conform NEN5740. Het doel van het onderzoek was vast te stellen of de locatie, wat betreft bodemkwaliteit, geschikt is voor het beoogde gebruik.

Uit het onderzoek bleek dat:

Ter plaatse van de uitbreidingslocaties:

  • de bovengrond licht verontreinigd is met lood en PAK;
  • de ondergrond plaatselijk licht verontreinigd is met PAK;
  • het grondwater licht verontreinigd is met barium
  • asbest niet is aangetoond in de bodem en puinlaag.

Ter plaatse van het winkelpand:

  • in de bodemlaag onder de betonvloer geen verontreinigende stoffen zijn aangetoond;
  • asbest niet is aangetoond in de bodemlaag onder de betonvloer.

Ter plaatse van het parkeerterrein:

  • de bovengrond licht verontreinigd is met lood ;
  • het asfalt niet teerhoudend is en in aanmerking komt voor hergebruik;
  • asbest niet is aangetoond in de bodem en puinlaag.

Er zijn geen stoffen in gehalten en/ of concentraties boven de tussenwaarde aangetoond. Asbest is in het geheel niet aangetoond. Dit houdt in dat er conform de Wet bodembescherming geen aanleiding is voor het uitvoeren van nader onderzoek.

Destijds is geconcludeerd dat de bodemkwaliteit geen belemmeringen oplevert voor de geplande bouwactiviteiten. Derhalve vormt de bodemkwaliteit voor vaststelling van voorliggend bestemmingsplan eveneens geen belemmering.

5.3 Luchtkwaliteit

Hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen, ook wel bekend als de ‘Wet luchtkwaliteit’) bevat de regelgeving op het gebied van luchtkwaliteit. In de Wet milieubeheer zijn luchtkwaliteitseisen opgenomen voor diverse verontreinigende stoffen, waaronder stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). In artikel 5.16 van de Wet milieubeheer is vastgelegd in welke gevallen de luchtkwaliteitseisen geen belemmering vormen voor een nieuwe ontwikkeling. Dit is het geval wanneer:

  • een ontwikkeling niet leidt tot overschrijding van de grenswaarden voor luchtkwaliteit;
  • ten gevolge van een ontwikkeling de concentraties van de betreffende stoffen verbeteren of ten minste gelijk blijven;
  • een ontwikkeling niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentraties van de betreffende stoffen in de buitenlucht;
  • een ontwikkeling past binnen een vastgesteld programma (zoals het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit).

Voorliggend plan regelt een afname van het toegestane oppervlak bebouwing voor de bestemming 'Centrum'. Ten gevolge van deze ontwikkeling zal de verkeersaantrekkende werking (ten opzichte van het reeds toegestane gebruik) verminderen waardoor de luchtkwaliteit gelijk zal blijven of verbeteren.

Het plan draagt hiermee ‘Niet in betekenende mate bij(dragen'' aan de luchtverontreiniging. Om die reden is geen toetsing aan de grenswaarden luchtkwaliteit nodig. Hiermee wordt voldaan aan de Wet Milieubeheer.

5.4 Bedrijven en milieuzonering

Nieuwe functies kunnen van invloed zijn voor omringende woningen dan wel bedrijven. Er dient daarom beoordeeld te worden of in de omgeving van het plangebied functies voorkomen die gehinderd kunnen worden door onderhavig project of waarvan het project juist hinder ondervindt.

De (indicatieve) lijst "Bedrijven en Milieuzonering 2009", uitgegeven door de Vereniging van Nederlandse gemeenten, geeft weer wat de richtafstanden zijn voor milieubelastende activiteiten. In deze publicatie worden de indicatieve richtafstanden gegeven voor de vier ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar.

In dit bestemmingsplan wordt de bestemming van het plangebied en het toegestane gebruik niet gewijzigd. De nieuwe situering van het bouwvlak heeft geen gevolgen voor omliggende gevoelige bestemmingen, omdat de afstanden tussen de bouwvlakken binnen de bestemming 'Centrum' en andere bestemmingen niet afneemt. De ontwikkeling leidt hierdoor niet tot hinder voor omringende functies. Het aspect bedrijven en milieuzonering levert daarom geen belemmeringen op voor de voorgenomen ontwikkeling.

5.5 Cultuurhistorie en archeologie

5.5.1 Cultuurhistorie

In 2010 is in het Besluit ruimtelijke ordening opgenomen dat gemeenten bij het maken van bestemmingsplannen rekening moeten houden met cultuurhistorische waarden.

Het plangebied maakt deel uit van de Kanaalzone van Musselkanaal. De kanaalbebouwing van Musselkanaal maakt deel uit van de langgerekte bebouwingszone van het langs de provinciale grens met Drenthe gelegen Stads-Musselkanaal. De bebouwing staat aan weerszijden haaks op het kanaal, veelal met diepe achtertuinen. Aan de Marktstraat staan tevens enkele typerende cultuurhistorisch waardevolle gebouwen.

In het huidig bestemmingsplan is vastgesteld dat gebouwen aan o.a. de Marktstraat uitsluitend mogen worden gesloopt met een vergunning. Bij het verlenen van vergunningen wordt getoetst in hoeverre de betreffende panden van cultuurhistorisch belang zijn. In voorliggend geval is bepaald dat de gebouwen aan de Marktstraat 99 en 101 niet van cultuurhistorisch belang zijn en is de sloopvergunning reeds verleend. Verder maakt het bestemmingsplan geen ontwikkelingen mogelijk die een effect hebben op cultuurhistorische waarden.

5.5.2 Archeologie

Op grond van het Verdrag van Malta en de daaruit voortvloeiende Wet op de archeologische monumentenzorg, dient te worden gekeken naar de archeologische waarden in het plangebied. De gemeente Stadskanaal heeft in de Nota Archeologiebeleid (concept) het gemeentelijk archeologiebeleid beschreven.

Uit de (concept) archeologische beleidskaart blijkt dat in het plangebied sprake is van een lage verwachtingswaarde. In deze gebieden is voor ruimtelijke ontwikkelingen geen archeologisch onderzoek vereist.

5.6 Veiligheid

5.6.1 Brandveiligheid

Uit de beoordeling van het aspect bestrijdbaarheid blijkt dat het plangebied in voldoende mate voor de hulpdiensten bereikbaar is. Het pand blijft vanaf het parkeerterrein goed bereikbaar. Wat betreft de bluswatervoorzieningen bevinden zich in de directe omgeving van het plangebied twee brandkranen. Beide kranen bevinden zich binnen 30 meter van de Marktstraat 101. Daarnaast is er voldoende secundair bluswater in de omgeving aanwezig in de vorm van het Musselkanaal.

Ten tijde van de aanvraag voor een omgevingsvergunning is een melding gedaan conform brandveilig gebruik Bouwbesluit 2012. Op basis hiervan worden geen brand technische problemen verwacht. Hiermee vormt het aspect brandveiligheid geen belemmering voor de plannen.

5.6.2 Zelfredzaamheid

Het gebouw heeft een oppervlak kleiner dan 2000 m2. Daarnaast is er geen sprake van een verblijfsfunctie voor kwetsbare groepen. Hiermee wordt ter plaatse geen kwetsbaar object gerealiseerd. Het aspect zelfredzaamheid vormt hiermee geen belemmering voor de plannen.

5.6.3 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen.

In het kader van het aspect externe veiligheid is de risicokaart van de provincie Groningen bekeken. Hieruit blijkt dat er in of nabij het plangebied geen risicovolle inrichtingen gevestigd zijn. Ook valt het plangebied niet binnen een invloedsgebied van een route voor gevaarlijke stoffen. Ten noordoosten van het gebied loopt wel een gasleiding van de Gasunie. Het betreft leidingdeel N-523-50-KR-005 . Deze ligt op circa 121 meter vanaf de noordoostgrens van het plangebied. De leiding heeft geen plaatsgebonden risicocontour.

Ingevolge het Bevi is sprake van een kwetsbaar object indien het een gebouw betreft “waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:

  • a. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m2 per object, of
  • b. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000 m2 per winkel, voorzover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd,..."

In voorliggend geval is geen sprake van een kwetsbaar object, aangezien plangebied de uitbreiding van één winkel betreft met een kleiner oppervlak dan 2000 m2. Ook is er geen sprake van een complex met meer dan 5 winkels.

Vanwege de ruime afstand tot de gasleiding en vanwege het feit dat voorliggend plan niet voorziet in de oprichting van een kwetsbaar object, is het niet aannemelijk dat het risico als gevolg van de plannen zal toenemen. Het aspect externe veiligheid vormt daarom geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling.

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP1302-vs01_0004.png"

Uitsnede risicokaart

5.7 Parkeren

Binnen het plangebied is er ruimte voor parkeren. Er zal al gebruik worden gemaakt van de bestaande en nieuw aan te leggen parkeervoorzieningen. Bij een parkeernorm van 2,5 per 100 m2 bvo (bruto vloeroppervlakte van een gebouw) zou dat betekenen, dat bij de Lidl aan de Marktstraat 101, 34 parkeerplaatsen moeten komen bij een vloeroppervlakte van 1345 m2. In totaal komen er 95 parkeerplaatsen. Hiermee wordt ruimschoots aan de norm voldaan.

Hoofdstuk 6 Waterparagraaf

Nederland is groot geworden door het leven met en de strijd tegen het water. De afgelopen decennia is echter veel ruimte aan het water onttrokken voor woningbouw en bedrijven. Om bij de ruimtelijke planvorming het belang van water goed te borgen en te anticiperen op klimaatverandering is door de overheid de watertoets ontwikkeld. Het doel van de Watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen meer expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten.

Het plangebied ligt in het beheersgebied van het waterschap Hunze en Aa's. Voor dit plan is de digitale watertoets van het waterschap ingevuld. De beantwoording van de vragen heeft er toe geleid dat de Korte procedure van de watertoets is doorlopen. Dit houdt in dat het waterschap Hunze en Aa's een standaard wateradvies afgeeft in de vorm van deze standaard waterparagraaf. Deze waterparagraaf is als bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd. Voor de verdere procedurele afhandeling van de watertoets in het niet noodzakelijk het waterschap te betrekken, als er met de opmerkingen gemaakt in dit document rekening zal worden gehouden tijdens de verdere uitwerking van dit plan.

In het plangebied zal wat betreft waterhuishouding weinig veranderen. Het verharde oppervlak zal rond Marktstraat 99 en 101 gelijk blijven. Dit betekent dat nagenoeg het gehele terrein verhard is en blijft. Hierbij neemt het bebouwde oppervlak af, maar de oppervlakteverharding neemt toe. In het huidige bestemmingsplan is reeds toegestaan dat het gehele bestemmingsvlak verhard mag worden. Planologisch betreft het hier dus eveneens geen wijziging.

Met de opmerkingen uit de standaard waterparagraaf zal bij verdere planontwikkeling rekening worden gehouden.

 

Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid

De voorgenomen ontwikkeling betreft een initiatief van de Lidl Nederland GmbH. Dit bestemmingsplan omvat geen ontwikkelingen die niet reeds anderszins vergund zijn. Ten tijde van de verlening van de omgevingsvergunning is een planschadeovereenkomst met de initiatiefnemer afgesloten. Onder deze voorwaarden zijn aan het plan, behalve de procedurekosten, geen kosten voor de gemeente verbonden en is het plan economisch uitvoerbaar.

Hoofdstuk 8 Overleg

8.1. Vooroverleg

In het Besluit omgevingsrecht (Bor) is in artikel 6.1.8. opgenomen dat gemeente overleg moeten voeren met het waterschap, provincie en rijk. De gemeente Stadskanaal pleegt daarnaast indien daartoe aanleiding is ook nog overleg met andere overlegpartners. Wat betreft deze aanvraag is er geen aanleiding om nog met een andere overlegpartner overleg te voeren.

Het Rijk

Het plan raakt geen belangen van het Rijk, daarom is afgezien van vooroverleg met het Rijk.

Provincie Groningen

De provincie geeft in haar besluit van 10 mei 2011 aan dat er geen vooroverleg met de provincie vereist is indien het plan betrekking heeft op bestaand stedelijk gebied en niet behoort tot één van de genoemde uitzonderingen. Aangezien het bestemmingsplan gelegen is binnen het bestaand stedelijk gebied, is vooroverleg met de provincie niet noodzakelijk.

Waterschap Hunze en Aa's

Het waterschap is middels de digitaal uitgevoerde watertoets op de hoogte gebracht van het bestemmingsplan. Vanwege de omvang van het plan en de beperkte ruimtelijke invloed is verder vooroverleg niet noodzakelijk.

8.2. Zienswijzen

Het ontwerp-bestemmingsplan heeft op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de zienswijzen vanaf 13 februari gedurende zes weken voor een ieder ter visie gelegen.Gedurende deze periode zijn geen zienswijzen ingediend.

Hoofdstuk 9 Juridische toelichting

9.1 Algemeen

Een bestemmingsplan is een planologische regeling die zowel de burger als de overheid rechtstreeks bindt. De regels en verbeelding dienen als één geheel te worden beschouwd en kunnen niet los van elkaar worden gezien. De toelichting op de regels en verbeelding is niet juridisch bindend, maar biedt wel inzicht in de belangenafweging die tot de aanwijzing van bestemmingen heeft geleid. Bovendien draagt de toelichting bij aan de planinterpretatie.

Het bestemmingsplan is opgesteld conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012).

De opbouw van de regels is gelijk aan Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012. De opbouw is als volgt:

  • Betekenisafspraken (Hoofdstuk 1 Inleidende regels);
  • De gebruiks- en bouwregels per bestemming (Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels);
  • Algemene regels (Hoofdstuk 3 Algemene regels);
  • Overige regels (Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels).

9.2 Bestemmingsregeling

Voor de bestemmingsregeling is aansluiting gezocht bij het "bestemmingsplan Musselkanaal Centrum, Noord en Zuid" uit 2007. Er is in het plangebied één bestemming opgenomen, namelijk de bestemming 'Centrum'. Deze komt inhoudelijk overeen met de bestemming Centrumdoeleinden. De bestemmingsregeling is binnen het plangebied op de volgende punten aangepast:

  • Het bouwvlak is gewijzigd;
  • Buiten het bouwvlak mag een overkapping worden geplaatst ten behoeve van de stalling van winkelwagens.
  • Regeling is conform SVBP2012 en IMRO2012

Bijlagen bij toelichting